Form No. 3422-525 Rev A Greensmaster® 3250-D tractie-eenheid met tweewielaandrijving Modelnr.: 04384—Serienr.: 401380001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. andere begroeiing langs de snelweg, of voor gebruik in de landbouw.
De motor afzetten ............................................. 27 Veiligheidssysteem controleren ........................ 27 Met de machine rijden zonder te maaien ........... 28 De green maaien .............................................. 28 Na gebruik ........................................................... 30 Veiligheid na het werk ....................................... 30 Inspecteren en reinigen na het maaien.............. 30 De machine transporteren ................................
Veiligheid Toerental van de messenkooien instellen......................................................... 49 De messenkooien wetten ................................. 50 Stalling .................................................................... 51 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met EN ISO 5395:2013 en de B71.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal121-9500 121–9500 decal93-6689 decal93-8068 93-6689 93-8068 1. Waarschuwing – Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren. 1. Lees de Gebruikershandleiding voor instructies voor de vergrendeling en ontgrendeling van de stuurarm. decal93-6686 93-6686 1.
decal127-6114 127-6114 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Motor – Voorgloeien 2. Motor – Afzetten 4. Motor – Starten decal127-6115 127-6115 1. Messenkooien neerlaten en 5. Enkelvoudig licht inschakelen 2. Breng de maaidekken 6. Uit omhoog 9. Langzaam, messenkooi voorwaarts 10. Neutraal, messenkooi achterwaarts 3. Druk op de knop 7. Dubbel licht 11. Voorwaartse beweging 4. Temperatuur motorkoelvloeistof 8. Snel, messenkooi stationair 12. SNEL 13. Graduele verandering van snelheid 14.
decal106-5976 106-5976 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. decal136-8506 136-8506 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; zorg dat u instructie hebt ontvangen alvorens de machine te bedienen. 2. Waarschuwing – U moet gehoorbescherming dragen. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken decal136-8505 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 136-8505 Vervangt sticker 136-8506 voor CE-conforme machines Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stoel Moer (5/16") 1 4 Bestuurdersstoel aan de basis monteren. Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. 3 Rolbeugel Bout (⅝" x 4½") Borgmoer (⅝") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 4 Geen onderdelen vereist – De bandenspanning verlagen.
Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Gebruikershandleiding van de motor 1 Gebruiken om motorgegevens op te zoeken. Conformiteitsverklaring Geluidscertificaat 1 1 Voor CE-conformiteit Contactsleuteltjes 2 De motor starten. Opmerking: Het montagemateriaal voor de maaidekken van de Greensmaster 3250-D zijn meegeleverd met de maaidekken.
2 De accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist Procedure g005080 Figuur 4 Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. 3. WAARSCHUWING Giet voorzichtig accuzuur in elke cel totdat de vloeistof ongeveer 6 mm boven de platen staat (Figuur 5). Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
Belangrijk: Als u de accu minder lang dan hierboven vermeld oplaadt, kan dat de levensduur van de accu verkorten. 6. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. Opmerking: Nadat de accu in gebruik is genomen, mag u deze indien nodig uitsluitend bijvullen met gedistilleerd water, hoewel dit in normale gebruiksomstandigheden bij onderhoudsvrije accu's niet nodig is.
spanning hebben, voordat u de machine in gebruik neemt. Zie De bandenspanning controleren (bladz. 41). 5 De voorste draagframes monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Draagframe 2 Afstandsstuk 2 Bout (½" x 3¼") 2 Borgmoer (½") Procedure 1. g019975 Monteer op elke gaffel een draagframe; gebruik hierbij een afstandsstuk, bout (½" x 3¼") en borgmoer (½"); zie Figuur 8. Vastdraaien met een torsie van 91 tot 113 Nm. Figuur 7 1. Rolbeugel 3. Borgmoer (5/8 inch) 2. Bout (5/8 x 4-1/2") 2.
6 7 Draagframerollen afstellen Monteren van de oliekoeler Geen onderdelen vereist Optioneel Procedure Geen onderdelen vereist 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en breng de draagframes van de maaidekken omlaag. 2. Controleer of er 13 mm ruimte is tussen de draagframerollen en de grond. 3. Zorg ervoor dat de draagframerollen parallel zijn met de grond.
1. Haal de maai-eenheden uit de dozen. U moet de maaidekken monteren en afstellen volgens de instructies in de Gebruikershandleiding. 2. Schuif het maaidek onder het trekframe terwijl u de hefhaak vastzet aan de hefarm. 3. Schuif de mof van de kogelverbindinghouder terug en haak de houder op de halvekogeltap van het maaidek (Figuur 10). g008420 Figuur 11 1. Montagebouten 2. Aandrijfmotor 8.
g008423 Figuur 13 g005115 Figuur 12 1. Markeringsstrook 2. Ongeveer 12,7 cm 3. Maai het gras aan de rechterkant 4. Blijf u richten op een punt op 1,8 tot 3 m vóór de machine. 1. Transportplaat 4. Schuine hefverbinding 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5. 25 mm 3.
