Operator's Manual

Hetveiligheidssysteemvoorkomthetdraaienvande
messenkooien,tenzijdeschakelhendelopMAAIENstaat.
Voordagelijksdeonderstaandesysteemcontrolesuitomte
verzekerendathetveiligheidssysteemgoedwerkt:
1.Gaopdestoelzitten,zethettractiepedaalop
NEUTRAAL,zetdeschakelhendelopNEUTRAAL,en
steldeparkeerreminwerking.
2.Probeerhettractiepedaalintetrappen.
Alsuhetpedaalnietkuntintrappen,betekentditdat
hetveiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelphet
probleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
3.Gaopdestoelzitten,zethettractiepedaalop
NEUTRAAL,zetdeschakelhendelopNEUTRAAL,en
steldeparkeerreminwerking.
4.ZetdeschakelhendelopMAAIENofopTRANSPORT
enprobeerdemotortestarten.
Demotormagnietronddraaienofstarten,ditbetekent
dathetveiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelp
hetprobleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
5.Gaopdestoelzitten,zethettractiepedaalop
NEUTRAAL,zetdeschakelhendelopNEUTRAAL,en
steldeparkeerreminwerking.
6.Startdemotor,zetdeschakelhendelopMAAIENof
TRANSPORT.
Alsdemotorafslaat,betekentditdathet
veiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.
Verhelphetprobleemalshetsysteemnietnaarbehoren
werkt.
7.Blijfopdestoelzitten,zethettractiepedaalop
NEUTRAAL,zetdeschakelhendelopNEUTRAAL,en
steldeparkeerreminwerking.
8.Startdemotor.
9.Zetdeparkeerremvrij,zetdeschakelhendelop
MAAIENenbeweegomhooguitdestoel.
Alsdemotorafslaat,betekentditdathet
veiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelphet
probleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
10.Blijfopdestoelzitten,zethettractiepedaalop
NEUTRAAL,zetdeschakelhendelopNEUTRAAL,en
steldeparkeerreminwerking.
11.Startdemotor.
12.Beweegdebedieningshendelvandehenrichtingnaar
vorenomdemaaidekkenneertelaten.Demaaidekken
moetenomlaagbewegen,maarmogennietgaan
draaien.
Alszebeginnentedraaienwerkthetveiligheidssysteem
nietnaarbehoren;verhelphetprobleemvoordatude
machinegebruikt.
Lekdetectorcontroleren
Metdelekdetectorkuntuvroegtijdigeenolielekinhet
hydraulischesysteemontdekken.Alshetvloeistofpeilinde
hoofdtankvanhethydraulischesysteemmet118tot177ml
isgedaald,gaatdevlotterschakelaarindetankdicht.Na
1secondeklinkthetalarmomdebestuurdertewaarschuwen
(Figuur27).Tijdenshetgebruikvanmachinezaldevloeistof
gewoonlijkwarmwordenenuitzetten,waardoordevloeistof
naardehulptankzalstromen.Devloeistofkanterugstromen
naardehoofdtankalshetcontactsleuteltjeopUITisgedraaid.
G020735
Figuur25
Voorhetstarten(oliekoud)
1.Ontluchtingsdop
5.Elektromagnetische
retourklepopen
2.Vulbuis6.Vlotterschakelaaropen
3.Overloopbuis7.Geengeluid
4.Kijkglas
8.Vloeistofpeil(koud)
30