Form No. 3361-558 Rev A Greensmaster® 3250-D tractie-eenheid Modelnr.: 04383—Serienr.: 290000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Waarschuwing Modelnr.: CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Serienr.
Werktuigen/Accessoires..................................... 26 Gebruiksaanwijzing.................................................... 27 Veiligheid staat voorop ....................................... 27 Motoroliepeil controleren. .................................. 27 Brandstoftank vullen .......................................... 28 Het koelsysteem controleren............................... 29 Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.....................................................
Veiligheid – zorgvuldigheid en concentratie bij het werken met zitmaaiers; Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als 18 kg is toegevoegd aan het achterwiel. – als de machine op een helling begint te glijden, kan dat niet met de rem worden gecorrigeerd.
• Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. • Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt.
• Houd de motor, geluiddemper/knalpot, accubehuizing en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om het risico op brand te verminderen. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap. Toro Veilige bediening • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik. De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de ANSI-normen.
• • • • • • • • • • – Verminder de snelheid als u een scherpe bocht maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten. – Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang. – Gebruik de serviceremmen als u een helling afdaalt, om de snelheid laag te houden en de machine onder controle te houden. Ten behoeve van een maximale veiligheid moeten de grasmanden zijn gemonteerd als de messenkooien en de verticuteereenheden in werking zijn.
Geluidsniveau • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende Toro dealer. Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens ISO 11094 procedures. • Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken.
3–6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd - Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93–9051 1. Lees de Gebruikershandleiding. 93–6689 1. Gevaar - Ga niet op het kunststof scherm zitten. 107–9529 1. Motor starten 11. Koplampen uit 16. Gas - langzaam 2. 12. Schakelhendel 17. Gas - continu verstelbare regeling 18. Gas - snel 3. 4. 5. 6. Messenkooien omhoogbrengen 7. Hoge temperatuur Motor voorgloeien/aan overschrijven Motor stoppen 8. Koelvloeistoftemperatuur 9.
4–7728 106–5976 1. Motorkoelvloeistof onder druk 2. Explosiegevaar - Lees de Gebruikershandleiding. 104–7729 Vervangt 104–7728 conform Europese voorschriften 1. Waarschuwing - Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 3. Waarschuwing - Raak het hete oppervlak niet aan. 4. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd - Zet de motor af en wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
93–8063 Vervangt 104–2053 conform Europese voorschriften. * Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en moet worden aangebracht op de machine volgens de Europese veiligheidsnorm voor gazonmaaiers EN 836:1997. De aangegeven maximale hellinghoeken waarbij deze machine veilig kan worden gebruikt, zijn gebaseerd op deze norm. 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 4. Handen of voeten kunnen worden gesneden—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 2.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 10.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Hoeveelheid Procedure Omschrijving 12 Gebruikershandleiding (tractie-eenheid) Gebruikershandleiding van motor (motor) Onderdelencatalogus Instructiemateriaal voor gebruiker Controlelijst voor levering Geluidscertificaat Certificaat van Integriteit en Naleving Contactsleuteltjes Gebruik 2 1 1 1 1 1 1 2 Lees de handleidingen en bekijk het instructiemateriaal voordat u de machine in gebruik neemt.
1. Verwijder de borgmoeren waarmee de stoelrails voor verzending zijn bevestigd aan de triplex onderplaat. Gooi de borgmoeren weg. 2. Sluit de kabelboom aan op de schakelaar van de stoel. 3. Bevestig de stoel, het stoelpaneel en de stoelrails aan de steunplaat met behulp van de borgmoeren (5/16 inch.) (Figuur 4) die meegeleverd zijn als losse onderdelen. Figuur 5 1. Vuldoppen 3. Giet voorzichtig accuzuur in elke cel totdat de vloeistof ongeveer 6 mm boven de platen staat (Figuur 6). Figuur 4 1.
6. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.
3. Sluit de zwarte aardingskabel aan op de min (-) pool van de accu. Zet deze vast met een sleutel en smeer vaseline op de accupool. Waarschuwing CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
Figuur 9 1. 2. 3. 4. Antiscalpeerrol Trekkoppeling Verlengstuk trekkoppeling Kogelverbindinghouder 5. Ringen (2) 6. Afstandsstuk 7. Nylon lagerbus (2) Figuur 10 1. Rol van draagframe 2. Zorg ervoor dat alle banden zijn opgepompt tot 8 - 12 psi. 6 2. Stopschroef van draagframe 7 Draagframerollen afstellen Optionele oliekoeler Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en breng de draagframes van de maaidekken omlaag.
