Operator's Manual

16
Montage van de voorste rollers
1. Monteer een anti-scalpeerroller en een trekkoppeling op
het uiteinde van elk draagframe met een rolleras,
afstandsstuk, ringen en borgmoer (Fig. 9). Zorg dat de
onderdelen zijn gerangschikt in de volgorde zoals
hieronder wordt weergegeven en dat de nylon
lagerbussen zich in de trekkoppeling bevinden.
5
7
2
5
3
4
1
6
7
Figuur 9
1. Antiscalpeerroller
2. Trekkoppeling
3. Verlengstuk van
trekkoppeling
4. Kogelgewrichthouder
5. Ring (2)
6. Afstandsstuk
7. Nylon lagerbus (2)
2. Controleer of alle banden op een spanning van
55–83 kPa (8–12 psi) zijn gebracht.
Rollers van het draagframe
afstellen
1. Plaats de tractie-eenheid op een horizontaal vlak en laat
de draagframes van het maaidek neer op de grond.
2. Controleer of de afstand tussen de rollers van de
draagframes en de grond 13 mm bedraagt.
3. Indien afstelling nodig is, moet u de contramoer op de
borgschroef van het draagframe losdraaien (Fig. 10) en
de schroef naar boven of naar beneden draaien om het
draagframe hoger of lager te zetten. Draai de
contramoer vast als u de correcte afstand hebt
verkregen.
1
2
Figuur 10
Rechter voorkant getoond
1. Roller van draagframe 2. Borgschroef van
draagframe
Opmerking: Als u de machine gebruikt in een heet klimaat,
waar de omgevingstemperatuur tussen 20_C en 49_C ligt, of
in zware omstandigheden moet maaien- (op andere terreinen
dan greens, zoals fairways of verticuteerwerk), moet u een
hydraulische vloeistofkoeler, onderdeelnr. 104–7701, op de
tractie-eenheid monteren.