Operator's Manual

13
Voorwielen monteren
Monteer de voorwielen en draai de montagemoeren vast
met een torsie van 95–122 Nm.
Achterwiel monteren
1. Monteer de wielnaaf aan de achterwielvelg met vier
montagemoeren (Fig. 2). Draai de moeren vast met
een torsie van 95–122 Nm.
2. Verwijder de wielbout en de borgmoer uit de
montageopeningen in de vork van het achterzwenkwiel
(Fig. 2).
3. Plaats het achterwiel in de zwenkwielvork. Steek de
wielbout in een van de montageopeningen in de
zwenkwielvork, plaats een afstandsstuk ( geleverd bij
de losse onderdelen) en schuif de bout door het wiel.
4. Plaats een ander afstandsstuk op de bout en steel de
bout door de andere montageopening in de vork.
5. Plaats de kromming van de kop van de wielbout onder
de benedenrand van de verbindingsplaat (Fig. 2).
Plaats de borgmoer en draai deze aan om het wiel vast
te zetten in de vork. Draai de borgmoer niet te vast,
omdat het wiel onbelemmerd moet kunnen draaien.
6. Veeg de smeernippel op de wiel-set schoon. Spuit vet
in de wielnaaf totdat er vet bij beide naaflagers naar
buiten komt. Veeg overtollig vet af.
1
2
3
4
5
6
Figuur 2
1. Achterwiel
2. Naaf
3. Moer
4. Vork van achterzwenkwiel
5. Wielbout
6. Afstandsstuk (2)
Bestuurdersstoel instellen
Opmerking: Plaats de stoelrails in de voorste montage-
openingen om de stoel 7,6 cm extra naar voren te kunnen
zetten, of in de achterste montageopeningen om de stoel
7,6 cm naar achteren te kunnen zetten.
1. Verwijder de borgmoeren waarmee de stoelrails voor
verzending zijn bevestigd aan de triplex onderplaat.
Gooi de borgmoeren weg.
2. Sluit de kabelboom aan op de stoelschakelaar.
3. Zet de stoelrails vast aan de steunplaat van de stoel
met 4 borgmoeren (5/16 inch) die zijn geleverd bij de
losse onderdelen (Fig. 3).
1
2
Figuur 3
1. Steunplaat van stoel 2. Stoelrail