Form No. 3427-116 Rev B Greensmaster® 3250-D tractie-eenheid met tweewielaandrijving Modelnr.: 04384—Serienr.: 403410001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
De machine transporteren ................................ 29 Onderhoud .............................................................. 31 Veiligheid bij onderhoud.................................... 31 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 32 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 33 Smering ............................................................... 34 De machine smeren.......................................... 34 Onderhoud motor ...........................................
Veiligheid • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen als u de instellingsprocedures voltooit. • Laat geen kinderen, omstanders of huisdieren het werkgebied betreden. Laat kinderen nooit de machine bedienen.
decal127-6114 127-6114 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Motor – Voorgloeien 2. Motor – Afzetten 4. Motor – Starten decal127-6115 127-6115 1. Messenkooien neerlaten en 5. Enkelvoudig licht inschakelen 2. Breng de maaidekken 6. Uit omhoog 9. Langzaam, messenkooi voorwaarts 10. Neutraal, messenkooi achterwaarts 3. Druk op de knop 7. Dubbel licht 11. Voorwaartse beweging 4. Temperatuur motorkoelvloeistof 8. Snel, messenkooi stationair 12. SNEL 13. Graduele verandering van snelheid 14.
decal106-5976 106-5976 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. decal136-8506 136-8506 4. Kantelgevaar – Verminder uw vaart voordat u een bocht neemt; neem geen bocht bij hoge snelheid. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 6.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. decal136-8505 136-8505 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. 8-messen maai-eenheid 5. 14-messen maai-eenheid 7. Snel 2. 5-messen maai-eenheid 4. 11-messen maai-eenheid 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stoel Moer (5/16") 1 4 De bestuurdersstoel aan de basis monteren. Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. 3 Rolbeugel Bout (⅝" x 4½") Borgmoer (⅝") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 4 Geen onderdelen vereist – De bandenspanning verlagen.
Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Gebruikershandleiding van de motor 1 Gebruiken om motorgegevens op te zoeken. Conformiteitsverklaring Geluidscertificaat 1 1 Voor CE-conformiteit Contactsleuteltjes 2 De motor starten. Opmerking: Het montagemateriaal voor de maaidekken van de Greensmaster 3250-D zijn meegeleverd met de maaidekken.
2 De accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist Procedure g005080 Figuur 4 Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. 3. WAARSCHUWING Giet voorzichtig accuzuur in elke cel totdat de vloeistof ongeveer 6 mm boven de platen staat (Figuur 5). Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
Belangrijk: Als u de accu minder lang dan hierboven vermeld oplaadt, kan dat de levensduur van de accu verkorten. 6. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. Opmerking: Nadat de accu in gebruik is genomen, mag u deze indien nodig uitsluitend bijvullen met gedistilleerd water, hoewel dit in normale gebruiksomstandigheden bij onderhoudsvrije accu's niet nodig is.
spanning hebben, voordat u de machine in gebruik neemt. Zie De bandenspanning controleren (bladz. 40). 5 De voorste draagframes monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Draagframe 2 Afstandsstuk 2 Bout (½" x 3¼") 2 Borgmoer (½") Procedure 1. g019975 Monteer op elke gaffel een draagframe; gebruik hierbij een afstandsstuk, bout (½" x 3¼") en borgmoer (½"); zie Figuur 8. Vastdraaien met een torsie van 91 tot 113 N·m. Figuur 7 1. Rolbeugel 3. Borgmoer (⅝") 2. Bout (⅝" x 4½") 2.
6 7 Draagframerollen afstellen Monteren van de oliekoeler Geen onderdelen vereist Optioneel Procedure Geen onderdelen vereist 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak en breng de draagframes van de maaidekken omlaag. 2. Controleer of er 13 mm ruimte is tussen de draagframerollen en de grond. 3. Zorg ervoor dat de draagframerollen parallel zijn met de grond.
1. Haal de maai-eenheden uit de dozen. U moet de maaidekken monteren en afstellen volgens de instructies in de Gebruikershandleiding. 2. Schuif het maaidek onder het trekframe terwijl u de hefhaak vastzet aan de hefarm. 3. Schuif de mof van de kogelverbindinghouder terug en haak de houder op de halvekogeltap van het maaidek (Figuur 10). g008420 Figuur 11 1. Montagebouten 2. Aandrijfmotor 8.
g008423 Figuur 13 g005115 Figuur 12 1. Markeringsstrook 2. Ongeveer 12,7 cm 3. Maai het gras aan de rechterkant 4. Blijf u richten op een punt op 1,8 tot 3 m vóór de machine. 1. Transportplaat 4. Schuine hefverbinding 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5. 25 mm 3.
