Form No. 3370-450 Rev A Greensmaster® 3320 TriFlex™ tractie-eenheid Modelnr.: 04530—Serienr.: 311000001 en hoger g014597 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. 1 g014685 Figuur 1 Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud Motorolie verversen en filter vervangen .............. 39 Bougies vervangen ............................................. 39 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 40 Brandstoffilter vervangen ................................... 40 Brandstofleidingen en -verbindingen .................. 41 Onderhoud elektrisch systeem ................................ 41 Onderhoud van de accu...................................... 41 Onderhoud van de zekeringen ............................
Veiligheid Voor ingebruikname • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als 54 kg is toegevoegd aan het achterwiel.
• Gebruik de machine nooit als de veiligheidsschermen niet stevig op hun plaats zitten. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar behoren werken. • Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze opslaat. Parkeer de machine niet in de nabijheid van een open vuur. • Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten als u de machine stalt of transporteert.
Gebruiksaanwijzing • Als een maaidek een vast voorwerp raakt of het voertuig abnormaal trilt, moet u onmiddellijk stoppen, de motor afzetten, wachten tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en het voertuig op beschadigingen controleren. Een beschadigde messenkooi of snijplaat moet worden gerepareerd of vervangen voordat u verder gaat met werken.
Geluidsdruk karton of papier. Doe dit niet met uw handen. Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan voldoende kracht hebben om door de huid heen te dringen, en letsel veroorzaken. Deze machine oefent een geluidsdruk van 81 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). • Voordat u het hydraulische systeem loskoppelt of werkzaamheden daaraan verricht, moet u alle druk in het systeem opheffen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 115-8156 1. Hoogte messenkooi 2. Maaidek met 5 messen 3. Maaidek met 8 messen 4. Maaidek met 11 messen 5. Maaidek met 14 messen 6. Toerental messenkooi 7. Langzaam 8. Snel 115-8224 1. Toerental messenkooi 2. Messenkooi uitschakelen 3.
117–9536 117–9537 Vervangt 117–9536 conform Europese voorschriften. 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 4. Machine kan kantelen – Verminder dus uw snelheid voordat u een bocht neemt, maak geen bocht bij een hoge snelheid. 5.
119-1657 1. Gas – snel 2. Gas – continu verstelbare regeling 3. Gas – langzaam 4. Messenkooien neerlaten en inschakelen. 5. Messenkooien omhoog brengen 6. Schakelhendel 7. Gebruiken voor transport 8. Gebruiken voor maaien 9. Neutraalstand – Gebruiken voor het wetten van messenkooien 119-1687 1. Uit 2. Koplampen 3. Aan 119-1658 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Waarschuwingslampje lekdetector 119-1688 1. Choke 2. Motor – Starten 10 3.
9-9345 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 119-9346 1. Pedaal indrukken om te ontgrendelen 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 11 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rolbeugel Bout (3/4 x 3-1/2 inch) Flensmoer (1/2 inch) Stoel Kabelboom van stoel Stuurwiel Borgmoer (1-1/2 inch) Ring Stuurwieldop 1 4 4 1 1 1 1 1 1 Geen onderdelen vereist – Accu in gebruik nemen en opladen.
1 2 Rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 1 Stoel 4 Bout (3/4 x 3-1/2 inch) 1 Kabelboom van stoel 4 Flensmoer (1/2 inch) Procedure Procedure Opmerking: Plaats de stoel in de voorste montageopeningen om de stoel 7,6 cm extra naar voren te kunnen zetten, of in de achterste montageopeningen om de stoel 7,6 cm extra naar achteren te kunnen zetten. 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2.
4. Verbind de vrije aansluiting van de hoofdkabelboom (rechts van de stoel) met de kabelboom die bij de stoel werd geleverd. 4 5. Leid de kabelboom van de stoel rond de stoelrails (zodat deze niet bekneld raakt als de stoel wordt versteld) en sluit deze aan op de poort aan de onderkant van de stoel. Accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist 3 Procedure Stuurwiel monteren Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult.
WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. Figuur 7 1.
1 2 3 4 5 De optionele oliekoeler monteren Geen onderdelen vereist Procedure 7 6 5 Als u de machine bedient in een warm klimaat, met omgevingstemperaturen hoger dan 29 °C of als de machine intensief wordt gebruikt (voor andere doelen dan het maaien van greens, zoals fairways of verticuteerwerkzaamheden), moet u een koelerset voor hydraulische vloeistof (onderdeelnummer 119-1691) op de machine monteren. g016293 Figuur 8 Benzinemodel getoond, uw model kan verschillen. 1. 2. 3. 4.
de motor en aandrijfkoppeling aan de linkerzijde van het maaidek. 1. Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los, zie Snelkoppelingen van de maaidekken (bladz. 23). 7 Maaidekken monteren VOORZICHTIG Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Meetstaaf 3 Maaidek (model 04613, 04614 of 04615) 3 Bovenste gewicht maaidek 6 Inbusschroeven 3 Grasvanger Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start.
bevinden. Monteer het gewicht op het maaidek met de bouten die u eerder verwijderd hebt. 6. Monteer een bovengewicht op het gewicht van de maaieenheid met 2 inbusschroeven (Figuur 11). 7. Voor het monteren van het middelste maaidek moet u de voetsteun omhoog klappen zodat u toegang heeft tot de plaats van het middelste maaidek (Figuur 12). VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt.
