Form No. 3422-456 Rev B Greensmaster® 3400 TriFlex® tractie-eenheid Modelnr.: 04520—Serienr.: 403099001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
Veiligheid bij onderhoud.................................... 30 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 31 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 32 Onderhoud motor ................................................ 33 Veiligheid van de motor..................................... 33 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 33 Motorolie verversen .......................................... 33 Onderhoud brandstofsysteem .............................
Veiligheid • Houd handen en voeten uit de buurt van de Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen indien u de installatie voltooit en de stoel, rolbeugel, CE-stickers, schermset en de juiste gewichtenset monteert.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. 8-messen maai-eenheid 5. 14-messen maai-eenheid 7. Snel 2. 5-messen maai-eenheid 4. 11-messen maai-eenheid 6. Toerental messenkooi 8. Langzaam decal115-8155 115-8155 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik geen choke of startvloeistof. decal115-8203 115-8203 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. decal115-8226 115-8226 2. Radiateur ventilator – 50 A 1.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 1. Risico van explosie 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. decal133-8062 133-8062 5. Lees de Gebruikershandleiding.
decal132-9549 132-9549 4. Motor – starten 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Peil van de hydraulische vloeistof 5. Motor – lopen 3. Choke 6. Motor – afzetten decal136-8506 136-8506 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; zorg dat u instructie hebt ontvangen alvorens de machine te bedienen. 2. Waarschuwing – U moet gehoorbescherming dragen. 3.
decal138-9695 138-9695 1. Motorsnelheid – snel 2. Motorsnelheid – langzaam 7. Toerental van messenkooi – neutraal 8. Messenkooi – transport 3. Messenkooien neerlaten en uitschakelen. 4. Messenkooien opheffen en uitschakelen. 9. Messenkooi – maaien 10. Messenkooi – wetten 5. Toerental van messenkooi – snel 11. Rij vooruit. 6.
decal136-8505 136-8505 Vervangt sticker 136-8506 voor CE-conforme machines Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Rolbeugel Bout (½" x 3¾") Flensmoer (½") 1 4 4 De rolbeugel monteren. 2 Voltooiingsset voor stoel 1 De stoel aan de basis monteren. 3 Stuurwiel Borgmoer (1½") Ring Dop van stuur 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren. 4 Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen.
1 2 De rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (½" x 3¾") 4 Flensmoer (½") 1 Voltooiingsset voor stoel Procedure Bestel de gewenste bestuurdersstoel bij de distributeur en monteer deze op de machine; zie de montage-instructies in de set. Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2. Verwijder de rolbeugel uit de transportverpakking. 3.
4. Plaats de dop op het stuurwiel en bevestig deze met 6 bouten (Figuur 4). 4 De accu in gebruik nemen en opladen g005080 Figuur 5 Geen onderdelen vereist Procedure 3. Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. Giet voorzichtig accuzuur in elke cel totdat de vloeistof ongeveer 6 mm boven de platen staat (Figuur 6).
Belangrijk: Als u de accu minder lang dan hierboven vermeld oplaadt, kan dat de levensduur van de accu verkorten. 6. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. Opmerking: Nadat de accu in gebruik is genomen, mag u deze indien nodig uitsluitend bijvullen met gedistilleerd water, hoewel dit in normale gebruiksomstandigheden bij onderhoudsvrije accu's niet nodig is.
6 7 De haken van de grasvanger monteren De maai-eenheden monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 6 Haken van grasvanger 12 Flensbouten Procedure Monteer de 6 haken voor de grasvanger aan de uiteinden van de ophangarm met behulp van 12 flensbouten (Figuur 8). 1 Meetstaaf 3 Maai-eenheid (verkrijgbaar bij uw erkende Toro distributeur) 3 Grasvanger Procedure 1.
9 De set met CE-scherm monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Set met CE-scherm― onderdeelnummer 04442 (afzonderlijk verkocht) g233420 Figuur 9 1. Sticker CE-markering Procedure Monteer de CE beschermkap set; zie de Montage-instructies voor de CE Beschermkap Set voor de Greensmaster 3400 tractie-eenheid.
Algemeen overzicht van de machine g014603 Figuur 11 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelingspedaal van stuurarm 2. Tractiepedaal – achteruit g014674 Figuur 10 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8. Maai-eenheden Bedieningsorganen g005105 Figuur 12 Tractiepedaal De rijsnelheden zijn als volgt: Het tractiepedaal (Figuur 11) heeft 3 functies: de machine vooruit en achteruit laten rijden en tot stilstand brengen.
Vergrendelingspedaal van stuurarm Schakelhendel Druk het pedaal in (Figuur 11) en breng de stuurarm omhoog of omlaag tot een comfortabele positie en laat het pedaal los om de arm te vergrendelen. De schakelhendel (Figuur 13) heeft 2 tractiestanden plus een NEUTRAALSTAND . U kunt van maaien naar transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is; hierdoor wordt de machine niet beschadigd.
