Operator's Manual

25
Waarschuwingslampje van accu
Dit lampje (Fig. 25) gaat branden als de accuspanning
laag is.
Oliedruklampje
Het oliedruklampje (Fig. 25) gaat branden als de
motoroliedruk gevaarlijk laag is.
Bedieningshendel van hefinrichting (voor
opheffen/neerlaten van maaidekken)
Als u de hendel (Fig. 25) tijdens het gebruik naar voren
beweegt, laat u de maaidekken neer en start u de
messenkooien. Om de messenkooien tot stilstand te
brengen en de maaidekken op te heffen, moet u de hendel
naar achteren trekken. Tijdens het maaien kunt u de
messenkooien tot stilstand brengen door de hendel
eventjes naar achteren te trekken en dan los te laten. U
stelt de messenkooien weer in werking door de hendel
naar voren te bewegen.
Instelhendel bestuurdersstoel
Met deze hendel op de linkerkant van de stoel (Fig. 26)
kunt u de stoel ongeveer 18 cm naar voren en naar
achteren schuiven.
1
Figuur 26
1. Instelhendel bestuurdersstoel
Brandstofafsluitkleppen
Sluit de brandstofafsluitklep onder de tank (Fig. 27) als u
de machine stalt.
1
Figuur 27
1. Brandstofafsluitklep (onder brandstoftank)
Inrijperiode
Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang zijn
voor de betrouwbaarheid van de machine in de toekomst,
moet u de werking en de prestaties van de machine scherp
in het oog houden zodat kleine gebreken die later grote
problemen kunnen veroorzaken, worden opgemerkt en
verholpen. Controleer de machine tijdens de inrijperiode
veelvuldig op olielekken, losse bevestigingen of andere
gebreken.
Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken
(inrijden) voordat u de machine gaat gebruiken. Om de
remmen gebruiksklaar te maken, moet u de machine op
maaisnelheid laten rijden en stevig remmen totdat de
remmen heet zijn., zoals blijkt uit hun geur. Na de
inrijprocedure zullen de remmen misschien moeten
worden afgesteld; zie Remmen afstellen, blz. 36.