9 EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (117-9537) Procedure Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (117-9537) aanbrengen over de waarschuwingssticker (117-9536). Figuur 15 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang 13. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 14. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken. 15.
Algemeen overzicht van de machine 1 2 4 2 5 3 3 1 6 7 g014603 Figuur 17 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelpedaal van stuurstangarm 2. Tractiepedaal – achteruit 8 g014674 Figuur 16 1. 2. 3. 4. Motor Rolbeugel Bedieningspaneel Stoel 5. 6. 7. 8. Stuurwiel Tractiepedaal Voetsteun Maaidekken Bedieningsorganen Figuur 18 Tractiepedaal Het tractiepedaal (Figuur 17) heeft drie functies: de machine vooruit en achteruit te laten rijden en tot stilstand te brengen.
Schakelhendel Opmerking: U kunt de motor niet afzetten met de gashendel. De schakelhendel (Figuur 19) heeft twee tractiestanden plus een neutraalstand. U kunt van maaien naar transport en van transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is. De machine zal geen schade oplopen.
van de messenkooien gebruikt om de messenkooien te wetten. Figuur 22 1. Wetschakelaar – wetstand 2. Wetschakelaar – maaistand 1 Toerenregelaar van messenkooien g014600 Figuur 20 De toerenregelaar van de messenkooien bevindt zich onder de plastic kap links van de stoel. Met de toerentalregeling van de messenkooien (Figuur 23) kunt u het toerental van de messenkooien regelen. 1. Urenteller Parkeerremhendel Trek de remhendel (Figuur 21) omhoog om de parkeerrem in werking te stellen.
Snelkoppelingen van de maaidekken Voor het plaatsen, verwijderen of werken aan de maaidekken moet u altijd de maaidekken loskoppelen van de voedingsbron door de snelkoppelingen los te maken (Figuur 26). Deze vindt u onderaan de rolbeugel aan de linkerkant van de tractie-eenheid. Sluit de snelkoppelingen weer aan voordat u de machine gaat bedienen. 1 g014628 Figuur 24 1.
Werktuigen/Accessoires Gebruiksaanwijzing Een breed assortiment van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden ervan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met uw Erkende Toro-dealer of distributeur, of ga naar www.Toro.com voor een lijst met alle goedgekeurde en accessoires. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
2 1 GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen. • Vul de brandstoftank nooit als de machine op een aanhanger in een afgesloten ruimte staat. • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de benzinetank tot 25 mm vanaf de onderkant van de vulbuis.
Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de vloeistoffen die zij aanbevelen. 1. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 28).
Belangrijk: Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart en vervolgens dagelijks. wordt gebruikt bij hoge omgevingstemperaturen boven 29°C zijn uitgerust met een oliekoeler, zie 5 De optionele oliekoeler monteren (bladz. 16). Hydraulische tank vullen. Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. Laat de motor afkoelen zodat de vloeistof koud is. 2.
Torsie van wielmoeren controleren 4. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar rechts totdat de motor start. Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk is, opent u de choke door de chokehendel in de uit-stand te zetten. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden gebruikt. WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. 5.
Veiligheidssysteem controleren 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor en zet de schakelhendel in de maai- of transportstand. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt. Houd uw vingers uit de buurt van het gebied waar de voetsteun terug kan klappen terwijl deze open staat. 2 Figuur 33 g014602 1 1. Stang van ophangarm Figuur 31 1. Voetsteun – gesloten 2. Stang van maaidek 2. Voetsteun – geopend 5. Sluit de vergrendelingen rond de stang van het maaidek en vergrendel ze (Figuur 32). 3. Plaats het maaidek onder de middelste ophangarm.
3. Duw de motorbevestigingsstang uit de sleuven op de motor in de richting van het maaidek en verwijder de motor uit het maaidek. Figuur 35 1. Motor van de messenkooi 2. Motorbevestigingsstang 4. Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarm (Figuur 36). Figuur 34 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang 8. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 9. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken. 10.
de tractie-eenheid moet verplaatsen terwijl de maaidekken niet gemonteerd zijn, bevestig deze dan met kabelklembanden aan de ophangarmen. 5. Open de vergrendelingen op de stang van de ophangarm van het maaidek dat u wilt verwijderen (Figuur 32). 6. Maak de vergrendelingen van de stang van het maaidek los. 7. Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan. 8. Herhaal indien nodig stap 3 tot en met 7 voor de andere maaidekken. g014736 Figuur 37 9.
