Form No. 3380-299 Rev B Greensmaster® 3400 TriFlex™ tractie-eenheid Modelnr.: 04520—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
Inhoud Onderhoud brandstofsysteem ............................. 40 Onderhoud van de brandstoffilter/waterafscheider ........................................................ 40 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.................................................... 41 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 41 Onderhoud van de accu.................................... 41 Opslag van de accu .......................................... 42 De zekeringen vinden ........................
Veiligheid – als de machine op een helling begint te glijden, kan dat niet met de rem worden gecorrigeerd. De belangrijkste oorzaken voor het verliezen van de controle zijn: ◊ onvoldoende grip van de wielen, ◊ te snel rijden, ◊ onjuist gebruik van de rem, ◊ het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk, ◊ de bestuurder is zich onvoldoende bewust van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen.
• • • • • • • • • • uitgerust, draai deze dan dicht als het maaiwerk voltooid is. – houd de snelheid laag bij het rijden op hellingen en in scherpe bochten; – let op bulten en kuilen en andere verborgen gevaren; – maai nooit dwars over een helling, tenzij de maaimachine speciaal daarvoor is bedoeld. Let op kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren. Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt.
Veilige behandeling van brandstof • Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en mankementen. • Om letsel en schade te voorkomen dient u • • • • • • • • • • • • • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat bijzonder voorzichtig te zijn bij de omgang met benzine. Benzine is uiterst brandbaar en de dampen ervan zijn explosief. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekingsbronnen. Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik voor de brandstof.
• Gebruik oprijplaten over de volledige breedte om – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten. de machine op een aanhangwagen of in een vrachtwagen te laden. – Verminder de snelheid als u een scherpe bocht maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten. • Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen, kabels of touwen. De spanbanden voor en achter dienen naar beneden en van de machine af gericht te zijn.
nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. de messenkooien niet meer ronddraaien. Stel de parkeerrem in werking. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. • Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u ervoor zorgen dat de maaidekken volledig omhoog zijn, de messenkooien niet meer ronddraaien, het sleuteltje uit het contact is verwijderd en de parkeerrem in werking is gesteld.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal119-9343 119-9343 decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
decal115-8155 115-8155 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik geen choke of startvloeistof. decal121-5169 121-5169 1. Langzaam 2. Continu snelheidsregeling 3. Snel 4. Messenkooien omhoog brengen decal115-8203 115-8203 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 5. Instelling messenkooistand 9. Langzaam – gebruiken voor maaien. 6. Messenkooien 10. Snel – neerlaten en gebruiken voor uitschakelen transport. 7. Messenkooi – 11. Schakelhendel wetten 8.
decal121-5170 121-5170 1. Peil hydraulische vloeistof 4. Motor – Starten 2. Lees de Gebruikershandleiding alvorens serviceof onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 3. Choke (alleen benzinemodellen) 5. Motor voorverwarmen/lopen 6. Motor – Afzetten decal121-2641 121-2641 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. decal119-9346 119-9346 1.
decal121-2640 121-2640 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Kantelgevaar – Rijd nooit van of dwars op hellingen met een hellingshoek groter dan 15 graden. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine 5. Waarschuwing – Vergrendel de parkeerrem, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u de machine verlaat. 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Rolbeugel Bout (½" x 3¾") Flensmoer (½") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 2 Stoelset 1 De stoel aan de basis monteren. 3 Stuurwiel Borgmoer (1½") Ring Stuurwieldop 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren. Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. Geen onderdelen vereist – De oliekoeler monteren (optioneel).
1 2 De rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (½" x 3¾") 4 Flensmoer (½") 1 Stoelset Procedure Schaf de gewenste stoelset aan bij uw dealer en monteer deze zoals aangegeven in de instructies die bij de set geleverd zijn. Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2. Verwijder de rolbeugel uit de transportverpakking. 3.
4. Plaats de dop op het stuurwiel en bevestig deze met de schroef (Figuur 4). 4 De accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist g001197 Figuur 6 Procedure 1. Accuzuur Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. 1. 4. Maak het bevestigingsmateriaal en de accuklembeugel los en til de accu uit de machine. WAARSCHUWING Belangrijk: Giet geen accuzuur in de 2. accu als deze in de machine zit.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken.
aan een maaidek verricht, moet u de motoren van de messenkooien van het maaidek in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarmen plaatsen om beschadiging te voorkomen. 6 De haken van de grasvanger monteren Belangrijk: Breng de ophanging niet omhoog in de transportstand als de messenkooimotoren zich in de houders in het frame van de machine bevinden. Dit kan schade aan de motoren of slangen tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt. Houd uw vingers uit de buurt van het gebied waar de voetsteun terug kan klappen terwijl deze open staat. g014611 Figuur 12 g014602 Figuur 10 1. Voetsteun – gesloten 1. Stang van ophangarm 2. Stang van maaidek 2. Voetsteun – geopend 6. 4. Plaats het maaidek onder de ophangarm. 5.
