Form No. 3401-700 Rev B Greensmaster® 3250-D tractie-eenheid met tweewielaandrijving Modelnr.: 04384—Serienr.: 316000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inhoud Motorolie verversen en filter vervangen ............ 41 Onderhoud brandstofsysteem ............................. 42 Onderhoud van het brandstoffilter..................... 42 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.................................................... 43 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 43 Onderhoud van de accu.................................... 43 Opslag van de accu .......................................... 44 De zekeringen vinden ...................
Veiligheid instructie van de gebruikers. Bij een dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: Deze machine is ontworpen in overeenstemming met EN ISO 5395:2013 en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), indien een gewicht van 18 kg is toegevoegd aan het achterwiel en de gewichtenset is gemonteerd op het achterste zwenkwiel. Met het oog op conformiteit met de norm EN ISO 5395:2013 is een bijkomende schermset vereist.
• Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden • • • • • • • • • op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid. Om te voorkomen dat de machine kantelt: – niet plotseling stoppen of gaan rijden bij het op- en afrijden van hellingen. – houd de snelheid laag bij het rijden op hellingen en in scherpe bochten; – let op bulten en kuilen en andere verborgen gevaren; – maai nooit dwars over een helling, tenzij de maaimachine speciaal daarvoor is bedoeld.
• Houd de motor, geluiddemper/knalpot, • Een beschadigde rolbeugel dient vervangen te worden. Niet herstellen of wijzigen. Verwijder de rolbeugel niet. Eventuele veranderingen aan een rolbeugel moeten worden goedgekeurd door de fabrikant. • Veilige behandeling van brandstof • • • • Om letsel en schade te voorkomen dient u • • • • • • • • • • • • • bijzonder voorzichtig te zijn bij de omgang met benzine. Benzine is uiterst brandbaar en de dampen ervan zijn explosief.
De machine transporteren • Let goed op als u de machine gebruikt. Om te voorkomen dat u de controle over de machine verliest, moet u de volgende instructies naleven: • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt. – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten. • Gebruik oprijplaten over de volledige breedte om de machine op een aanhangwagen of in een vrachtwagen te laden.
• Voordat u de stoel verlaat, moet u de kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. schakelhendel in de neutraalstand (N) zetten, de maaidekken omhoog brengen en wachten totdat de messenkooien niet meer ronddraaien. Stel de parkeerrem in werking.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal121-9500 121–9500 decal93-8068 decal93-6681 93-8068 93-6681 1. Lees de Gebruikershandleiding voor instructies voor de vergrendeling en ontgrendeling van de stuurarm. 1.
decal127-6114 127-6114 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Motor – Voorgloeien 2. Motor – Afzetten 4. Motor – Starten decal127-6115 127-6115 1. Messenkooien neerlaten en 5. Enkelvoudig licht inschakelen 6. Uit 2. Messenkooien opheffen 9. Langzaam, messenkooi voorwaarts 10. Neutraal, messenkooi achterwaarts 11. Voorwaartse beweging 3. Druk op de knop 7. Dubbel licht 4. Temperatuur motorkoelvloeistof 8. Snel, messenkooi stationair 12. Snel 13. Graduele verandering van snelheid 14.
decal106-5976 106-5976 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. decal133-2338 133-2338 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor opgeleid bent. 4. Machine kan kantelen – Verminder dus uw snelheid voordat u een bocht neemt, maak geen bocht bij een hoge snelheid. 5. De machine kan 2.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. decal133-2339 133-2339 Vervangt sticker 133-2338 voor EU-conforme machines 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor opgeleid bent. 4.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stoel Moer (5/16") 1 4 Bestuurdersstoel aan de basis monteren. Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. Geen onderdelen vereist – Accu plaatsen. 4 Rolbeugel Bout (⅝" x 4½") Borgmoer (⅝") 1 4 4 De rolbeugel plaatsen. 5 Geen onderdelen vereist – Bandenspanning controleren.
Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Gebruikershandleiding (tractie-eenheid) Gebruikershandleiding van motor (motor) 1 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Onderdelencatalogus 1 Bewaren om later onderdelen te kunnen bestellen. Instructiemateriaal voor gebruiker 1 Lezen voordat u de machine gebruikt. Controlelijst voor levering Geluidscertificaat Certificaat van Integriteit en Naleving 1 1 1 Bewaren om later te kunnen raadplegen.
1. Zet de bout van de accuhouder los, verwijder de houder van de accu en til de accu op. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Belangrijk: Giet geen accuzuur in de accu als deze in de machine zit. Er zou dan accuzuur op machine kunnen komen, waardoor corrosie kan ontstaan. 2. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Maak de bovenkant van de accu schoon en verwijder de vuldoppen (Figuur 4).