Urenteller Wethendel De urenteller (Figuur 14) toont het totale aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar op AAN staat. De wethendel bevindt zich onder de plastic kap links van de stoel. De wethendel (Figuur 16) wordt in combinatie met de maai-/hefhendel en de toerenregelaar van de messenkooien gebruikt om de messenkooien te wetten. g014620 Figuur 16 1. Wethendel – maaistand 2.
Instelhendel bestuurdersstoel Brandstofafsluitklep De hendel voor de lengte-instelling van de stoel bevindt zich links vooraan de stoel (Figuur 18). Deze laat toe de stoel naar voren of naar achteren te verstellen. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 19) achter de stoel en onder de benzinetank voordat u de machine opslaat of transporteert op een vrachtwagen of een aanhanger.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 151 cm Wielloopvlak 128 cm Wielbasis 123 cm Totale lengte (met grasvangers) 249 cm Totale breedte 179 cm Totale hoogte 205 cm Nettogewicht met messenkooien (11 messen) 696 kg bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
• Bewaar de machine en het brandstofvat niet ◊ De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. ◊ Neem voor verdere informatie over biodiesel contact op met een erkende Toro distributeur.
• Controleer het peil van de hydraulische vloeistof – zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 43). • Controleer het contact tussen de messenkooi en het ondermes – zie Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren (bladz. 48). Veiligheid tijdens het werk Algemene veiligheid • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke ongelukken te voorkomen.
• Schakel de aandrijving van de maai-eenheid • • • machine te gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag op dit terrein kunt gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot gevolg hebben dat de machine anders reageert op hellingen. – Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk. – Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit.
De machine controleren nadat u de motor hebt gestart veelvuldig op olielekken, losse bevestigingen of andere gebreken. Starten van de motor Belangrijk: Gebruik geen ether of andere soorten 1. Zet de gashendel op SNEL. startvloeistof. 2. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting kort naar voren.
3. De schakelhendel controleren Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine opslaat. Veiligheidssysteem controleren 1. Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op NEUTRAAL, zet de schakelhendel op NEUTRAAL, en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de schakelhendel op MAAIEN of op TRANSPORT en probeer de motor te starten. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De motor mag niet aanslaan of starten; dit betekent dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt.
• Zet de schakelhendel op TRANSPORT. • Gebruik de remmen om de machine langzamer Opmerking: De vertraging bij het omhoog en omlaag komen hangt af van de temperatuur van de hydraulische vloeistof. Koude hydraulische vloeistof leidt tot een grotere vertraging. Naarmate de vloeistoftemperatuur stijgt, zal de vertragingstijd korter worden. te laten rijden als u een steile helling afrijdt om te voorkomen dat u de macht over het stuur verliest.
maai-eenheden ingeschakeld zijn, omdat hierdoor het gras kan worden beschadigd. Laat de machine ook niet stoppen op een natte green omdat de wielen van de machine dan sporen of afdrukken kunnen achterlaten. De buitenste rand maaien en het werk voltooien 1. Maak het werk af door de buitenste rand van de green te maaien. Maai in een andere richting dan de voorgaande keer. Opmerking: Gebruik de gashendel om de snelheid van de machine aan te passen als u de buitenste rand maait.
• Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen. als u de machine stalt of transporteert. • Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u de machine transporteert of niet gebruikt. • Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als de achterste spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van de machine lopen (Figuur 24).
g014627 Figuur 25 1. Omloopklep – sleuf getoond in gesloten (horizontale) stand 2. Voordat u de motor start, moet u de omloopklep sluiten door deze zo te draaien dat de sleuf horizontaal staat (Figuur 25). Belangrijk: U mag de motor niet starten als de omloopklep open is.
Onderhoud VOORZICHTIG Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • De hydraulische vloeistof verversen en het filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren/legen. Brandstofpeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Oliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen.
Onderhoud motor 3. Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. • Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil door het filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. 4.
Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau op of onder de bijvulmarkering Add op de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering FULL te brengen. Niet te vol vullen.
Onderhoud brandstofsysteem Water aftappen uit het brandstoffilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks g014754 Figuur 29 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit. 2. Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter. 3. Open de aftapplug op het brandstoffilter ongeveer één slag en tap eventueel water af (Figuur 31). 1. Aftapplug 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 30). Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. g014720 Figuur 31 1.
Vervangen van het brandstoffilter/waterscheider Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren 1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 32) onder de brandstoftank. 6. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een ½ tot ¾ slag. 7. Verzeker dat de filter-aftapplug gesloten is. Open de brandstofafsluitklep.
Onderhoud elektrisch systeem oplossing van ammoniak of natriumbicarbonaat is gedompeld. 4. Veiligheid van het elektrisch systeem Belangrijk: Verwijder nooit de vuldoppen als u de accu reinigt. WAARSCHUWING • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten alle drie de wielen een spanning van minimaal 0,83 tot maximaal 1,10 bar hebben. Torsie van wielmoeren controleren g195277 Figuur 34 Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur 1. Start/lopen, Diagnostische 5. Lichten en lekdetector – 15 A lampjes en gloeibougie – 7,5 A 2. Messenkooi inschakelen, 6. Starter – 15 A omhoog/omlaag, ventilator – 7,5 A 3.
