Form No. 3325-842 ® 4- standen kooimaaimachines met 8 en 11 messen Greensmaster® 3250-D Modelnr. 04470—Serienr. 210000001 en hoger Modelnr. 04471—Serienr.
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: Inhoud Inhoud Inleiding Optionele apparatuur: Het afstellen van de maai-eenheid Het afstellen van de snijplaat op de messenkooi Hoek van de maaieenheid kiezen Het uitlijnen van de voorste roller aan de messenkooi Instelling van de hoogte van het bovenscherm Instelling bovenbalk Het afstellen van de maaihoogte Gebruiksaanwijzing Dagelijkse afstellingen van de maai-eenheid Onderhoud Het smeren van lagers en lagerbussen Het wetten van d
de schroeven van de snijplaat. Een langere sleutel zal teveel kracht zetten en kan zodoende de bevestigingsplaat voor de stelschroeven verbuigen. (voor gebruik met Groomer modelnr. 04485) Borstelset achterste roller modelnr. 04489 Schraper/borstel voorste rollerOnderdeelnr. 104-7731 Wijzigingen in specificaties en ontwerp onder voorbehoud. Het afstellen van de maai-eenheid Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
te slijpen om weer de scherpe rand te krijgen die nodig is om precies te kunnen maaien. Zie De Toro handleiding voor het scherpen van messenkooien, document nr. 80-300PT. Beugel Frame Omlaag Hoek van de maaieenheid kiezen Stand 3 De beugels van de voorroller kunnen in vier standen worden gezet. Stand 4: de meest agressieve stand; wordt uitsluitend gebruikt op een zeer stevige grasmat of bij hogere maaihoogten. Stand 1: Minst agressieve stand; wordt gebruikt voor een zeer zachte en kwetsbare grasmat.
bevestigingen vast. 3. Herhaal deze procedure bij de andere maaieenheden en stel de bovenbalk in. 2 Opmerking: Het scherm kan worden opgehaald in buitengewoon vochtige omstandigheden. 1 Instelling bovenbalk Afbeelding 4 1. 2. Voorste rollerbeugel rechts Bevestigingsbout roller rechts boven U moet de bovenbalk onder het achterscherm instellen zodat het gemaaide gras op behoorlijke wijze wordt verwijderd uit de omgeving van de spoel.
Het afstellen van de maaihoogte kanten bevestigd zijn. 1. Controleer of de voorste roller gelijk is afgesteld en of het contact tussen snijplaat en messenkooi correct is. Opmerking: De effectieve maaihoogten van de maaieenheden zullen verschillend zijn, afhankelijk van hun configuratie.
Na geruime tijd zal er uiteindelijk een groef gevormd worden aan beide uiteinden van de snijplaat. Deze groeven moeten afgerond worden of vlak gevijld worden met de snijrand van de snijplaat om een soepele werking te garanderen. Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.