Operator's Manual

Figuur34
1.Brandstoflter2.Aftapplug
Bandenspanningcontroleren
Debandenwordenindefabriekt.b.v .deverzending
opzettelijktehardopgepompt.Laatdaaromwatluchtuitde
bandenontsnappentotdatdezedejuistespanninghebben,
voordatudemachineingebruikneemt.
Afhankelijkvandegazonomstandighedenmoetende
voorbandeneenspanningvanminimaal8psitotmaximaal12
psi(55tot83kPa)hebben.
Deachterbandmoeteenspanningvanminimaal8psitot
maximaal15psi(55tot103kPa)hebben.
Afstellingvancontacttussen
snijplaatenmessenkooi
controleren
Elkedagvoordatugaatmaaienmoetuhetcontacttussen
desnijplaatendemessenkooicontroleren,ongeachtofde
maaikwaliteitbijeeneerderemaaibeurtaanvaardbaarwas.
Ermoetoverdevollelengteeenlichtcontacttussende
messenkooiendesnijplaatzijn(zieContacttussensnijplaat
enmessenkooiafstellenindeGebruikershandleidingvanhet
maaidek).
Torsievanwielmoeren
controleren
WAARSCHUWING
Alsdewielmoerennietsteedsdejuistetorsie
hebben,kanditleidentotlichamelijkletsel.
Detorsievandewielmoerenmoet95-122Nm
bedragen.Haaldemoerenaanna1-4bedrijfsuren
ennogeensna10bedrijfsuren.Haaldewielmoeren
daarnaomde200bedrijfsurenaan.
Inrijperiode
Voorolieverversingsbeurtenenaanbevolen
onderhoudsprocedurestijdensdeinrijperiode,ziede
Gebruikershandleidingvandemotor,dieuhebtgekregen
bijdemachine.
Voordeinrijperiodeis8uurmaaiengenoeg.
Aangeziendeeerstebedrijfsurenvancruciaalbelangzijnvoor
debetrouwbaarheidvandemachineindetoekomst,moet
udewerkingendeprestatiesvandemachinescherpinhet
ooghoudenzodatkleinegebrekendielatergroteproblemen
kunnenveroorzaken,wordenopgemerktenverholpen.
Controleerdemachinetijdensdeinrijperiodeveelvuldigop
olielekken,lossebevestigingenofanderegebreken.
Omervoortezorgendathetremsysteemoptimaal
functioneert,moetuderemmengebruiksklaarmaken
(inrijden)voordatudemachinegaatgebruiken.Omde
remmengebruiksklaartemaken,moetudemachineop
maaisnelheidlatenrijdenenstevigremmentotdatderemmen
heetzijn.,zoalsblijktuithungeur.Nadeinrijprocedure
zullenderemmenmisschienmoetenwordenafgesteld;zie
Remmenafstellen.
Demachinestartenenstoppen
Opmerking:Controleerdegebiedenonderdemaaidekken
omerzekervantezijndatdezeschoonzijn.
Starten
Belangrijk:Hetbrandstofsysteemmoetmogelijk
wordenontluchtindienzichéénvandevolgende
situatiesheeftvoorgedaan:
Eerstekeerstartenvaneennieuwemotor.
Demotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
Erisonderhouduitgevoerdaancomponentenvanhet
brandstofsysteem,bijvoorbeelderiseennieuwlter
gemonteerd,etc.
ZieBrandstofsysteemontluchten.
Belangrijk:Gebruikgeenetherofanderesoorten
startvloeistof.
1.Zorgervoordatdeparkeerreminwerkingisgesteld,de
maai-/hefhendelisuitgeschakeldendeschakelhendel
zichindeneutraalstandbevindt.
2.Haaluwvoetvanhettractiepedaalenleteropdathet
pedaalindeneutraalstandstaat.
3.ZetdegashendelopLangzaam.
4.Steekhetsleuteltjeinhetcontactslotendraaihet
sleuteltjenaardestandAan.Houdhetsleuteltje
indestandAantotdathetindicatielampjevande
gloeibougiesuitgaat(ongeveerna6seconden).
32