Dit beperkt de compactie tot een minimum en zorgt voor een verzorgd en aantrekkelijk maaipatroon op de greens. 1. Zorg ervoor dat er ruimte van ongeveer 13 cm vanaf de buitenrand van elke mand is. 2. Bevestig een strook witte tape of zet een streep op elke mand, die evenwijdig loopt aan de buitenrand van elke mand Figuur 39) 2. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting naar voren als de voorste rand van de grasmanden over de buitenrand van de green komt.
Dit voorkomt dat er gras op de green terechtkomt terwijl u de messenkooien omhoog brengt. 9. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de machine naar het volgende green rijdt. Zwaar en vochtig maaisel vormt een overmatige belasting van de manden en voegt onnodig gewicht toe aan de machine, waardoor de motor, het hydraulische systeem, de remmen, enz. zwaarder worden belast. Transport Zorg ervoor dat de maaidekken volledig omhoog zijn. Zet de schakelhendel in de transportstand.
1 g014627 Figuur 41 1. Omloopklep – sleuf getoond in gesloten (horizontale) stand 2. Voordat u de motor start, moet u de omloopklep sluiten door deze zo te draaien dat de sleuf horizontaal staat (Figuur 41). U mag de motor niet starten als de klep open is.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Alarm van lekdetector controleren (indien aanwezig). Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Het motoroliepeil controleren. De koelribben van de motor reinigen. Luchtfilter controleren.
Smering Onderhoud motor De machine smeren Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Het schuimelement van het luchtfilter reinigen (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Smeer de machine door nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden in de smeernippel te spuiten. 1.
Figuur 45 Figuur 44 1. Schuimelement 1. Aftapplug 2. Papierelement 2. Oliefilter 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 45). Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 4. Als u het schuimelement een onderhoudsbeurt geeft, moet u controleren in wat voor staat het papierelement verkeert. Klop het papierelement voorzichtig tegen een vlak oppervlak om het te reinigen of vervang het indien dit nodig is. 3.
Onderhoud brandstofsysteem 4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm bedraagt (Figuur 46). Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (Vervang eerder als de brandstofstroom wordt belemmerd.) Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de carburateur (Figuur 47). Let erop dat het peil op het filter van de brandstoftank af wijst.
Brandstofleidingen en -verbindingen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Onderhoud van de accu Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft. Sla de machine op in een koele ruimte om te voorkomen dat de accu ontlaadt. Controleer het zuurpeil om de 50 bedrijfsuren of om de 30 dagen, wanneer het voertuig is opgeslagen.
Onderhoud aandrijfsysteem weer vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. WAARSCHUWING De transmissie afstellen voor de neutraalstand CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
Transportsnelheid verminderen geborgd (Figuur 49). Controleer de afstelling met de gashendel op LANGZAAM en SNEL. 1. Trap het tractiepedaal in draai de borgmoer los waarmee de pedaalaanslag is bevestigd aan de vloerplaat. Opmerking: Als het wiel nog steeds draait terwijl de excentriek de maximale stand heeft bereikt, moet u voor verdere afstelling contact opnemen met een erkende servicedealer of de Onderhoudshandleiding raadplegen. 2.
Onderhouden remmen Onderhoud hydraulisch systeem Remmen afstellen Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met een erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie.
Onderhoud van maaidek 4. Start de motor en laat deze 3 tot 5 minuten stationair lopen om de vloeistof te laten circuleren en het systeem te ontluchten. De messenkooien wetten 5. Zet de machine af, controleer het vloeistofpeil opnieuw en vul indien nodig opnieuw bij. WAARSCHUWING 6. U moet de vloeistof en het filter op de juiste wijze afvoeren. Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Diagnostisch systeem 6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien naar instelling 1 (Figuur 54). Diagnose van het onderhoudsindicatielampje Het onderhoudsindicatielampje brandt als er een storing optreedt in de machine. Als dit lampje brandt, kunt u de computercodes bekijken om te achterhalen wat het probleem is. Schakel hiervoor de diagnostische modus in.
Stalling – Als de code 123 is, is het knipperpatroon als volgt: ############_### Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: • Als er meerdere storingen zijn, begint de knippercode voor het tiental van de volgende storing na een pauze na de eenheden van de eerste storing. 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek.
Schema's Elektrisch schema (opmerking: de optionele lekdetectieset is opgenomen in dit schema) (Rev.
Elektrisch schema – maaidekken (Rev.
g015568 Hydraulisch schema (Rev.
Opmerkingen: 51
De Toro Total Coverage garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.