Operator's Manual

7.Zetdeschakelhendelindeneutraalstandenduwde
maai-/hefhendelnaarvorenomtebeginnenmet
wetten.
8.Brengdewetpastaaanmetdeborstelmetdelange
steel.Gebruiknooiteenborstelmeteenkortesteel.
9.Alsdemessenkooienblijvenvastzittenofinstabiel
wordentijdenshetwetten,moetuhettoerentalvande
messenkooienverhogentotdatdesnelheidstabiliseert.
Zetdaarnahettoerentalweeropstand1ofdegewenste
snelheid.
10.Alsudemaaidekkentijdenshetwettenwilt
afstellen,schakeltudemessenkooienuitdoorde
maai-/hefhendelnaarachterentebewegenendemotor
aftezetten.Nadeafstellingherhaaltustappentot4
enmet8.
11.Herhaaldezeprocedurebijallemaaidekkendieuwilt
wetten.
12.Alsuklaarbentmetwetten,moetudewethendels
inde"F"-standzetten,destoellatenzakkenenalle
wetpastavandemaaidekkenwassen.Stelindiennodig
hetcontacttussendemessenkooiendesnijplaataf.
Zetdetoerentalregelingvandemessenkooieninde
gewenstemaaistand.
Belangrijk:Alsdewethendelnahetwettennietin
de"F"-standwordtgezet,zullendemaaidekken
nietomhoogkomenofnaarbehorenwerken.
Onderhoudhydraulisch
systeem
Hydraulischevloeistof
verversenenltervervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
Alsdevloeistofverontreinigdraakt,moetucontactopnemen
metuwplaatselijkeToro-dealeromdathetsysteemdient
tewordenschoongespoeld.Verontreinigdehydraulische
vloeistofzieterinvergelijkingmetschonevloeistof
melkachtigofzwartuit.
1.Reinigdeomgevingvandeplaatswaarhetlterwordt
gemonteerd(Figuur57).Plaatseenopvangbakonder
hetlterenverwijderhetlter.
Opmerking:Alsdevloeistofnietwordtafgetapt,
moetudehydraulischeleidingdienaarhetlterloopt,
losmakenenafsluiten.
Figuur57
1.Hydraulischelter
2.Vulhetnieuweltermetdejuistehydraulische
vloeistof,smeervetopdeafdichtingspakkingendraai
hetltermetdehandvasttotdatdepakkingincontact
komtmetdecilinderkop.Draaihetltervervolgens
nogeens3/4slag.Hetltermoetnuafgedichtzijn.
3.Vulhethydraulischereservoirmetongeveer20liter
hydraulischevloeistof,zieOnderhoudvanhet
hydraulischesysteem.
4.Startdemotorenlaatdeze3tot5minutenstationair
lopenomdevloeistoftelatencirculerenenhetsysteem
teontluchten.
5.Zetdemachineaf,controleerhetvloeistofpeilopnieuw
envulindiennodigopnieuwbij.
6.Umoetdevloeistofenhetlteropdejuistewijze
afvoeren.
48