Operator's Manual
38
De gashendel afstellen
Een goed werkende gasklep is afhankelijk van een correcte
afstelling van de gashendel. Controleer of de gashendel
goed werkt.
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 49).
1
2
3
3
Figuur 49
1. Gaskabel
2. Kabelklem
3. Rijsnelheidshendel
4. Regelschroef voor
stationair toerental
2. Draai de kabelklemschroef los waarmee de kabel is
bevestigd aan de motor (Fig. 49).
3. Beweeg de kabel totdat de rijsnelheidshendel contact
maakt met de schroef voor de afstelling van het
stationair toerental (Fig. 49).
4. Draai de kabelklemschroef aan en controleer het
toerental van de motor.
Stationair toerental afstellen
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 49).
2. Draai de borgmoer op de schroef voor de afstelling van
het stationair toerental los (Fig. 49).
3. Draai aan de schroef totdat het toerental 1500 tpm
bedraagt.
4. Zet de borgmoer vast.
Hydraulische vloeistof
Onderhoudsinterval/Specificatie
Ververs de hydraulische vloeistof om de 800 bedrijfsuren.
Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact
opnemen met uw plaatselijke TORO-dealer omdat het
systeem dient te worden schoongespoeld. Verontreinigde
hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone
vloeistof melkachtig of zwart uit.
Hydraulisch filter vervangen:
• Na de eerste 50 bedrijfsuren
• Om de 800 bedrijfsuren
Hydraulische vloeistof verversen en filter
vervangen
1. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt
gemonteerd (Fig. 50). Plaats een opvangbak onder het
filter en verwijder het filter.
Opmerking: Als de vloeistof niet wordt afgetapt, moet u
de hydraulische leiding die naar het filter loopt, losmaken
en afsluiten.
1
Figuur 50
1. Hydraulische filter
2. Vul het nieuwe filter met een geschikte hydraulische
vloeistof, smeer vet op de afdichtingspakking en draai
het filter met de hand vast totdat de pakking in contact
komt met de filterkop. Draai het filter vervolgens nog
eens 3/4 slag. Het filter moet nu afgesloten zijn.
3. Vul het reservoir met ongeveer 21 liter hydraulische
vloeistof; zie Onderhoud van het hydraulische systeem,
blz. 23.
4. Start de motor en laat deze 3 tot 5 minuten stationair
lopen om de vloeistof te laten circuleren en het systeem
te ontluchten. Zet de motor af en controleer nogmaals
het vloeistofpeil.
5. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren.










