Form No. 3449-981 Rev A Greensmaster® 3400 TriFlex® tractie-eenheid Modelnr.: 04520—Serienr.: 408000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inspecteren en reinigen na het maaien.............. 27 De machine transporteren ................................ 28 De machine slepen ........................................... 28 Onderhoud .............................................................. 29 Veiligheid bij onderhoud.................................... 29 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 30 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 31 Onderhoud motor ................................................
Veiligheid Stalling .................................................................... 51 Veiligheid tijdens opslag ................................... 51 Voorbereidingen voor stalling ........................... 51 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen als u de instellingsprocedures voltooit. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding.
decal131-2046 131-2046 1. Dubbel licht 2. Enkelvoudig licht 3. Uit decal133-8062 133-8062 decal115-8226 115-8226 1. Kantelgevaar – Lees de Gebruikershandleiding; draag een veiligheidsgordel; de rolbeugel niet verwijderen. decal119-9346 119-9346 1. Druk het pedaal in om te ontgrendelen. 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
decal136-8506 decal136-8505 136-8506 136-8505 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal139-6492 139-6492 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Laag hydraulische vloeistofpeil indicator decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. 8-messen maai-eenheid 5. 14-messen maai-eenheid 7. Snel 2. 5-messen maai-eenheid 4. 11-messen maai-eenheid 6. Toerental messenkooi 8.
decal139-6493 139-6493 1. Messenkooien neerlaten en uitschakelen. 2. Messenkooien opheffen en uitschakelen. 8. Messenkooi – maaien 9. Messenkooi – wetten 3. Maairichting 10. Choke 4. Snel 5. Langzaam 11. Motor – starten 12. Motor – lopen 6. Neutraalstand 7. Messenkooi – transport 13.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Rolbeugel Bout (½" x 3¾") Flensmoer (½") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 2 Set met stoel (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler) 1 De stoel aan de basis monteren. 1 De onderhoudssticker en de maaisticker aanbrengen. 3 4 Onderhoudssticker (onderdeelnr.
Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Gebruikershandleiding van de motor 1 Gebruiken om motorgegevens op te zoeken. Conformiteitsverklaring Geluidscertificaat 1 1 Voor CE-conformiteit. Contactsleuteltjes 2 De motor starten. 1 De rolbeugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (½" x 3¾") 4 Flensmoer (½") Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2.
3 De onderhoudssticker en de maaisticker aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Onderhoudssticker (onderdeelnr. 139-2728) 1 Maaisticker (115-8156) g291702 Figuur 5 Standaard stoel (modelnr. 04508) Procedure 1. Maaisticker Breng de onderhoudssticker (onderdeelnr. 139-2728) en de maaisticker (onderdeelnr. 115-8156) aan op de stoel; zie Figuur 4 voor de premium stoel (modelnr. 04719) of Figuur 5 voor de standaard stoel (modelnr. 04508). 2.
3. Zet het stuur vast op de as met een borgmoer en trek die aan tot 27-35 N∙m (Figuur 6). 4. Plaats de dop op het stuurwiel en bevestig deze met 6 bouten (Figuur 6). 7 De haken van de grasvanger monteren 5 Benodigde onderdelen voor deze stap: De accu opladen 6 Haken van grasvanger 12 Flensbouten Geen onderdelen vereist Procedure Procedure Laad de accu op; zie De accu opladen (bladz. 37).
8 10 De maai-eenheden monteren De set met CE-scherm monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Meetstaaf 3 Maai-eenheid (verkrijgbaar bij uw erkende Toro distributeur) 3 Grasvanger 1 Procedure Monteer de CE beschermkap set; zie de Montage-instructies voor de CE Beschermkap Set voor de Greensmaster 3400 tractie-eenheid. Procedure 1. Bereid de maai-eenheden voor op installatie; zie de Gebruikershandleiding van de maai-eenheden. 2.