8 Het achtergewicht plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gewichtenset, 121-6665 (afzonderlijk verkrijgbaar) Opmerking:Deze set is niet vereist voor eenheden met de driewielaandrijvingset gemonteerd. Procedure Deze machine voldoet aan de ANSI-norm B71.4-2004 en EN 836-norm als deze is uitgerust met gewichtenset 121-6665. Opmerking: Als de machine uitgerust is met een set voor driewielaandrijving is geen extra gewicht vereist om de machine te laten voldoen aan de ANSI B71.
Algemeen overzicht van de machine 10 De EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (117-9537) Procedure Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (117-9537) aanbrengen over de Engelse waarschuwingssticker (117-9536). g014674 Figuur 14 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8.
Opmerking: U kunt de motor niet afzetten met de gashendel. g014603 Figuur 15 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelpedaal van stuurstangarm g014599 Figuur 17 2. Tractiepedaal – achteruit 1. Gashendel 2. Bedieningshendel van hefinrichting (voor omhoog/omlaag brengen van maaidekken) 6. Waarschuwingslampje accu 7. Indicatielampje voor onderhoud 3. Schakelhendel 8. Waarschuwingslampje gloeibougie 4. Contactschakelaar 9. Lampje watertemperatuur 5.
• Middelste stand – maaien • Voorste stand – transport Contactschakelaar Steek het sleuteltje in het contact (Figuur 17) en draai dit zo ver mogelijk naar rechts op START om de motor te starten. Laat het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje komt automatisch op AAN. Draai het contactsleuteltje naar links op Uit om de motor af te zetten. Waarschuwingslampje accu Dit lampje (Figuur 17) brandt als de accu bijna leeg is.
toerenregelaar van de messenkooien gebruikt om de messenkooien te wetten. g014620 Figuur 20 1. Wethendel – maaistand 2. Wethendel – wetstand Toerenregelaar van messenkooien g014628 Figuur 22 De toerenregelaar van de messenkooien bevindt zich onder de plastic kap links van de stoel. Met de toerentalregeling van de messenkooien (Figuur 21) kunt u het toerental van de messenkooien regelen. 1.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 151 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met manden) 249 cm Totale breedte 179 cm Totale hoogte 205 cm Nettogewicht met messenkooien (11 messen) 696 kg bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
u de vuldop losmaken van het klepdeksel en langzaam voldoende olie bijvullen totdat het peil de vol-markering op de peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil. Niet te vol vullen. 3. Plaats de peilstok terug. 4. Start de motor en laat deze 30 seconden stationair lopen. Zet de motor daarna af. Wacht 30 seconden en herhaal vervolgens stap en 2–3. Belangrijk: Controleer het oliepeil om Belangrijk: Zorg ervoor dat de peilstok de 8 bedrijfsuren of dagelijks.
GEVAAR GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen.
1. Het koelsysteem controleren Reinig het gebied rond de dop van de brandstoftank (Figuur 26). De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 4,6 liter. Zie Het radiateurscherm reinigen (bladz. 44). g014612 Figuur 26 1. Dop van brandstoftank g014613 Figuur 27 2. Verwijder de dop van de brandstoftank. 3. Vul de brandstoftank tot 6 tot 13 mm vanaf de onderkant van de vulbuis. Niet te vol vullen. Plaats daarna de dop terug. 4. Neem gemorste brandstof op. 1. Vleugelbouten 3. Reservetank 2.
We raden af een synthetische vloeistof te gebruiken. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
Belangrijk: Ongeacht de gebruikte soort 3. hydraulische vloeistof moet een tractie-eenheid waarmee fairways worden gemaaid of verticuteerwerkzaamheden mee worden verricht of die wordt gebruikt bij een omgevingstemperatuur hoger dan 29 °C zijn uitgerust met een oliekoeler, onderdeelnummer 117-9314. Opmerking: Omdat het water wordt gemengd met dieselbrandstof, tapt u het brandstoffilter af in een geschikte opvangbak en voer de vloeistof op de juiste wijze af. Hydraulische tank vullen. 1.
Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren en de schakelhendel zich in de neutraalstand bevindt. Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact tussen het ondermes en de messenkooi controleren, ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet over de volle lengte een licht contact tussen de messenkooi en het ondermes zijn (zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding van het maaidek). 2.
