Form No. 3372-221 Rev A Greensmaster® 3320 TriFlex™ tractie-eenheid Modelnr.: 04530—Serienr.: 312000001 en hoger g014597 Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. 1 g014685 Figuur 1 Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud Onderhoud van de zekeringen..................................39 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................40 De transmissie afstellen voor de neutraalstand ............40 Transportsnelheid afstellen ......................................40 Maaisnelheid afstellen .............................................41 Onderhouden remmen ..............................................41 Remmen afstellen ...................................................
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als 54 kg is toegevoegd aan het achterwiel. • Wees extra voorzichtig wanneer u met benzine of andere brandstof bezig bent.
• Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er • • • • • • zeker van te zijn dat de weg vrij is. Vervoer geen passagiers en zorg ervoor dat huisdieren en omstanders uit de buurt blijven. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. Zet de messenkooien stil als u niet maait. Gebruik de maaimachine niet als u onder de invloed van alcohol of drugs bent Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• • • • • • • • • • • • • Onderhoud en opslag – Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang. – Gebruik de serviceremmen als u een helling afdaalt, om de snelheid laag te houden en de machine onder controle te houden. Zet de motor af voordat u de manden leegmaakt. De maaidekken moeten omhoog worden gebracht als u van het ene werkgebied naar het andere rijdt.
Geluidsdruk Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 0,20 m/s2 Deze machine oefent een geluidsdruk van 81 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). Onzekerheidswaarde (K) = 0,15 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836. De geluidsdruk werd bepaald volgens de procedures in EN 836.
121–2641 1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 115-8200 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 121–6670 1. Schakel de messenkooien in. 2.
121–5169 1. Langzaam 2. Continu snelheidsregeling 121–2640 1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Kantelgevaar - Rijd nooit van of dwars op hellingen met een hellingshoek groter dan 15 graden. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine 5. Waarschuwing – Vergrendel de parkeerrem, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u de machine verlaat. 3. Snel 4.
119-9345 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 119-9346 1. Pedaal indrukken om te ontgrendelen 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 10 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rolbeugel Bout (3/4 x 3-1/2 inch) Flensmoer (1/2 inch) Stoel Kabelboom van stoel Stuurwiel Borgmoer (1-1/2 inch) Ring Stuurwieldop 1 4 4 1 1 1 1 1 1 Geen onderdelen vereist – Accu in gebruik nemen en opladen.
1 2 Rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 1 Stoel 4 Bout (3/4 x 3-1/2 inch) 1 Kabelboom van stoel 4 Flensmoer (1/2 inch) Procedure Procedure Opmerking: Plaats de stoel in de voorste montageopeningen om de stoel 7,6 cm extra naar voren te kunnen zetten, of in de achterste montageopeningen om de stoel 7,6 cm extra naar achteren te kunnen zetten. 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2.
4. Verbind de vrije aansluiting van de hoofdkabelboom (rechts van de stoel) met de kabelboom die bij de stoel werd geleverd. 4 5. Leid de kabelboom van de stoel rond de stoelrails (zodat deze niet bekneld raakt als de stoel wordt versteld) en sluit deze aan op de poort aan de onderkant van de stoel. Accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist 3 Procedure Stuurwiel monteren Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. 1.
WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. Figuur 7 1.
van de minpool (–) van de accu en zet deze vast met behulp van de bouten en moeren (Figuur 8). Schuif het rubberen stofkapje over de pluspool om eventuele kortsluiting te voorkomen. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. Figuur 9 1.
2 3 2 2 1 g014596 Figuur 10 1. Steun (niet meegeleverd) 2. Moer van de stelschroef van de snijplaat (2) Opmerking: Alle maaidekken worden geleverd met het contragewicht gemonteerd aan de rechterzijde en de motor en aandrijfkoppeling aan de linkerzijde van het maaidek. 1 g016294 Figuur 11 1. Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los, zie Snelkoppelingen maaidekstroom (bladz. 24). 1. Gewicht maaibereik (omkeren) 3. Inbusschroeven 2. Bovenste gewicht VOORZICHTIG 5.