12 De bandenspanning verlagen Geen onderdelen vereist g235881 Figuur 8 Procedure 1. Locatie van waarschuwingssticker De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending opzettelijk te hard opgepompt. Verklein de druk in de banden volgens de aanbevelingen alvorens de machine te starten; zie De bandenspanning controleren (bladz. 38). • Breng de CE-markeringssticker aan op het frame, onder de voorkant van de stoel (Figuur 9). 13 De remmen polijsten Geen onderdelen vereist g233420 Procedure Figuur 9 1.
Algemeen overzicht van de machine g014603 Figuur 12 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelingspedaal van stuurarm 2. Tractiepedaal – achteruit g014674 Figuur 11 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8. Maai-eenheden Bedieningsorganen g005105 Figuur 13 Tractiepedaal De rijsnelheden zijn als volgt: Het tractiepedaal (Figuur 12) heeft 3 functies: de machine vooruit en achteruit laten rijden en tot stilstand brengen.
Vergrendelingspedaal van stuurarm Schakelhendel De schakelhendel (Figuur 14) heeft 2 tractiestanden plus een NEUTRAALSTAND . U kunt van maaien naar transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is; hierdoor wordt de machine niet beschadigd. Druk het pedaal in (Figuur 12) en breng de stuurarm omhoog of omlaag tot een comfortabele positie en laat het pedaal los om de arm te vergrendelen.
Urenteller Wethendel De urenteller (Figuur 15) toont het totale aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar op AAN staat. De wethendel bevindt zich onder de plastic kap links van de stoel. De wethendel (Figuur 17) wordt in combinatie met de maai-/hefhendel en de toerenregelaar van de messenkooien gebruikt om de messenkooien te wetten. g014620 Figuur 17 1. Wethendel – maaistand 2. Wethendel – wetstand g307330 Figuur 15 1.
Instelhendel bestuurdersstoel De hendel voor de lengte-instelling van de stoel bevindt zich links vooraan de stoel (Figuur 19). Deze laat toe de stoel naar voren of naar achteren te verstellen. Opmerking: Als de stoel nog verder moet versteld worden, kunt u de 4 moeren verwijderen waarmee de schuifrails van de stoel aan de basis zijn bevestigd en de schuifrails van de stoel naar de tweede reeks montageopeningen verplaatsen. g014626 Figuur 20 1.
Gebruiksaanwijzing gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
• Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de ◊ Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast. brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte. ◊ De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel.
• Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt • Controleer het oliepeil in de motor – zie • • • • • Motoroliepeil controleren. (bladz. 32). Water aftappen uit het brandstoffilter – zie Water aftappen uit het brandstoffilter (bladz. 34). Het koelsysteem controleren – zie Onderhoud koelsysteem (bladz. 40). Controleer de bandenspanning – zie De bandenspanning controleren (bladz. 38). Controleer het peil van de hydraulische vloeistof – zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 43).
• • • • • • • • • • en aanbevolen onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode. kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. U bent verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid. Onderzoek de toestand van het werkgebied om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op de helling. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert.
De motor afzetten moet de machine de eerste één tot twee minuten vooruit en achteruit worden gezet. Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de stuurreactie te controleren. Schakel de motor dan uit en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen; zie De motor afzetten (bladz. 24). Controleer op olielekken, loszittende onderdelen en andere zichtbare gebreken. De machine controleren nadat u de motor hebt gestart 1. Zet de gashendel op SNEL. 2.
1. Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op NEUTRAAL, zet de schakelhendel op NEUTRAAL, en stel de parkeerrem in werking. 2. Probeer het tractiepedaal naar voren of naar achteren te bewegen. neer te laten. De maaidekken moeten omlaag bewegen, maar mogen niet gaan draaien. Als ze beginnen te draaien werkt het veiligheidssysteem niet naar behoren; verhelp het probleem voordat u de machine gebruikt. Het pedaal mag niet bewegen; dit betekent dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt.