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten de voorbanden een spanning van minimaal 0,55 bar tot maximaal 0,83 bar hebben. De achterband moet een spanning van minimaal 8 psi tot maximaal 15 psi (55 tot 103 kPa) hebben. 6 De voorste draagframes monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Draagframe 2 Afstandsstuk 2 Bout (½" x 3¼") 2 Borgmoer (½") Procedure 1. g019975 Figuur 7 1. Rolbeugel 3.
2. Smeer de lagerbussen van elk draagframe met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. 8 7 De oliekoeler monteren (optioneel) Draagframerollen afstellen Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en breng de draagframes van de maaidekken omlaag. 2. Controleer of er 13 mm ruimte is tussen de draagframerollen en de grond. 3.
1. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet de maaidekken monteren en afstellen volgens de instructies in de Gebruikershandleiding. 2. Schuif het maaidek onder het trekframe terwijl u de hefhaak vastzet aan de hefarm. 3. Schuif de mof van de kogelverbindinghouder terug en haak de houder op de halvekogeltap van het maaidek (Figuur 10). g008420 Figuur 11 1. Montagebouten 2. Aandrijfmotor 8.
g008423 g008422 Figuur 12 Figuur 14 1. Transportplaat 4. Excentrieke hefhaak 1. Transportplaat 4. Rechte haak 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5. 25 mm 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5. 22 mm 3. Controleer bij maaidekken die zijn uitgerust met een kettingschakel of een rechte hefhaak (Figuur 13 en Figuur 14, inzet) of de afstand vanaf de bovenzijde van de stelschroef op het draagframe tot de achterzijde van het draagframe 22 mm bedraagt.
11 13 Ballast achter plaatsen De set met CE-scherm monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 18 kg 1 Achtergewichtset (onderdeelnummer 100-6442) – apart verkrijgbaar) Benodigde onderdelen voor deze stap: Set met CE-scherm (onderdeelnummer 04441; afzonderlijk verkrijgbaar) Calciumchloride (apart kopen) Achtergewichtset (onderdeelnummer 99-1645) – apart verkrijgbaar) Procedure Procedure Deze machine voldoet aan EN ISO 5395:2013 als ze is uitgerust met een set met CE-scherm.
Algemeen overzicht van de machine Parkeerremhendel Trap het rempedaal in om het remsysteem in werking te stellen en door de aangegeven hendel in te drukken (Figuur 15) worden de remmen vergrendeld in de parkeerstand. U schakelt de parkeerrem uit door het rempedaal in te trappen. Stel altijd de parkeerrem in werking wanneer u de machine verlaat.
transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is. De machine zal geen schade oplopen. • Achterste stand – neutraalstand en wetten • Middelste stand – maaien • Voorste stand – transport de messenkooien. Om de messenkooien tot stilstand te brengen en de maaidekken omhoog te brengen, moet u de hendel naar achteren trekken.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 150 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met manden) 238 cm Totale breedte 173 cm Totale hoogte 197 cm Toerentalinstellingen van de motor Hoog stationair: 2.710 ± 50 tpm Laag stationair: 1.
Gebruiksaanwijzing schuift. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop losmaken van het klepdeksel en langzaam voldoende olie bijvullen totdat het peil de vol-markering op de peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil. Niet te vol vullen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken. Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen boven -7 °C draagt bij tot een langere levensduur van de pomp dan gebruik van winterdieselbrandstof. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof opnemen. g005112 Figuur 23 1. Dop van brandstoftank • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de brandstoftank tot 25 mm vanaf de onderkant van de vulbuis. Deze geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
vloeistof voordat u de motor voor het eerst start, en vervolgens dagelijks. Aanbevolen wordt het reservoir bij te vullen met de volgende hydraulische vloeistof: VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor loopt. • Gebruik een doek als u de radiateurdop verwijdert en draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen. 1.
van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. reinigen voordat u deze doorprikt. Zorg ervoor dat de tuit en de trechter schoon zijn. 4. Belangrijk: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje is voldoende voor 15 tot 22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, onderdeelnr.
Torsie van wielmoeren controleren De machine starten en stoppen Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur Opmerking: Controleer de gebieden onder de maaidekken om er zeker van te zijn dat deze schoon zijn. WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. De machine starten Belangrijk: Het brandstofsysteem moet mogelijk worden ontlucht indien zich één van de volgende situaties heeft voorgedaan: • Eerste keer starten van een nieuwe motor.
tot stilstand zijn gekomen. Controleer op olielekken, loszittende onderdelen en andere zichtbare gebreken. 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, zet het tractiepedaal in de NEUTRAALSTAND , zet de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking. Probeer het tractiepedaal in te trappen. Als u het pedaal niet kunt intrappen, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. 2.