A. spanning op de kabel voelt, voer dan de volgende afstelprocedure uit: Draai de moer los waarmee de excentriek is bevestigd aan de bovenkant van de hydrostaat (Figuur 35). g015494 g014616 Figuur 36 Figuur 35 1. Excentriek 1. Pedaalaanslag 2. Borgmoer B. Zet de schakelhendel op NEUTRAAL en de gashendel op LANGZAAM. Start de motor. C. Draai aan de excentriek totdat de machine niet meer naar voren of naar achteren kruipt.
Maaisnelheid afstellen Onderhoud koelsysteem De maaisnelheid is in de fabriek afgesteld op 6,1 km per uur. Veiligheid van het koelsysteem U kunt de voorwaartse rijsnelheid instellen van 0 tot 8 km per uur. 1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 37). 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd. • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
2. Blaas de radiateur schoon met perslucht en doe dit vanaf de zijde met de ventilator. 3. Reinig het radiateurscherm en monteer het. bij met een oplossing die half uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Niet te vol vullen. 4. Koelvloeistofpeil controleren De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 4,6 liter. Vul het koelsysteem met een 50/50 oplossing van water en permanente antivries op basis van ethyleenglycol.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De remmen polijsten De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Onderhoudsinterval: Jaarlijks Rijd met de machine op maaisnelheid en rem stevig totdat de remmen heet zijn; dit zult u ruiken. Mogelijk moet u de remmen bijstellen na de inloopperiode, zie Remmen afstellen (bladz. 42). Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Controleer dat de riem op de goede spanning staat om de goede werking van de machine te verzekeren en onnodige slijtage te voorkomen.
Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
hoge kwaliteit. Voordat u de machine dagelijks gebruikt, moet u het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Uw machine heeft een peilstok of wit venster van plastic aan de voorkant van het reservoir voor hydraulische vloeistof (achter de bestuurdersstoel aan de linkerkant van de machine) om het peil van de hydraulische vloeistof te controleren. Het peil moet tussen de strepen op het venster of de markeringen op de peilstok staan. Zo niet, voeg dan geschikte vloeistof toe. 6.
Onderhoud van maaidek (bladz. 43) en Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 43). 4. 5. Start de motor en laat deze 3 tot 5 minuten stationair lopen om de vloeistof te laten circuleren en het systeem te ontluchten. Zet de motor af en controleer het vloeistofpeil. Veiligheid van de messen Raadpleeg en voltooi de procedure in Veiligheid bij onderhoud (bladz. 30).
g014609 Figuur 45 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm g014596 Figuur 43 1. Steun (niet meegeleverd) 2. Moer van de stelschroef van de snijbalk (2) 3. Vergrendeling – geopende stand Maaidekken monteren 1. Klap de voetsteun omhoog zodat u bij de middelste maai-eenheid kunt (Figuur 44). VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt. Houd uw vingers uit de buurt van het gebied waar de voetsteun terug kan klappen terwijl deze open staat.
g014605 Figuur 48 1. Messenkooimotor 3. 2. Motorbevestigingsstang Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarm (Figuur 49). g014690 Figuur 47 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas g014608 Figuur 49 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de 7. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 8. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken.
6. Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan. 7. Herhaal indien nodig stap 2 tot en met 6 voor de andere maaidekken. de wijzer het nummer aanwijzen dat u bepaald hebt in stap 3. Opmerking: U kunt het toerental van de messenkooien verhogen of verlagen om te compenseren voor de veranderingen in de gazonomstandigheden.
11. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u wilt wetten. 12. Als u klaar bent, zet de wethendels dan op VOORUIT (F), plaats de kap, en spoel de wetpasta van de maaidekken. Stel indien nodig het contact tussen de messenkooi en het ondermes af. Zet de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste maaistand. Belangrijk: Als de wethendel na het wetten niet op VOORUIT (F) wordt gezet zullen de maaidekken niet omhoog gaan of goed functioneren. g014620 Figuur 51 1. Wethendel – VOORUIT 6. 2.
Diagnostisch systeem – Als de code 123 is, is het knipperpatroon als volgt: ############_### • Als er meer dan 1 storing is, begint de knippercode Diagnose van het onderhoudsindicatielampje voor het tiental van de volgende storing na een pauze na de eenheden van de eerste storing. Opmerking: Het systeem slaat alleen de 3 meest recente storingscodes op. Het onderhoudsindicatielampje brandt als er een storing optreedt in de machine.
Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Zet altijd de motor af, verwijder het sleuteltje (indien aanwezig), wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u ze afstelt, schoonmaakt, stalt of repareert. 2. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. Indien nodig: slijp de kooien en ondermessen, zie de Gebruikershandleiding van het maaidek.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.