11 Ballast achter plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 18 kg Achtergewichtset (onderdeelnr. 100-6442 of onderdeelnr. 99-1645; afzonderlijk aankopen) Calciumchloride (apart kopen) Procedure g008422 Deze eenheid is conform de normen EN ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het American National Standards Institute indien de eenheid is uitgerust met een van de volgende: Figuur 15 1. Transportplaat 4. Rechte haak 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5.
13 De EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (onderdeelnummer 136-8505) 1 Sticker CE-markering Procedure g234996 Figuur 17 Als u deze machine gebruikt in een land waar de CE-normen van toepassing zijn, neem dan de volgende stappen na het monteren van de gewichtenset en het scherm op de machine: 1. CE-sticker met productiejaar 3. Plaatje met serienummer 2.
Algemeen overzicht van de machine Parkeerremklepje Om de parkeerrem in te schakelen, trapt u het rempedaal in en drukt u vervolgens het parkeerremklepje in (Figuur 18) om de remmen in werking te stellen. U schakelt het klepje uit door het rempedaal in te trappen. Stel de parkeerrem in werking voordat u de machine verlaat. Bedieningsorganen Tractiepedaal Gashendel Het tractiepedaal (Figuur 18) heeft 3 functies: de machine vooruit en achteruit laten rijden en tot stilstand brengen.
Bedieningshendel van hefinrichting (voor omhoog/omlaag brengen van maaidekken) transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is; hierdoor wordt de machine niet beschadigd. • ACHTERSTE stand – neutraalstand; gebruiken tijdens het wetten van de messenkooien Als u de hendel (Figuur 20) tijdens het maaien naar voren beweegt, laat u de maai-eenheden neer en start u de messenkooien.
Instelhendel bestuurdersstoel Specificaties De instelhendel van de bestuurdersstoel bevindt zich links van stoel (Figuur 22) en stelt u in staat om deze 18 cm naar voren en naar achteren te schuiven. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 150 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met manden) 238 cm Totale breedte 173 cm Totale hoogte 197 cm Toerentalinstellingen van de motor Hoog stationair: 2.
Gebruiksaanwijzing • Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Voor gebruik Brandstof Inhoud brandstoftank: 26,6 liter Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk Aanbevolen brandstof: loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2) Algemene veiligheid Ethanol: benzine met maximaal 10 vol.% ethanol of 15 vol.% MTBE (methyl tertiaire butylether) is geschikt. Ethanol en MTBE zijn verschillende stoffen.
Dagelijks onderhoud uitvoeren lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Als u bij temperaturen boven Ga elke dag als volgt te werk voordat u de machine start: -7 °C zomerbrandstof gebruikt, zal de pomp langer meegaan en meer vermogen leveren dan bij gebruik van winterbrandstof.
• Draag altijd uw veiligheidsgordel als uw machine • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de • • • • • • • • • • • • • maai-eenheden. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening. Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken.
tot het indicatielampje van de gloeibougies uitschakelt (ongeveer 6 seconden). als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Zorg voor een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone. – Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. – Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen. Als u de maai-eenheden omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden.
6. Controleer op vloeistoflekken en draai de hydraulische fittings vast als u lekken vindt. • Het tractiepedaal staat in de NEUTRAALSTAND . • De schakelhendel staat in de NEUTRAALSTAND . Opmerking: Als de machine nieuw is en de Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend in beweging komt wanneer: • De parkeerrem is uitgeschakeld. • U op de bestuurdersstoel zit. • De schakelhendel op MAAIEN ofTRANSPORT staat.
3. De green maaien Zet de parkeerrem vrij, zet de schakelhendel op MAAIEN en beweeg omhoog uit de stoel. Belangrijk: Als uw machine uitgerust is met een De motor moet afslaan; dit betekent dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
vorige maaibaan blijft, moet u uitgaan van een denkbeeldige zichtlijn, ongeveer 1,8 tot 3 m vóór de machine tot de rand van het ongemaaide deel van de green (Figuur 26). Laat de buitenrand van het stuurwiel deel uitmaken van de zichtlijn; d.w.z. houd de rand van het stuurwiel in een rechte lijn ten opzichte van een punt dat altijd op dezelfde afstand van de voorkant van de machine blijft. 5.
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de bestuurder de controle over de machine verliest. maai-eenheden van het gazon af zijn, laat u de maai-eenheden omhoog komen. Opmerking: Zo worden graskluiten op de green tot een minimum beperkt. • Laat kinderen of andere personen nooit 3. Plaats de vlag terug. • Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om 4. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de machine naar een volgende green rijdt. plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen.
g016421 Figuur 27 Onderaanzicht 1. Omloopklep 2. Voordat u de motor start, moet u het omloopventiel sluiten door het 2 volledige slagen rechtsom te draaien (Figuur 27). Belangrijk: U mag de motor niet starten als het ventiel open is.