De machine gebruiksklaar maken U stelt de toerentalregeling van de messenkooien als volgt in: 1. Selecteer de maaihoogte waarop de maai-eenheden zijn ingesteld. 2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor de maaiomstandigheden. 3. Met behulp van de bijbehorende grafiek (zie Figuur 28) voor maaidekken met 5, 8, 11 of 14 messen kunt u de juiste instelling voor de toerentalregeling van de messenkooien bepalen.
gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de messen van de messenkooi en het ondermes kunnen komen. Maaien 1. Rijd naar de green met de schakelhendel in de middelste stand. Begin aan een kant van de green zodat u kunt maaien in banen. Dit beperkt de compactie tot een minimum en zorgt voor een verzorgd en aantrekkelijk maaipatroon op de greens. 2. Trap het maaipedaal in als de voorste rand van de grasmanden over de buitenrand van de green komt.
6. aanhangwagen of de vrachtwagen met banden, kettingen, kabels of touwen. Maak het werk af door de buitenste rand van de green te maaien. Zorg ervoor dat u in een andere richting maait dan de voorgaande keer. Let altijd op het weer en de greenomstandigheden en zorg ervoor dat u in een andere richting maait dan de voorgaande keer. Plaats de vlag terug. De machine laden Wees extra voorzichtig als u de machine op een aanhangwagen of een vrachtwagen laadt.
WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine achteroverkantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Controleer of de rolbeugel omhoog staat en gebruik de veiligheidsgordel terwijl de machine wordt geladen. Zorg ervoor dat de rolbeugel het dak van een gesloten aanhanger niet raakt.
1. Ga naar de omloopklep op de pomp en draai deze zodat de sleuf verticaal staat (Figuur 33). g016421 Figuur 33 1. Omloopklep – sleuf getoond in gesloten (horizontale) positie 2. Voordat u de motor start, moet u de omloopklep sluiten door deze zo te draaien dat de sleuf horizontaal staat (Figuur 33). Belangrijk: U mag de motor niet starten als het ventiel open is.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren.
Smering De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen na elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeer de nippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoud motor Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter.
2. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te vast draaien. 4. Het carter met olie vullen, zie Motoroliepeil controleren. (bladz. 26). 5. U moet de gebruikte vloeistof en het filter op de juiste wijze afvoeren.
6. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 7. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking contact maakt en draai deze vervolgens nog een halve slag verder. 8. Draai de aftapplug onderaan de brandstoffilterbus vast en open de brandstofafsluitklep. 9. Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu WAARSCHUWING Gooi de brandstof en het filter weg volgens de lokale voorschriften.
WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. g008454 Figuur 42 1.
Onderhoud aandrijfsysteem De transmissie afstellen voor de neutraalstand Als de machine langzaam vooruit kruipt met het tractiepedaal in NEUTRAAL moet u het mechanisme voor de neutraalstand bijstellen. 1. Krik het frame omhoog en ondersteun met een blok, zodat 1 van de voorwielen vrijkomt van de grond. 2. 3. D. Draai aan de excentriek totdat de machine niet meer naar voren of naar achteren kruipt.
Maaisnelheid afstellen Onderhoud koelsysteem De maaisnelheid van de machine is afgesteld in de fabriek maar kan desgewenst worden gewijzigd. 1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 45). 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd. Het radiateurscherm reinigen Het scherm en de radiateur moeten schoon worden gehouden om te voorkomen dat de motor oververhit raakt.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Remmen afstellen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Onderhoudsinterval: Jaarlijks Aan beide kanten van de machine bevindt zich een hendel om de remmen af te stellen. De remmen worden als volgt afgesteld: 1. Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Laat de machine vooruitrijden op transportsnelheid en trap het rempedaal in; beide wielen moeten in gelijke mate worden geblokkeerd.
De messenkooien wetten Onderhoud bedieningsysteem WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen • Houd uw vingers, handen en kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen. Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 49).
6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien op instelling 1 (Figuur 50). 7. Zet de schakelhendel op NEUTRAAL en zet dan de maai-/hefhendel naar voren om het wetten van de gekozen messenkooien te beginnen. 8. Breng de wetpasta aan met een borstel met een lange steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel. 9. Als de messenkooien blijven vastzitten of instabiel worden tijdens het wetten, moet u het toerental van de messenkooien verhogen totdat de snelheid stabiliseert.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: WAARSCHUWING 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. Indien nodig: slijp de kooien en snijplaten, zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie Smering (bladz. 40). 2.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.