Veiligheidssysteem controleren 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor en zet de schakelhendel in de maai- of transportstand. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. 4.
g014602 Figuur 31 1. Voetsteun – gesloten 2. Voetsteun – geopend 2. Plaats het maaidek onder de middelste ophangarm. 3. Zorg ervoor dat de vergrendelingen op de ophangarm omhoog wijzen (dus open staan) (Figuur 32), druk de ophangarm omlaag zodat de stang ervan over de stang aan de bovenkant van het maaidek valt (Figuur 33). g014611 Figuur 33 1. Stang van ophangarm 4. 2. Stang van maaidek Sluit de vergrendelingen rond de stang van het maaidek en vergrendel ze (Figuur 32).
g014605 Figuur 35 1. Motor van de messenkooi 3. 2. Motorbevestigingsstang Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarm (Figuur 36). g014690 Figuur 34 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas g014608 Figuur 36 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de 7. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 8. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken.
6. Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan. 7. Herhaal indien nodig stap 2 tot en met 6 voor de andere maaidekken. Toerental van de messenkooien instellen Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van de messenkooien (die zich op het verdeelstuk onder de klep links van de stoel bevindt) juist is afgesteld.
die nodig is om het maaien van overgebleven gras tot het minimum te beperken. 3. in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z. als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets naar links en dan naar rechts. Op deze manier kunt u de machine sneller richten voor de volgende maaibaan. Volg dezelfde procedure als u in de andere richting draait. Het is verstandig een draaiing zo kort mogelijk maken. Maak echter bij warm weer een ruimere boog om het gras zo min mogelijk te beschadigen.
snelheid als u oneffen terrein nadert en rij voorzichtig in sterk glooiend gebied. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de breedte van het voertuig. Probeer niet tussen objecten te rijden die dicht bij elkaar staan, teneinde dure schade en uitvaltijd te voorkomen. De machine reinigen en controleren Als u klaar bent met maaien, moet u de machine grondig schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond zodat bij een te hoge waterdruk de afdichtingen en lagers niet worden beschadigd en verontreinigd raken.
Onderhoud Opmerking: Op zoek naar een elektrisch schema of hydraulisch schema van uw machine? Download het schema gratis op www.Toro.com u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker – en rechterzijde van de machine.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren.
Onderhoud motor 3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud van de brandstoffilter/waterafscheider Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren 1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 44) onder de brandstoftank. g014615 Figuur 43 1. Oliefilter 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een ½ tot ¾ slag. Niet te vast draaien. 4. Het carter met olie vullen, zie Motoroliepeil controleren. (bladz. 24). 5.
Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. g014720 Figuur 45 1. Bus brandstoffilter/waterafscheider 2. Filteraftapplug 5.
De zekeringen vinden WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. De zekeringen van het elektrische systeem van de machine bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 46). • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
Onderhoud aandrijfsysteem Opmerking: Als het wiel nog steeds draait terwijl de excentriek de maximale stand heeft bereikt, moet u voor verdere afstelling contact opnemen met een erkende servicedealer of de Onderhoudshandleiding raadplegen. De transmissie afstellen voor de neutraalstand Transportsnelheid afstellen Als de machine kruipt wanneer het tractiepedaal in de neutraalstand staat, moet de contraveer van de neutraalstand worden afgesteld. 1.
Onderhoud koelsysteem Het radiateurscherm reinigen Het scherm en de radiateur moeten schoon worden gehouden om te voorkomen dat de motor oververhit raakt. Controleer en reinig het scherm en de radiateur dagelijks of indien nodig elk uur. Reinig deze onderdelen vaker in stoffige, vuile omstandigheden. 1. Verwijder het radiateurscherm (Figuur 50). g014625 Figuur 49 1. Contramoer 3. Draaitapbout 2. Moer 3.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Remmen afstellen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met een erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie.
Onderhoud hydraulisch systeem Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Vul het hydraulische reservoir met hydraulische olie, raadpleeg Hydraulische tank vullen. (bladz. 29). 4. Start de motor en laat deze 3 tot 5 minuten stationair lopen om de vloeistof te laten circuleren en het systeem te ontluchten. 5. Zet de machine af, controleer het vloeistofpeil opnieuw en vul indien nodig opnieuw bij. 6.
Onderhoud van maaidek 6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien op instelling 1 (Figuur 54). De messenkooien wetten WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd vingers, handen of kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen. • Probeer de messenkooien nooit met uw handen of voeten te draaien of aan te raken terwijl de motor draait. 1.
Diagnostisch systeem – Als de code 123 is, is het knipperpatroon als volgt: ############_### • Als er meerdere storingen zijn, begint de Diagnose van het onderhoudsindicatielampje knippercode voor het tiental van de volgende storing na een pauze na de eenheden van de eerste storing. Het onderhoudsindicatielampje brandt als er een storing optreedt in de machine. Als dit lampje brandt, kunt u de computercodes bekijken om te achterhalen wat het probleem is. Schakel hiervoor de diagnostische modus in.
Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten invetten en smeren. 2. Blokken onder wielen plaatsen om de wielgewichten te verwijderen. 3.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.