FORM NO. 3318-306 NL Rev A MODELNR. 04480—60001 & HOGER MODELNR.
Inhoud Bladzijde SPECIFICATIES 2 HET AFSTELLEN VAN DE MAAI-EENHEID 3 Het afstellen van de snijplaat op de messenkooi 3 Het uitlijnen van de voorste roller aan de messenkooi 4 Het afstellen van de maaihoogte Dagelijkse afstellingen van de maai-eenheid SMERING Het smeren van lagers en lagerbussen HET WETTEN VAN DE MAAI-EENHEDEN 5 5 6 6 6 Specificaties Maaihoogte: De maaihoogte wordt afgesteld met de achterste roller door middel van twee verticale schroeven, en wordt dan vastgezet met twee borgtapbouten.
eenvoudige te installeren zijn. Het gewicht vormt een afsluiting voor het lager en vorm een tegengewicht voor het gewicht van de motor van de messenkooien tijdens het maaien. Opties: Micro-Cut Snijplaat Lo-Cut Snijplaat High-Cut Snijplaat Fairway Snijplaat Onderdeelnr. 93-4246 Onderdeelnr. 63-8470 Onderdeelnr. 92-2510 Onderdeelnr. 63-8610 Wijzigingen in specificaties en ontwerp onder voorbehoud.
Het afstellen van de maai-eenheid 3. Nadat u de snijplaat op de messenkooi afgesteld hebt, zorgt u ervoor dat zowel de bovenste als de onderste stelschroeven aan beide kanten van de maai-eenheid vastgezet worden. Afbeelding 3 1. 2. Voorste rollerbeugel rechts Bevestigingsbout roller rechts boven N.B.: Zorg ervoor dat de plaat onder de gehele lengte van de messen ligt en dat drie messen contact maken met de plaat. Afbeelding 2 4.
Het afstellen van de maai-eenheid N.B.: Er zijn twee standen voor de beugels van de voorste roller. 3. Stel op de meetlat (Onderdeelnr. 13-8199) de kop van de schroef af op de gewenste maaihoogte. Deze afstand is gemeten vanaf de voorkant van de lat tot aan de onderkant van de kop van de schroef. 4. Plaats de lat over de voorste en achterste roller en verdraai de maaihoogteknop totdat de onderkant van de kop van de schroef in contact komt met de snijrand van de snijbalk.
Smering BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de druk niet te hoog is omdat anders de pakkingen van het vet voorgoed beschadigd kunnen worden. HET SMEREN VAN LAGERS EN LAGERBUSSEN Elke maai-eenheid is voorzien van (6) smeernippels die regelmatig gesmeerd moeten worden met Nr. 2 smeervet op lithiumbasis voor algemene doeleinden. 1. 3. Verwijder overtollig vet. Hier volgt het aantal smeernippels en de plaatsen waar ze zich bevinden: Lagerbussen messenkooi (2) en de voorste en achterste rollers (2 elk) (Afb.5).