Operator's Manual

37
Motorolie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Ververs de olie en vervang het filter.
Voor de eerste keer na 50 bedrijfsuren
Om de 150 bedrijfsuren
Opmerking: Ververs de olie vaker als het voertuig in zeer
stoffige of zanderige omstandigheden wordt gebruikt.
Olie verversen en filter vervangen
1. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een opvangbak
lopen. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst
u de aftapplug terug.
2. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone
olie op de pakking van het filter.
3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te vast
draaien.
4. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren, blz. 21.
5. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren.
Brandstoffilter/waterafscheider
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het filterelement om de 800 bedrijfsuren.
Onderhoud van het filter
1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd (Fig. 48).
2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter.
3. Sluit de brandstofafsluitklep (Fig. 47) onder de
brandstoftank.
1
Figuur 47
1. Brandstofafsluitklep
4. Open de aftapplug op de filterbus en de
ontluchtingsklep (Fig. 48).
5. Maak de slangklemmen los en ontkoppel de
brandstofleidingen van de bovenkant van het filter.
6. Draai de rijtuigschroef op de filtermontageband los en
verwijder de filterbus. U moet de filterbus op de juiste
wijze verwijderen.
7. Installeer de nieuwe filterbus en draai de rijtuigschroef
van de montageband aan.
8. Installeer de brandstofleidingen en klemmen volgens de
markeringen voor invoer- en uitvoer bovenop het filter.
9. Zorg dat de aftapplug van het filter gesloten is. Open de
brandstofafsluitklep en vervolgens de ontluchtingsklep
op het filter.
10. Start de motor en controleer op olielekkages.
1
2
4
3
Figuur 48
1. Brandstoffilter/waterafsch
eider
2. Montageband filter
3. Aftapplug filter
4. Ontluchtingsklep