3. Druk de bedieningshendel van de hefinrichting naar voren op het moment dat de voorste randen van de grasvangers over de buitenrand van de green komen. Opmerking: Hiermee laat u de maaidekken neer op de grasmat en start u de messenkooien. Belangrijk: De middelste maai-eenheid komt iets later omhoog en omlaag dan de voorste maai-eenheden; daarom moet u zich de timing eigen maken die nodig is om het maaien van overgebleven gras tot een minimum te beperken.
• Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden en maai-eenheden ingeschakeld zijn, omdat hierdoor het gras kan worden beschadigd. Laat de machine ook niet stoppen op een natte green omdat de wielen van de machine dan sporen of afdrukken kunnen achterlaten. de aandrijvingen, om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op. • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten als u de machine stalt of sleept.
1. Doe het volgende nadat u de machine hebt gereinigd: • Controleer de machine op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen. • Controleer of de maai-eenheden scherp genoeg zijn. • Smeer de remas met SAE 30 olie of een sproeismeermiddel om corrosie te voorkomen en ervoor te zorgen dat de machine tot tevredenheid blijft werken als u deze de volgende keer gebruikt.
Onderhoud VOORZICHTIG Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren/legen. Brandstofpeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Oliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen.
Onderhoud motor 3. Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. • Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil door het filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. 4.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau op of onder de bijvulmarkering Add op de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering FULL te brengen. Niet te vol vullen.
Onderhoud brandstofsysteem Water aftappen uit het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks g014754 Figuur 29 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer één slag en tap eventueel water af (Figuur 31). 1. Aftapplug 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 30). Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. g014720 Figuur 31 1.
Vervangen van het brandstoffilter/waterscheider Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren 1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 32) onder de brandstoftank. 6. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een ½ tot ¾ slag. 7. Verzeker dat de filter-aftapplug gesloten is. Open de brandstofafsluitklep.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap. g253380 Figuur 34 1.
g339469 Figuur 36 g253379 1. Bout 2. Ring 4. Moer 5. Radiateur 3. Bevestiging 6. Achterkant van de machine Figuur 35 1. Pluskabel van de accu 2. Minkabel van de accu 3. 2. Sluit de minkabel weer op de accu aan en draai de moer van de accuklem vast (Figuur 35). De accu opladen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten alle drie de wielen een spanning van minimaal 0,83 tot maximaal 1,10 bar hebben. Torsie van wielmoeren controleren g195277 Figuur 37 Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur 1. Start/lopen, Diagnostische 5. Lichten en lekdetector – 15 A lampjes en gloeibougie – 7,5 A 2. Messenkooi inschakelen, 6. Starter – 15 A omhoog/omlaag, ventilator – 7,5 A 3.
A. spanning op de kabel voelt, voer dan de volgende afstelprocedure uit: Draai de moer los waarmee de excentriek is bevestigd aan de bovenkant van de hydrostaat (Figuur 38). g340662 g014616 Figuur 39 Figuur 38 1. Excentriek 1. Pedaalaanslag 2. Borgmoer B. Zet de schakelhendel op NEUTRAAL en de gashendel op LANGZAAM. Start de motor. C. Draai aan de excentriek totdat de machine niet meer naar voren of naar achteren kruipt.
Maaisnelheid afstellen Onderhoud koelsysteem De maaisnelheid is in de fabriek afgesteld op 6,1 km per uur. Veiligheid van het koelsysteem U kunt de voorwaartse rijsnelheid instellen van 0 tot 8 km per uur. 1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 40). 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd. • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
2. Blaas de radiateur schoon met perslucht en doe dit vanaf de zijde met de ventilator. 3. Reinig het radiateurscherm en monteer het. bij met een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Niet te vol vullen. 4. Koelvloeistofpeil controleren De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 4,6 liter. Vul het koelsysteem met een 50/50 oplossing van water en permanente antivries op basis van ethyleenglycol.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De remmen polijsten De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Onderhoudsinterval: Jaarlijks Rijd met de machine op maaisnelheid en rem stevig totdat de remmen heet zijn; dit zult u ruiken. Mogelijk moet u de remmen bijstellen na de inloopperiode, zie Remmen afstellen (bladz. 42). Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Controleer dat de riem op de goede spanning staat om de goede werking van de machine te verzekeren en onnodige slijtage te voorkomen.