11 Ballast achter plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 18 kg Achtergewichtset (onderdeelnr. 100-6442 of onderdeelnr. 99-1645; afzonderlijk aankopen) Calciumchloride (apart kopen) Procedure g008422 Deze machine is conform de normen EN ISO 5395 en B71.4-2017 van het American National Standards Institute indien ze is uitgerust met een van de volgende: Figuur 15 1. Transportplaat 4. Rechte haak 2. Stelschroef 3. Montageschroef transportplaat 5. 22 mm 4. 5. • Achtergewichtset (onderdeelnr.
13 De CE-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (onderdeelnummer 136-8505) 1 Sticker CE-markering Procedure g234996 Figuur 17 Als u deze machine gebruikt in een land waar de CE-normen van toepassing zijn, neem dan de volgende stappen na het monteren van de gewichtenset en het scherm op de machine: 1. CE-sticker met productiejaar 3. Plaatje met serienummer 2.
Algemeen overzicht van de machine Parkeerremklepje Om de parkeerrem in te schakelen, trapt u het rempedaal in en drukt u vervolgens het parkeerremklepje in (Figuur 18) om de remmen in werking te stellen. U schakelt het klepje uit door het rempedaal in te trappen. Stel de parkeerrem in werking voordat u de machine verlaat. Bedieningsorganen Tractiepedaal Gashendel Het tractiepedaal (Figuur 18) heeft 3 functies: de machine vooruit en achteruit laten rijden en tot stilstand brengen.
Bedieningshendel van hefinrichting (voor omhoog/omlaag brengen van maaidekken) transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is; hierdoor wordt de machine niet beschadigd. • ACHTERSTE stand – neutraalstand; gebruiken tijdens het wetten van de messenkooien Als u de hendel (Figuur 20) tijdens het maaien naar voren beweegt, laat u de maai-eenheden neer en start u de messenkooien.
Instelhendel bestuurdersstoel Specificaties De instelhendel van de bestuurdersstoel bevindt zich links van stoel (Figuur 22) en stelt u in staat om deze 18 cm naar voren en naar achteren te schuiven. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 150 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met manden) 238 cm Totale breedte 173 cm Totale hoogte 197 cm Toerentalinstellingen van de motor Hoog stationair: 2.
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een Opmerking: Bepaal vanuit de normale • bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Voor gebruik afgesloten ruimte. Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Tijdens gebruik ◊ De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. Veiligheid tijdens het werk ◊ Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst. 1. Algemene veiligheid Reinig de omgeving van de dop van de brandstoftank en verwijder de dop (Figuur 24).
• Doe het volgende voordat u de bestuurderspositie machine op een bepaalde dag op dit terrein kunt gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot gevolg hebben dat de machine anders reageert op hellingen. verlaat (inclusief het legen van de grasvangers of deblokkeren van de maai-eenheden): – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk.
De machine inrijden Belangrijk: Als de motor voor het eerst gestart wordt, en na revisie van de motor, moet de machine de eerste één tot twee minuten vooruit en achteruit worden gezet. Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de stuurreactie te controleren. Schakel de motor dan uit en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen; zie De motor afzetten (bladz. 26). Controleer op olielekken, loszittende onderdelen en andere zichtbare gebreken.
De motor afzetten 1. Zet de gashendel op LANGZAAM, trek de bedieningshendel van de hefinrichting naar achteren en zet de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND . 2. Draai het contactsleuteltje op UIT om de motor af te zetten. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. 3. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine opslaat. 1. Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op NEUTRAAL, zet de schakelhendel op NEUTRAAL, en stel de parkeerrem in werking. 2.
3. neer te laten. De maaidekken moeten omlaag bewegen, maar mogen niet gaan draaien. Als ze beginnen te draaien werkt het veiligheidssysteem niet naar behoren; verhelp het probleem voordat u de machine gebruikt. Druk de bedieningshendel van de hefinrichting naar voren op het moment dat de voorste randen van de grasvangers over de buitenrand van de green komen. Opmerking: Hiermee laat u de maaidekken neer op de grasmat en start u de messenkooien.
maai-eenheden ingeschakeld zijn, omdat hierdoor het gras kan worden beschadigd. Laat de machine ook niet stoppen op een natte green omdat de wielen van de machine dan sporen of afdrukken kunnen achterlaten. De buitenste rand maaien en het werk voltooien 1. Maak het werk af door de buitenste rand van de green te maaien. Maai in een andere richting dan de voorgaande keer. Opmerking: Gebruik de gashendel om de snelheid van de machine aan te passen als u de buitenste rand maait.
• Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden, de aandrijvingen, de geluiddempers, de koelschermen en de motor om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op. • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten als u de machine stalt of transporteert. • Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u de machine transporteert of niet gebruikt. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. • Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien nodig.
• Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen. • Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als de achterste spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van de machine lopen (Figuur 28). g275002 Figuur 28 1. Bindoog (elke kant) 2.
