Operator's Manual
Hydraulischeslangenen
leidingencontroleren
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdrukontsnapt,kan
doordehuidheendringenenletselveroorzaken.
•Controleerofallehydraulischeslangen
enleidingeningoedestaatverkeren
enallehydraulischeaansluitingenen
verbindingsstukkenstevigvastzittenvoordatu
drukzetophethydraulischesysteem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhoge
drukhydraulischevloeistofontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat
verrichtenaanhethydraulischesysteem.
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid.
Controleerdagelijksdehydraulischeleidingenenslangenop
lekkages,kinken,loszittendesteunen,slijtage,loszittende
aansluitingen,slijtagedoorweersinvloedenendeinwerking
vanchemicaliën.Voerallenoodzakelijkereparatiesuit
voordatudemachineweeringebruikneemt.
Stalling
Alsudemachinevooreenlangetijdwiltstallen,moetueerst
devolgendehandelingenverrichten:
1.Aangekoektvuilenachtergeblevenmaaiselverwijderen.
Demessenkooienendesnijplatenslijpenalsditnodig
is;ziedeGebruikershandleidingvanhetmaaidek.De
snijplatenendemessenvandemessenkooienmeteen
roestwerendmiddelbehandelen.Allesmeerpunten
smerenofoliën;zieSmering.
2.Blokkenonderwielenplaatsenomdewielgewichten
teverwijderen.
3.Dehydraulischevloeistofaftappenenverversenen
hetltervervangen.Tevenshydraulischeleidingenen
aansluitingencontroleren.Vervangenalsditnodigis;
zieHydraulischevloeistofverversenenltervervangen
enHydraulischeslangenenleidingencontroleren.
4.Allebrandstofaftappenuitdebrandstoftank.Laat
demotorlopentotdatdezeafslaatdoorgebrek
aanbenzine.Vervanghetbrandstoflter:zie
Brandstofltervervangen.
5.Tapdeolieuithetcarterafterwijldemotornogwarm
is.Bijvullenmetverseolie;zieMotorolieverversen
enltervervangen.
6.Vuilenmaaiselverwijderenvandecilinder,de
koelribbenvandecilinderkopendeventilatorbehuizing.
7.Accuverwijderenenvolledigopladen.Umoetde
accuapartopslaanofinhetvoertuiglatenzitten.De
accukabelsmogennietaangeslotenzijnopdeaccuals
udezeindemachinelaatzitten.Sladeaccuopineen
koeleomgevingomtevoorkomendatdeaccusnel
ontlaadt.
8.Indienmogelijkmoetudeaccuopslaanopeenwarme,
drogeplaats.
49










