Operator's Manual
3.Plaatsdepeilstokterug.
4.Startdemotorenlaatdeze30secondenstationair
lopen.Zetdemotordaarnaaf.Wacht30secondenen
herhaalvervolgensstap2en3.
Belangrijk:Controleerhetoliepeilomde
8bedrijfsurenofdagelijks.Verversdeolieen
vervanghetlternadeeerste50bedrijfsuren,
daarnamoetuomde150bedrijfsurendeolie
verversenenhetolieltervervangen.Deoliemoet
echtervakerwordenvervangenalsdemachine
inzeerstofgeofvuileomstandighedenwordt
gebruikt.
5.Plaatsdevuldopendepeilstokweerstevigophun
plaats.
Brandstoftankvullen
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstofof
biodieselmeteenlaag<500ppm)ofultralaag(<15ppm)
zwavelgehalte.Hetcetaangetalmoetminimaal40zijn.Koop
brandstofinhoeveelhedendiebinnen180dagenkunnen
wordengebruiktzodatualtijdversebrandstofheeft.
Inhoudbrandstoftank:22,7liter
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bijtemperaturen
boven-7°Cenwinterdieselbrandstof(nr.1-Dofnr.
1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturenbeneden-7°C.Gebruik
vanwinterdieselbrandstofbijlagetemperaturenbiedteen
lagervlampunteneenlagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthet
startenenvermindertdekansdatdeltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturenboven
-7°Czalbijdragenaaneenlangerelevensduurvandepomp
danbijgebruikvanwinterdieselbrandstof.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijndieselbrandstof
enbrandstofdampenuiterstontvlambaaren
explosief.Brandofexplosievanbrandstofkan
brandwondenofmateriëleschadeveroorzaken.
•Gebruikeentrechteroftuit;brandstof
uitsluitendindeopenluchtbijeenafgezette
ofkoudemotorbijvullen.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftanktotmaximaal6mmtot13mm
vanafdeonderkantvandevulbuis.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.
•Rooknooitwanneerumetbrandstofbezigbent
enhouddebrandstofwegvanopenvlammen
ofvonken.
•Bewaarbrandstofineenschone,gesloten,
veiligeengoedgekeurdecontainer.
Geschiktvoorbiodiesel
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneendieselmengsel
totmaximaalB20(20%biodiesel,80%petrodiesel).Hetdeel
petrodieselmoeteenlaagofultralaagzwavelgehaltehebben.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
•Hetdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoenaande
specicatieASTMD6751ofEN14214.
•HetdieselmengselmoetvoldoenaanASTMD975of
EN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigddoor
biodiesel.
•GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmeteen
lagerpercentageinkoudwater
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,diein
contactmetbrandstofkomen,omdatzijindeloopder
tijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloopvan
tijdverstoptraakt,nadatubentovergestaptopeen
biodieselmengsel.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsuinformatie
overbiodieselwenst
28