8 Maaidekken monteren (uitsluitend voor modellen 04610 en 04611) Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Excentrieke hefhaak 2 Bouten, M10-1,5 1 Meetstaaf 1 Bout (#10 x 5/8 inch) 1 Contramoer (#10) 3 Maaidek 6 Ring 6 Halvekogeltap 3 Grasvanger Figuur 11 1. Steun (niet meegeleverd) 2. Moer van de stelschroef van de snijplaat (2) 1. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet de maaidekken monteren en afstellen volgens de instructies in de Gebruikershandleiding.
A. Verwijder de 2 bouten waarmee het contragewicht aan het linker uiteinde van het maaidek is gemonteerd. Verwijder het contragewicht (Figuur 13). Figuur 14 1. Motorophangplaat 2. Kunststofplug 3. Inbusschroef (2) D. Verwijder de snapring waarmee de aandrijfkoppeling in de buis van de messenkooi is bevestigd (Figuur 15). Verwijder de aandrijfkoppeling. Figuur 13 1. Contragewicht B. Verwijder de kunststofplug op het rechter uiteinde van het maaidek uit de lagerbehuizing (Figuur 14).
Bevestig de rol met behulp van de losse onderdelen die meegeleverd zijn met het maaidek en volg de montage-instructies die met de rol zijn meegeleverd. 5. Draai een halvekogeltap in de uiteinden van de voorrol van het maaidek (Figuur 16). 10. Bevestig de montageschroeven voor de aandrijfmotor van de messenkooi aan elk maaidek. Laat ongeveer 13 mm schroefdraad uitsteken op elke montageschroef (Figuur 18). Figuur 16 1. Halvekogeltap Figuur 18 1. Schroeven 6.
excentrieke hefhaak (Figuur 21), ga dan verder met de volgende stap. Figuur 21 1. Transportplaat 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat Figuur 19 1. Transportplaat 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 4. Kettingschakel 5. 22 mm 4. Excentrieke hefhaak 5. 25 mm 4. Draai de montageschroeven van de transportplaat los (Figuur 19, Figuur 20 en Figuur 21). 5. Breng de maaidekken omhoog in de transportstand.
10 12 Ballast achter plaatsen Handleidingen lezen en instructiemateriaal bekijken Benodigde onderdelen voor deze stap: 18 kg Benodigde onderdelen voor deze stap: Calciumchloride (apart kopen) 2 Gebruikershandleiding (tractie-eenheid) Procedure 1 Gebruikershandleiding van motor (motor) Deze machine voldoet aan de norm van ANSI B71.4-2004 als het achterwiel wordt verzwaard met 18 kg calciumchloride.
Algemeen overzicht van de machine Parkeerremhendel Trap het rempedaal in om het remsysteem in werking te stellen en door de aangegeven hendel in te drukken (Figuur 22) worden de remmen vergrendeld in de parkeerstand. U schakelt de parkeerrem uit door het rempedaal in te trappen. Maak er een gewoonte van de parkeerrem in werking te stellen als u de machine verlaat. Stel altijd de parkeerrem in werking voordat u de machine verlaat.
Schakelhendel Bedieningshendel van hefinrichting (voor opheffen/neerlaten van maaidekken) De schakelhendel (Figuur 24) heeft twee tractiestanden plus een neutraalstand. U kunt van maaien naar transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is. De machine zal geen schade oplopen. Als u de hendel (Figuur 24) tijdens het gebruik naar voren beweegt, laat u de maaidekken neer en start u de messenkooien.
Instelhendel bestuurdersstoel Specificaties Met deze hendel, die zich links van stoel bevindt (Figuur 26), kan de stoel 18 cm naar voren en naar achteren worden geschoven. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing vul dan olie bij om het olieniveau bij de vol-markering te brengen. NIET TE VOL VULLEN. Als het olieniveau zich tussen de twee markeringen bevindt, hoeft er geen olie te worden bijgevuld. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de markeringen voor het minimum- en het maximumpeil op de peilstok staat. De motor kan defect raken als er te veel of te weinig olie in het carter is.
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de brandstoftank tot maximaal 6 mm tot 13 mm vanaf de onderkant van de vulbuis.
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof opnemen. Figuur 30 1. Dop van brandstoftank • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de brandstoftank tot maximaal 2,5 cm vanaf de onderkant van de vulbuis. Deze geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten. 2.
Toro Premium All Season hydraulische vloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter. Raadpleeg de onderdelencatalogus of de Toro dealer voor de onderdeelnummers). Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken.
hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, onderdeelnr. 44-2500. Wij adviseren de rode kleurstof niet te gebruiken voor biologisch afbreekbare vloeistoffen. De vloeistof is verkrijgbaar in containers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. Opmerking: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen.
Water aftappen uit het brandstoffilter ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet over de volle lengte een licht contact tussen de messenkooi en de snijplaat zijn (zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding van het maaidek). Eventueel water moet voor gebruik worden afgetapt uit het brandstoffilter. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3.