Onderhoud WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • De hydraulische vloeistof verversen en het filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Oliepeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt smeren.) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen na elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeer de nippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoud motor 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. Veiligheid van de motor 3. Veeg overtollig vet af. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil 4. Smeer vet op de sleufas van de motor van de messenkooi en de hefarm als het maaidek wordt verwijderd voor een onderhoudsbeurt. 5.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als u het voorfilter verwijdert. controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert.
g016419 Figuur 34 1. Dop van vulbuis g016422 Figuur 35 2. Peilstok 1. Aftapplug 2. Oliefilter 3. Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in schuift. 2. 4. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag.
Onderhoud brandstofsysteem Water aftappen uit het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer één slag en tap eventueel water af (Figuur 36). g008434 Figuur 37 1. Brandstofafsluitklep 2. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd. 3.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Veiligheid van het elektrisch systeem Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
4. Onderhoud aandrijfsysteem Spoel de bovenkant van de accu na het reinigen af met water. Belangrijk: Verwijder nooit de vuldoppen als u de accu reinigt. De bandenspanning controleren WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
A. Transportsnelheid afstellen Draai beide contramoeren los waarmee de tractiekabel is bevestigd aan het schutbord op de hydrostaat (Figuur 40). Zorg ervoor dat de contramoeren gelijkmatig en voldoende zijn losgedraaid om afstelling mogelijk te maken.
3. Onderhoud koelsysteem Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te zetten. Veiligheid van het koelsysteem Maaisnelheid afstellen De machine is afgesteld in de fabriek, maar de snelheid kan desgewenst worden gewijzigd. 1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 42). 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd.
g008427 Figuur 44 1. Reservetank g008426 Figuur 43 1. Radiateurscherm 3. 3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u de dop van de reservetank en vult u het koelsysteem bij met een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Niet te vol vullen. 4. Plaats de dop van de reservetank terug. 2. Radiateur Reinig het radiateurscherm en monteer het. Koelvloeistofpeil controleren De inhoud van het systeem is ongeveer 3,2 liter.
Onderhouden remmen nodig moet u nogmaals afstellen totdat het rempedaal de correcte vrije slag heeft. E. De remmen polijsten Rijd met de machine op maaisnelheid en rem stevig totdat de remmen heet zijn; dit zult u ruiken. Mogelijk moet u de remmen bijstellen na de inloopperiode, zie Remmen afstellen (bladz. 45). Belangrijk: Polijst de remmen elk jaar; zie het hoofdstuk De remmen polijsten (bladz. 45).
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud riemen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 47). Deze klep is in de fabriek zo afgesteld dat deze na ongeveer 3 slagen opengaat. U moet de klep echter wellicht bijstellen in verband met verschillen in de temperaturen van de hydraulische vloeistof, maaisnelheden, enz.
Onderhoud hydraulisch systeem gebruiken mits deze voldoen aan alle onderstaande materiaaleigenschappen en industriespecificaties. Het gebruik van synthetische vloeistof wordt afgeraden. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product Veiligheid van het hydraulische systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen.
Inhoud hydraulische vloeistof: 25,7 liter Gebruik in plaats daarvan een kleurstof voor voedingsmiddelen. Als de vloeistof verontreinigd raakt, laat dan uw erkende Toro distributeur het systeem spoelen. Verontreinigde vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren 1. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Zorg ervoor dat de machine afgekoeld is zodat de vloeistof koud is. 2.
Onderhoud van maaidek uw maai-eenheden met 5, 8, 11 of 14 messen (Figuur 50). Veiligheid van de messen Raadpleeg en voltooi de procedure in Veiligheid bij onderhoud (bladz. 32). Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen.
g229849 g229847 Figuur 53 3. Stel het contact tussen de messenkooi en ondermes voorlopig zo af, dat u alle te wetten maai-eenheden kunt wetten; zie de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid. 4. Zet de wethendel in de stand 'R' (Figuur 54). g229880 Figuur 52 1. Knop (toerentalregeling van messenkooien) 3. Indicatorpijl 2. Handgreep (wethendel) Opmerking: U kunt het toerental van de messenkooien verhogen of verlagen om te compenseren voor de veranderingen in de gazonomstandigheden.
6. Start de motor en laat deze op een laag stationair toerental lopen. Stalling Belangrijk: Verander het toerental van de Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: motor tijdens het wetten niet; anders kunnen de messenkooien tot stilstand komen. Wet de messenkooien uitsluitend als de motor stationair loopt. 7. 1. Breng de wetpasta aan met een borstel met lange steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.