Form No. 3418-403 Rev A Greensmaster® 3250-D tractie-eenheid met tweewielaandrijving Modelnr.: 04384—Serienr.: 401380001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
bedieningsinstructies op te volgen of geen goede training krijgt, kan dit leiden tot letsel. Ga naar www.Toro.com voor meer informatie over veilige bediening, inclusief veiligheidstips en trainingsmaterialen. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Onderhoud van het luchtfilter ............................ 34 Motorolie verversen .......................................... 35 Onderhoud brandstofsysteem ............................. 37 Water aftappen uit het brandstoffilter................. 37 Brandstoffilter vervangen.................................. 37 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.................................................... 38 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren....................................................
Veiligheid • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor Deze machine is ontworpen in overeenstemming met EN ISO 5395:2013 en de B71.4-2017 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), indien een gewicht van 18 kg is toegevoegd aan het achterwiel en de gewichtenset is gemonteerd op het achterste zwenkwiel. Met het oog op conformiteit met de norm EN ISO 5395:2013 is een bijkomende schermset vereist. Raadpleeg het hoofdstuk Montage voor informatie over conformiteit.
decal93-8068 93-8068 1. Lees de Gebruikershandleiding voor instructies voor de vergrendeling en ontgrendeling van de stuurarm. decal93-6686 93-6686 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding. decal93-9051 93-9051 1. Lees de Gebruikershandleiding. decal93-6681 93-6681 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd, ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal93-6689 93-6689 1. Waarschuwing – Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren.
decal127-6114 127-6114 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Motor – Voorgloeien 2. Motor – Afzetten 4. Motor – Starten decal127-6115 127-6115 1. Messenkooien neerlaten en 5. Enkelvoudig licht inschakelen 2. Breng de maaidekken 6. Uit omhoog 9. Langzaam, messenkooi voorwaarts 10. Neutraal, messenkooi achterwaarts 3. Druk op de knop 7. Dubbel licht 11. Voorwaartse beweging 4. Temperatuur motorkoelvloeistof 8. Snel, messenkooi stationair 12. SNEL 13. Graduele verandering van snelheid 14.
decal106-5976 106-5976 1. Motorkoelvloeistof onder druk 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. decal136-8506 136-8506 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; zorg dat u instructie hebt ontvangen alvorens de machine te bedienen. 2. Waarschuwing – U moet gehoorbescherming dragen. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken decal136-8505 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 136-8505 Vervangt sticker 136-8506 voor CE-conforme machines Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stoel Moer (5/16") 1 4 Bestuurdersstoel aan de basis monteren. Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. 3 Rolbeugel Bout (⅝" x 4½") Borgmoer (⅝") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 4 Geen onderdelen vereist – De bandenspanning verlagen.
Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding van de motor Controlelijst voor levering Geluidscertificaat Certificaat van Integriteit en Naleving 1 1 1 1 1 Contactsleuteltjes 2 Gebruik Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Bewaren om later te kunnen raadplegen. Gebruiken om de motor te starten. Opmerking: Het montagemateriaal voor de maaidekken van de Greensmaster 3250-D zijn meegeleverd met de maaidekken.
WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. g001197 • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. 1.
8. Plaats de accu op de accubak en bevestig deze met de accuklem en het bevestigingsmateriaal dat u eerder hebt verwijderd. 9. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu en vervolgens de minkabel (zwart) aan de klem van de minpool (-) van de accu en zet deze vast met behulp van de bouten en moeren (Figuur 6). Schuif het rubberen stofkapje over de pluspool om eventuele kortsluiting te voorkomen.
4. Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 183 tot 223 Nm. 4 De bandenspanning verlagen Geen onderdelen vereist Procedure De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending opzettelijk te hard opgepompt. Laat daarom wat lucht uit de banden ontsnappen totdat deze de juiste spanning hebben, voordat u de machine in gebruik neemt. Zie De bandenspanning controleren (bladz. 40). g016465 Figuur 8 5 1. Draagframe 4. Bout (½" x 3¼") 2. Afstandsstuk 5. Borgmoer (½") 3.
8 De maai-eenheden monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: g008412 Figuur 9 1. Rol van draagframe 3 Schuine lifthaak (raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor montage-instructies) 6 Schroef (bij de maaieenheid geleverd) 1 Bout (#10 x ⅝") 1 Contramoer (#10) 3 Maaidek (afzonderlijk verkocht) 6 Kogelbout (bij de maaieenheid geleverd) 3 Grasmand 2.
8. 9. Breng een laagje schoon smeervet aan op de sleufas van de motor en monteer de motor door de motor rechtsom te draaien, totdat de motorflenzen de tapeinden niet meer raken. Draai de motor linksom totdat de flenzen om de steunbouten zitten (Figuur 11). Draai de montagebouten vast (Figuur 11). 9 De transporthoogte instellen Geen onderdelen vereist g021274 Figuur 10 1. Verlengstuk trekkoppeling Procedure 3.
