Operator's Manual
20
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm vanaf
de onderkant van de vulbuis. Deze ruimte in de
tank is nodig voor het uitzetten van de
brandstof.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
• Bewaar brandstof in een schone, gesloten,
veilige en goedgekeurde container.
3. Vul de brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm vanaf
de onderkant van de vulbuis. Niet te vol vullen. Plaats
daarna de dop terug.
4. Neem gemorste brandstof op.
Het koelsysteem reinigen
De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 3,4 liter.
Verwijder dagelijks het vuil van het radiatorscherm en de
radiator (Fig. 19). Dit moet u elk uur doen als u de
machine in extreem stoffige en vuile omstandigheden
gebruikt; zie Radiator en scherm reinigen, blz. 34.
1
2
Figuur 19
1. Radiatorscherm 2. Radiator
Het koelsysteem bevat een oplossing die half uit water,
half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat.
Controleer elke dag vóór het starten van de motor het
koelvloeistofpeil.
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiatordop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een lap als u de radiatordop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
Voorzichtig
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Controleer het koelvloeistofpeil (Fig. 20). De
koelvloeistof moet tussen de twee strepen op de
reservetank staan, als de motor koud is.
1
Figuur 20
1. Reservetank
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u de dop
van de reservetank en vult u het koelsysteem bij met
een oplossing die half uit water, half uit permanente
ethyleenglycol-antivries bestaat. Niet te vol vullen.
4. Plaats de dop van de reservetank terug.










