Operator's Manual

23
Contact tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien, moet u het contact tussen
de snijplaat en de messenkooi controleren, ongeacht of de
maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar is
geweest. Er moet over de volle lengte een licht contact
tussen de messenkooi en de snijplaat zijn; zie Contact
tussen snijplaat en messenkooi afstellen in de
Gebruikershandleiding voor Maaidekkken.
Torsie van wielmoeren
controleren
De torsie van de wielmoeren moet 95–122 Nm bedragen.
Haal de moeren aan na 1–4 bedrijfsuren en nog eens na 10
bedrijfsuren. Haal de wielmoeren daarna om de 200
bedrijfsuren aan.
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
De torsie van de wielmoeren moet 95–122 Nm
bedragen. Haal de moeren aan na 1–4 bedrijfsuren
en nog eens na 10 bedrijfsuren. Haal de wielmoeren
daarna om de 200 bedrijfsuren aan.
Waarschuwing
Gebruiksaanwijzing
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies op blz. 3 tot
en met 7. Met behulp van deze informatie kunt u
voorkomen dat andere personen of uzelf letsel oplopen.
Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken,
zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming,
veiligheidsschoenen en een helm.
Deze machine stelt de bestuurder bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Voorzichtig
Bedieningsorganen
Tractiepedaal
Het tractiepedaal (Fig. 23) heeft drie functies: de machine
vooruit en achteruit te laten rijden en tot stilstand te
brengen. U moet de bovenkant van het pedaal intrappen
om vooruit te rijden en de onderkant van het pedaal om
achteruit te rijden of bij het stoppen als u vooruitrijdt.
Daarnaast kunt u het pedaal in de neutraalstand zetten om
de machine te stoppen. Laat uw hiel niet op Achteruit
rusten als u vooruitrijdt (Fig. 24).
1
2
3
Figuur 23
1. Tractiepedaal
2. Rempedaal
3. Parkeerremhendel
Figuur 24
Rempedaal
Het rempedaal (Fig. 23) bedient een mechanische
trommelrem voor auto’s op beide tractiewielen.
Parkeerremhendel
Trap het rempedaal in om het remsysteem in werking te
stellen en met een druk op de kleine hendel (Fig. 23)
worden de remmen vergrendeld in de parkeerstand. U
schakelt de parkeerrem uit door het rempedaal in te
trappen. Schakel altijd de parkeerrem in als u de machine
verlaat.