5. vanaf de bovenzijde van de stelschroef op het draagframe tot de achterzijde van het draagframe 22 mm bedraagt. Als deze afstand niet 22 mm bedraagt, ga dan verder met stap 4. Als het maaidek is uitgerust met een excentrieke hefhaak (Figuur 12), ga dan verder met de volgende stap. Breng de maaidekken omhoog in de transportstand. Belangrijk: Breng de ophanging niet omhoog in de transportstand als de messenkooimotoren zich in de houders van het machineframe bevinden.
11 De set met CE-scherm monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: g235881 1 Figuur 15 Set met CE-scherm (onderdeelnummer 04441; afzonderlijk verkrijgbaar) 1. Waarschuwingssticker (onderdeelnummer 136-8506) – breng hier de CE-waarschuwingssticker (onderdeelnr. 136-8505) aan. Procedure • Breng de CE-markeringssticker aan naast het De set met CE-scherm monteren (onderdeelnr. 04441); raadpleeg de montage-instructies van de set. plaatje met het serienummer (Figuur 16).
Algemeen overzicht van de machine Parkeerremklepje Om de parkeerrem in te schakelen, trapt u het rempedaal in en drukt u vervolgens het parkeerremklepje in (Figuur 17) om de remmen in werking te stellen. U schakelt het klepje uit door het rempedaal in te trappen. Stel de parkeerrem in werking voordat u de machine verlaat. Bedieningsorganen Tractiepedaal Gashendel Het tractiepedaal (Figuur 17) heeft 3 functies: de machine vooruit en achteruit laten rijden en tot stilstand brengen.
Bedieningshendel van hefinrichting (voor omhoog/omlaag brengen van maaidekken) transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is; hierdoor wordt de machine niet beschadigd. • ACHTERSTE stand – neutraalstand; gebruiken tijdens het wetten van de messenkooien Als u de hendel (Figuur 19) tijdens het maaien naar voren beweegt, laat u de maai-eenheden neer en start u de messenkooien.
Instelhendel bestuurdersstoel Specificaties De instelhendel van de bestuurdersstoel bevindt zich links van stoel (Figuur 21) en stelt u in staat om deze 18 cm naar voren en naar achteren te schuiven. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 150 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met manden) 238 cm Totale breedte 173 cm Totale hoogte 197 cm Toerentalinstellingen van de motor Hoog stationair: 2.
Gebruiksaanwijzing of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. Voor gebruik Brandstof Inhoud brandstoftank: 26,6 liter Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk Aanbevolen brandstof: loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2) Algemene veiligheid Ethanol: benzine met maximaal 10 vol.% ethanol of 15 vol.% MTBE (methyl tertiaire butylether) is geschikt. Ethanol en MTBE zijn verschillende stoffen.
Dagelijks onderhoud uitvoeren Opmerking: Als u bij temperaturen boven -7 °C zomerbrandstof gebruikt, zal de pomp langer meegaan en meer vermogen leveren dan bij gebruik van winterbrandstof. Ga elke dag als volgt te werk voordat u de machine start: • Controleer het oliepeil in de motor – zie Motoroliepeil controleren. (bladz. 35). • Water aftappen uit het brandstoffilter – zie Water aftappen uit het brandstoffilter (bladz. 37). • Het koelsysteem controleren – zie Onderhoud koelsysteem (bladz. 42).
• Wees voorzichtig bij het naderen van blinde • • • • • • • • • • • hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Schakel de maai-eenheden uit wanneer u niet maait. Stop de machine en controleer de maai-eenheden als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of als de machine abnormaal begint te trillen.
– Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen. Als u de maai-eenheden omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden. – Wees uiterst voorzichtig met grasopvangsystemen of andere werktuigen. Deze kunnen de machine minder stabiel maken, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen. startmotor niet langer dan 10 seconden in werking stellen.
Opmerking: Als er vloeistof blijft lekken, neem dan contact op met uw erkende Toro distributeur voor hulp en, indien nodig, voor vervangonderdelen. Het veiligheidssysteem voorkomt het draaien van de messenkooien, tenzij de schakelhendel op MAAIEN staat. Belangrijk: Sporen van vloeistof op de Het tractiepedaal controleren motor of de afdichtingen van de wielen zijn normaal. Afdichtingen hebben een beetje smering om goed te functioneren.
De green maaien De bedieningshendel van de hefinrichting controleren 1. Blijf op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op NEUTRAAL, zet de schakelhendel op NEUTRAAL, en stel de parkeerrem in werking. 1. Rij naar de green met de schakelhendel in de MAAISTAND en de gashendel op vol gas. 2. Begin aan 1 rand van de green zodat u kunt maaien in banen. 2. Start de motor. Opmerking: Dit beperkt de verdichting tot 3.
6. U kunt de werktijd bekorten en de machine eenvoudiger voor de volgende maaibaan opstellen door de machine een ogenblik in de tegenovergestelde richting te draaien en daarna in de richting van het ongemaaide deel. Met zo'n druppelvormige bocht (Figuur 24) kunt u de machine snel in positie brengen voor uw volgende maaibaan. g005116 Figuur 25 1. Markeringsstrook 2. Ongeveer 12,7 cm 3. Gemaaid gras aan de linkerkant. 4. Blijf u richten op een punt op 2 tot 3 m vóór de machine.
