Operator's Manual
15
Verlengstuk van ontluchting en
dop van reservoir plaatsen
1. Verwijder de ontluchtingsdop van het hydraulische
reservoir (Fig. 6).
1
2
4
3
Figuur 6
1. Hydraulische reservoir
2. Ontluchtingsdop
3. Verlengstuk van
ontluchting
4. Dop van reservoir
2. Draai het verlengstuk van de ontluchting in het
reservoir (Fig. 6).
3. Schroef de ontluchtingsdop op het verlengstuk (Fig. 6).
4. Verwijder de verzenddop van het hydraulische
reservoir en gooi deze weg. Zet de dop stevig vast aan
de machine.
Montage van de voorste rollers
1. Monteer een antiscalpeerroller en een trekkoppeling
op het uiteinde van elk draagframe met een rolleras,
afstandsstuk, ring en schroef (Fig. 7). Zorg ervoor dat
de nylon huls in de trekkoppeling zit.
1
4
5
6
2
3
Figuur 7
1. Trekkoppeling
2. Verlengstuk van
trekkoppeling
3. Kogelgewrichthouder
4. Nylon huls
5. Afstandsstuk
6. Ring
2. Controleer of alle banden op een spanning van
55–83 kPa (8–12 psi) zijn gebracht.
Rollers van het draagframe
afstellen
1. Plaats de tractie-eenheid op een horizontaal vlak en
laat de draagframes van het maaidek neer op de grond.
2. Controleer of de afstand tussen de rollers van de
draagframes en de grond 13 mm bedraagt.
3. Indien afstelling nodig is, moet u de contramoer op de
borgschroef van het draagframe losdraaien (Fig. 8) en de
schroef naar boven of naar beneden draaien om het
draagframe hoger of lager te zetten. Draai de contramoer
vast als u de correcte afstand hebt verkregen.
1
2
Figuur 8
Rechter voorkant getoond
1. Roller van draagframe 2. Borgschroef van
draagframe
Opmerking: Als u de machine gebruikt in een heet
klimaat, waar de omgevingstemperatuur tussen 20C en
49C ligt, of in zware omstandigheden moet maaien (op
andere terreinen dan greens, zoals fairways, of voor
verticuteerwerk), moet u een hydraulische vloeistofkoeler,
onderdeelnr. 100-3166, op de tractie-eenheid monteren.










