Operator's Manual

38
Maaisnelheid afstellen
De machine is afgesteld in de fabriek, maar de snelheid
kan desgewenst worden gewijzigd.
1. Draai de contramoer op de tapbout los (Fig. 43).
2. Draai de moer voor de borging en de maaibeugels op
het draaipunt van het pedaal los.
1
2
3
Figuur 43
1. Contramoer
2. Moer
3. Tapbout
3. Draai de tapbout rechtsom om de maaisnelheid te
verminderen en linksom om de maaisnelheid te
verhogen.
4. Draai de contramoer op de tapbout en de moer op het
draaipunt van het pedaal vast om de aftstelling te
borgen (Fig. 43). Controleer de afstelling en stel af
indien dit nodig is.
Opheffen/neerlaten van
maaidek afstellen
Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is
uitgerust met een doorstroomregelklep (Fig. 44). Deze
klep is in de fabriek zo afgesteld dat deze na ongeveer 3
slagen opengaat. De klep moet echter wellicht worden
bijgesteld in verband met verschillen in de temperaturen
van de hydraulische vloeistof, maaisnelheden, enz. Als dit
moet gebeuren, gaat u als volgt te werkt:
Opmerking: Zorg ervoor dat de hydraulische vloeistof de
volledige bedrijfstemperatuur heeft bereikt als u de
doorstroomregelklep afstelt.
1. Til de stoel omhoog en ga naar de doorstroom-
regelklep voor het middelste trekframe (Fig. 44), die
zich bevindt op het hydraulische systeem.
1
Figuur 44
1. Doorstroomregelklep
2. Draai de stelschroef los die zich bevindt op de
stelknop op de doorstroomregeling.
3. Draai de knop een 1/4 slag linksom als het middelste
maaidek te laat neerkomt of 1/4 slag rechtsom als de
middelste maaidek te vroeg neerkomt.
4. Als u de gewenste afstelling hebt verkregen, draait u
de stelschroef vast.