De machine transporteren maai-eenheden van het gazon af zijn, laat u de maai-eenheden omhoog komen. • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een Opmerking: Zo worden graskluiten op de aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt. green tot een minimum beperkt. 3. Plaats de vlag terug. 4. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de machine naar een volgende green rijdt. • Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen.
Onderhoud WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 800 bedrijfsuren • • • • Brandstoffilter vervangen. Vervang de hydraulische vloeistof en de tankbeluchting. Motortoerental controleren (stationair en op vol gas). Klepspeling controleren. Om de 2 jaar • • • • De brandstofleidingen en aansluitingen controleren. De brandstofleidingen en aansluitingen controleren. Koelsysteem aftappen en schoonspoelen. Vervang versleten of losse slangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Oliepeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Ook na elke wasbeurt smeren.) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen na elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeer de nippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval.
Onderhoud motor 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. Veiligheid van de motor 3. Veeg overtollig vet af. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil 4. Smeer vet op de sleufas van de motor van de messenkooi en de hefarm als het maaidek wordt verwijderd voor een onderhoudsbeurt. 5.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als u het voorfilter verwijdert. controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert.
g016419 Figuur 33 1. Dop van vulbuis g016422 Figuur 34 2. Peilstok 1. Aftapplug 2. Oliefilter 3. Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in schuift. 2. 4. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag.
Onderhoud brandstofsysteem Water aftappen uit het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer één slag en tap eventueel water af (Figuur 35). g008434 Figuur 36 1. Brandstofafsluitklep 2. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd. 3.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. Veiligheid van het elektrisch systeem Brandstofleidingen en -verbindingen controleren • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar • Laad de accu op in een open, goed geventileerde machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool.
GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; deze stof kan dodelijk zijn bij inname en veroorzaakt ernstige brandwonden. • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. 1. Controleer het zuurpeil in de cellen van de accu. 2.
Onderhoud aandrijfsysteem 3. Als het wiel draait, zet u de motor af en gaat u als volgt te werk: A. De bandenspanning controleren Draai beide contramoeren los waarmee de tractiekabel is bevestigd aan het schutbord op de hydrostaat (Figuur 39). Zorg ervoor dat de contramoeren gelijkmatig en voldoende zijn losgedraaid om afstelling mogelijk te maken.
Transportsnelheid afstellen 3. Maximale transportsnelheid afstellen Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te zetten. Maaisnelheid afstellen De machine is afgesteld in de fabriek, maar de snelheid kan desgewenst worden gewijzigd. Het tractiepedaal is standaard ingesteld op de maximale transportsnelheid, maar mogelijk moet u het afstellen als het pedaal zijn volledige bereik heeft afgelegd voordat het contact maakt met de pedaalaanslag, of als u de transportsnelheid wilt verlagen. 1.
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. – Laat de motor altijd minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop losdraait.
Onderhouden remmen Remmen afstellen Aan beide kanten van de machine bevindt zich een hendel om de rem af stellen zodat u de remmen gelijkmatig kunt afstellen. 1. Laat de machine vooruitrijden op transportsnelheid en trap het rempedaal in; beide wielen moeten in gelijke mate worden geblokkeerd. g016420 VOORZICHTIG Figuur 43 Een remproef in een afgesloten ruimte waar zich andere mensen bevinden, kan letsel veroorzaken. 1. Reservetank 3. 4.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud riemen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 46). Deze klep is in de fabriek zo afgesteld dat deze na ongeveer 3 slagen opengaat. U moet de klep echter wellicht bijstellen in verband met verschillen in de temperaturen van de hydraulische vloeistof, maaisnelheden, enz.
Onderhoud hydraulisch systeem gebruiken mits deze voldoen aan alle onderstaande materiaaleigenschappen en industriespecificaties. Het gebruik van synthetische vloeistof wordt afgeraden. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product Veiligheid van het hydraulische systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen.
Inhoud hydraulische vloeistof: 25,7 liter Gebruik in plaats daarvan een kleurstof voor voedingsmiddelen. Als de vloeistof verontreinigd raakt, laat dan uw erkende Toro distributeur het systeem spoelen. Verontreinigde vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren 1. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Zorg ervoor dat de machine afgekoeld is zodat de vloeistof koud is. 2.
Onderhoud van maaidek Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact tussen het ondermes en de messenkooi controleren, ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn over de volledige lengte van de messenkooi en het ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. g229847 Figuur 50 Toerental van de messenkooien instellen 5.
De messenkooien wetten WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd uw handen en kleding uit de buurt van de messenkooien en andere bewegende onderdelen. • Probeer de messenkooien nooit met uw handen of voeten te draaien of aan te raken terwijl de motor draait. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 2.
Stalling bewegen en de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u stappen4 tot en met 8. 9. 10. Herhaal stap 4 tot en met 8 voor alle maai-eenheden die u wilt wetten. Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: Als u klaar bent, moet u de wethendel terug in de 'F'-stand zetten, de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste instelling zetten, de stoel laten zakken en alle wetpasta van de maai-eenheden wassen.
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.