Onderhoud hydraulisch systeem vloeistof niet verkrijgbaar is, kunt u een andere conventionele, petroleumgebaseerde hydraulische vloeistof gebruiken die aan de volgende materiaaleigenschappen en de industrienormen voldoet. Gebruik geen synthetische vloeistof. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product. Veiligheid van het hydraulische systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen.
Belangrijk: Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks. of wit venster van plastic aan de voorkant van het reservoir voor hydraulische vloeistof (achter de bestuurdersstoel aan de linkerkant van de machine) om het peil van de hydraulische vloeistof te controleren. Het peil moet tussen de strepen op het venster of de markeringen op de peilstok staan. Zo niet, voeg dan geschikte vloeistof toe.
Onderhoud van de maai-eenheid Opmerking: Als u de vloeistof niet gaat aftappen, maak de hydraulische slang naar het filter dan los en sluit deze af. 2. 3. 4. 5. Vul het nieuwe filter met de juiste hydraulische vloeistof, smeer vet op de afdichtingspakking en draai het filter met de hand vast totdat de pakking in contact komt met de cilinderkop. Draai het filter vervolgens nog eens ¾ slag.
g014609 Figuur 48 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm g014596 Figuur 46 1. Steun (niet meegeleverd) 2. Moer van de stelschroef van de snijbalk (2) 3. Vergrendeling – geopende stand Maaidekken monteren 1. Klap de voetsteun omhoog zodat u bij de middelste maai-eenheid kunt (Figuur 47). VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt. Houd uw vingers uit de buurt van het gebied waar de voetsteun terug kan klappen terwijl deze open staat.
g014605 Figuur 51 1. Messenkooimotor 3. 2. Motorbevestigingsstang Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarm (Figuur 52). g014690 Figuur 50 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas g014608 Figuur 52 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de 7. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 8. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken.
6. Rol de maai-eenheid onder de ophangarm vandaan. 7. Herhaal indien nodig stap 2 tot en met 6 voor de andere maai-eenheden. 5. Draai de wethendel naar ACHTERUIT (R) (Figuur 53). Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact tussen het ondermes en de messenkooi controleren, ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar was.
en de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u stappen4 tot en met 8. 11. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u wilt wetten. 12. Als u klaar bent, zet de wethendels dan op VOORUIT (F), plaats de kap, en spoel de wetpasta van de maaidekken. Stel indien nodig het contact tussen de messenkooi en het ondermes af. Zet de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste maaistand.
Tabel met messenkooitoerental Tabel met messenkooitoerental Maai-eenheid met 5 messen Maaihoogte Maai-eenheid met 11 messen Maai-eenheid met 8 messen Maaieenheid met 14 messen Rijsnelheid 6,1 km/uur 8,0 km/uur 6,1 km/uur 8,0 km/uur 6,1 km/uur 8,0 km/uur 6,1 km/uur Instelling messenkooitoerental 1,6 mm *N.A. *N.A. 9 *N.A. 9 *N.A. 9 2,4 mm *N.A. *N.A. 9 *N.A. 9 *N.A. 9 3,2 mm *N.A. *N.A. 9 *N.A. 9 *N.A. *N.A. 4,0 mm *N.A. *N.A. 9 *N.A. 9 *N.A. *N.A. 4,8 mm *N.A.
worden weergegeven met behulp van een reeks knipperende lichtjes, als volgt: Stalling • Als er geen storingen zijn, knippert het lampje Veiligheid tijdens opslag gelijkmatig met een gemiddelde snelheid, zonder pauzes (1 Hz). • Zet de machine af, verwijder het contactsleuteltje • Als er een storing is, knippert het lampje eerst het eerste getal (het tiental), dan volgt een pauze en vervolgens het tweede getal (de eenheden).
9. Indien mogelijk moet u de accu opslaan op een warme, droge plaats.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.