Onderhoud VOORZICHTIG Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Oliepeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt smeren.) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen na elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeer de nippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoud motor 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. Veiligheid van de motor 3. Veeg overtollig vet af. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil 4. Smeer vet op de sleufas van de motor van de messenkooi en de hefarm als het maaidek wordt verwijderd voor een onderhoudsbeurt. 5.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als u het voorfilter verwijdert. controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert.
g016419 Figuur 35 1. Dop van vulbuis g016422 Figuur 36 2. Peilstok 1. Aftapplug 2. Oliefilter 3. Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in schuift. 2. 4. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag.
Onderhoud brandstofsysteem Water aftappen uit het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer één slag en tap eventueel water af (Figuur 37). g008434 Figuur 38 1. Brandstofafsluitklep 2. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd. 3.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Veiligheid van het elektrisch systeem Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
4. Onderhoud aandrijfsysteem Spoel de bovenkant van de accu na het reinigen af met water. Belangrijk: Verwijder nooit de vuldoppen als u de accu reinigt. De bandenspanning controleren WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de tractor en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
A. Transportsnelheid afstellen Draai beide contramoeren los waarmee de tractiekabel is bevestigd aan het schutbord op de hydrostaat (Figuur 41). Zorg ervoor dat de contramoeren gelijkmatig en voldoende zijn losgedraaid om afstelling mogelijk te maken.
3. Onderhoud koelsysteem Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te zetten. Veiligheid van het koelsysteem Maaisnelheid afstellen De machine is afgesteld in de fabriek, maar de snelheid kan desgewenst worden gewijzigd. 1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 43). 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd.
g008427 Figuur 45 1. Reservetank g008426 Figuur 44 1. Radiateurscherm 3. 3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, verwijdert u de dop van de reservetank en vult u het koelsysteem bij met een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Niet te vol vullen. 4. Plaats de dop van de reservetank terug. 2. Radiateur Reinig het radiateurscherm en monteer het. Koelvloeistofpeil controleren De inhoud van het systeem is ongeveer 3,2 liter.
Onderhouden remmen contact maken met de remtrommels. Indien nodig moet u nogmaals afstellen totdat het rempedaal de correcte vrije slag heeft. De remmen polijsten E. Onderhoudsinterval: Jaarlijks Rijd met de machine op maaisnelheid en rem stevig totdat de remmen heet zijn; dit zult u ruiken. Mogelijk moet u de remmen bijstellen na de inloopperiode, zie Remmen afstellen (bladz. 44). Belangrijk: Polijst de remmen elk jaar; zie het hoofdstuk De remmen polijsten (bladz. 44).
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud riemen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 48). Deze klep is in de fabriek zo afgesteld dat deze na ongeveer 3 slagen opengaat. U moet de klep echter wellicht bijstellen in verband met verschillen in de temperaturen van de hydraulische vloeistof, maaisnelheden, enz.
Onderhoud hydraulisch systeem vloeistof niet verkrijgbaar is, kunt u een andere conventionele, petroleumgebaseerde hydraulische vloeistof gebruiken die aan de volgende materiaaleigenschappen en de industrienormen voldoet. Gebruik geen synthetische vloeistof. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product. Veiligheid van het hydraulische systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen.
Het peil van de hydraulische vloeistof controleren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Zorg ervoor dat de machine afgekoeld is zodat de vloeistof koud is. 2. Verwijder de dop van het reservoir en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil moet tot aan de onderkant van het filter in de vulbuis staan (Figuur 49). en het filter en de tankbeluchting vervangen.
Onderhoud van de maai-eenheid slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Veiligheid van de messen Raadpleeg en voltooi de procedure in . . . . Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
g229849 g014736 Figuur 51 4. Kantel de bestuurdersstoel naar voren en ondersteun hem met de steunstang (Figuur 52). g229880 Figuur 53 1. Knop (toerentalregeling van messenkooien) 3. Indicatorpijl 2. Handgreep (wethendel) Opmerking: U kunt het toerental van de messenkooien verhogen of verlagen om te compenseren voor de veranderingen in de gazonomstandigheden. g229847 Figuur 52 5.
De messenkooien wetten WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd uw handen en kleding uit de buurt van de messenkooien en andere bewegende onderdelen. • Probeer de messenkooien nooit met uw handen of voeten te draaien of aan te raken terwijl de motor draait. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 2.
Stalling bewegen en de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u stappen4 tot en met 8. 9. 10. Herhaal stap 4 tot en met 8 voor alle maai-eenheden die u wilt wetten. Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: Als u klaar bent, moet u de wethendel terug in de 'F'-stand zetten, de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste instelling zetten, de stoel laten zakken en alle wetpasta van de maai-eenheden wassen.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.