Starten 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Uit om de motor uit te schakelen. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. Belangrijk: Het brandstofsysteem moet mogelijk worden ontlucht indien zich één van de volgende situaties heeft voorgedaan: • Eerste keer starten van een nieuwe motor. • De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
Veiligheidssysteem controleren 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor en zet de schakelhendel in de maai- of transportstand. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
Figuur 36 4. Om het toerental in te stellen, draait u aan de knop (Figuur 37) tot de wijzer de gewenste instelling aangeeft. Figuur 38 1. Markeringsstrook 2. Ongeveer 13 cm 3. Maai het gras aan de rechterkant 4. Blijf u richten op een punt op 1,8-3 m vóór de machine. Oefenperiode Voordat u met de machine gazons gaat maaien, is het raadzaam dat u zich op een vrij terrein oefent in het starten en stoppen, opheffen en neerlaten van de maaidekken, draaien, enz.
Belangrijk: U moet eraan wennen dat maaidek Nr. 1 een vertraging heeft, en daarom moet u zich oefenen de timing te verkrijgen die nodig is om het maaien van overgebleven gras tot het minimum te beperken. 5. U kunt de werktijd bekorten en de machine eenvoudig voor de volgende maaibaan opstellen door de machine een ogenblik in de tegenovergestelde richting te draaien en daarna in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z. als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets naar links en dan naar rechts.
Transport Zorg ervoor dat de maaidekken volledig zijn opgeheven. Zet de schakelhendel in de transportstand. Gebruik de remmen om de machine langzamer te laten rijden als u een steile helling afrijdt om te voorkomen dat u de macht over het stuur verliest. Verminder altijd uw snelheid als u oneffen terrein nadert en rij voorzichtig in sterk glooiend gebied. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de breedte van het voertuig.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 50 bedrijfsuren • Hydraulische filter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Smering De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen na elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeer de nippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoud motor dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter/waterafscheider Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Onderhoud van het filter 1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 46) onder de brandstoftank. Figuur 45 1. Gaskabel 2. Kabelklem 3. Toerenregelaar 4. Stelschroef stationair toerental 3. Beweeg de kabel totdat de toerenregelaar contact maakt met de stelschroef (Figuur 45). 4. Draai de kabelklemschroef aan en controleer het toerental van de motor.
Onderhoud elektrisch systeem 5. Maak de slangklemmen los en ontkoppel de brandstofslangen van de bovenzijde van het filter. 6. Draai de slotbout op de montageband van het filter los en verwijder de filterbus. U moet de bus op de juiste wijze afvoeren. Onderhoud van de accu 7. Plaats de nieuwe filterbus en draai de slotbout van de montageband vast. Waarschuwing 8. Monteer de brandstofleidingen en klemmen volgens de in- en uitgangsmarkeringen aan de bovenzijde van het filter.
Zekeringen De zekeringen van het elektrische systeem van de machine bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 48). Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
Onderhoud aandrijfsysteem De transmissie afstellen voor de neutraalstand Als de machine kruipt wanneer het tractiepedaal in de neutraalstand staat, moet de contraveer van de neutraalstand worden afgesteld. 1. Krik het frame omhoog en ondersteun met een blok, zodat een van de voorwielen vrijkomt van de vloer van de werkplaats. Figuur 49 1. Tractiekabel 2. Schutbord 3.
Onderhoud koelsysteem 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd. Het radiateurscherm reinigen Het scherm en de radiateur moeten schoon worden gehouden om te voorkomen dat de motor oververhit raakt. Controleer en reinig het scherm en de radiateur dagelijks of indien nodig elk uur. Reinig deze onderdelen vaker in stoffige, vuile omstandigheden. 1. Verwijder het radiateurscherm (Figuur 52). 2.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Remmen afstellen De riem afstellen Aan beide kanten van de machine bevindt zich een hendel om de rem af stellen zodat de remmen gelijkmatig kunnen worden afgesteld. De remmen worden als volgt afgesteld: Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Zorg ervoor dat de riem op de juiste spanning is zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. 1.
Wetten Onderhoud bedieningsysteem Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 55). Deze klep is in de fabriek afgesteld, maar moet echter wellicht worden bijgesteld in verband met verschillen in de temperaturen van de hydraulische vloeistof, maaisnelheden, enz.
Onderhoud hydraulisch systeem Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. Figuur 56 1. Wethendel 2. Toerenregelaar van messenkooien 6.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie Smering.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Hydraulisch schema (Rev.
Opmerkingen: 53
Opmerkingen: 54
Opmerkingen: 55
De TORO Algemene Garantiebepalingen voor Producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan aangesloten onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.