8. Plaats het maaidek onder de ophangarm. 9. Zorg ervoor dat de vergrendelingen op de ophangarm omhoog wijzen (dus open staan) (Figuur 13), druk de ophangarm omlaag zodat de stang ervan over de stang aan de bovenkant van het maaidek valt (Figuur 14). 1 2 3 g014609 Figuur 13 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm 3. Vergrendeling – geopende stand Figuur 15 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang 13.
Algemeen overzicht van de machine 9 EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 4 2 Waarschuwingssticker (121-2640) 5 3 Procedure 1 6 Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (121-2640) aanbrengen over de waarschuwingssticker (121-2641). 7 8 g014674 Figuur 16 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8.
Opmerking: U kunt de motor niet afzetten met de gashendel. 1 4 5 3 2 2 3 1 g014603 Figuur 17 1. Tractiepedaal – vooruit 6 3. Vergrendelpedaal van stuurstangarm G017945 2. Tractiepedaal – achteruit Figuur 19 1. Contactschakelaar 4. Bedieningshendel van hefinrichting (voor omhoog/omlaag brengen van maaidekken) 2. Choke 3. Schakelhendel 5. Gashendel 6.
3 transport naar maaien schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine in beweging is. De machine zal geen schade oplopen. 4 2 • Achterste stand – neutraalstand en wetten 52.2V TORO • Middelste stand – maaien 1 • Voorste stand – transport 5 STOP n/min 13.2 10,000.0 Contactschakelaar Steek het sleuteltje in het contact (Figuur 19) en draai dit zo ver mogelijk naar rechts op START om de motor te starten.
• Functionele controlestatus - het konijn duidt op de Onderhoud rijmodus en de schildpad op de maaimodus. • Het oliedruklampje - brandt als de oliedruk gevaarlijk Onderdeelmenu Beschrijving uur Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor, messenkooien, weteenheid en ventilator, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd en oververhit is geweest. Tellingen Het aantal keer dat de machine voorverwarmd en gestart is geweest. laag is.
Machine Stap Vertragingstijd (seconden) Onderdeelmenu Beschrijving 1 Uit Model Het modelnummer van de machine. 2 0,050 3 0,100 Serienummer Het serienummer van de machine. 4 0,150 TEC 5001 De softwareversie van de hoofdbedieningseenheid. 5 0,200 6 0,250 InfoCenter De softwareversie van het InfoCenter. 7 0,300 CU1 De softwareversie van het eerste maaidek. 8 0,350 9 0,400 10 0,450 CU2 De softwareversie van het tweede maaidek. CU3 De softwareversie van het derde maaidek.
Code machineconfiguratie Instelhendel bestuurdersstoel In het instellingenmenu van het InfoCenter kunt u 5 configuratie-instellingen voor de bediening veranderen: vertraging omhoog/omlaag, tap-offvertraging, toerental messenkooi en toerental wetten. De gebruiker kan deze instellingen beveiligen met een code door naar het hoofdmenu te gaan en naar beneden te scrollen naar het menu Instellingen. Ga naar Instellingen beveiligen en selecteer AAN.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. 1 Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. g01462 6 Figuur 26 1.
Gebruiksaanwijzing langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil. Niet te vol vullen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. 5. Plaats de vuldop en de peilstok weer stevig op hun plaats. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige Bediening.
Het peil van de hydraulische vloeistof controleren GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Het reservoir met hydraulische vloeistof is in de fabriek gevuld met ongeveer 18,9 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof.
1 aantal temperatuursomstandigheden. Deze vloeistof is compatibel met gangbare minerale olie, maar met het oog op maximale biologische afbreekbaarheid en goede prestaties moet het hydraulische systeem grondig met gewone vloeistof worden gespoeld. De vloeistof is verkrijgbaar in containers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. 2 Opmerking: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen.
Bandenspanning controleren 2. Haal uw voet van het tractiepedaal en let erop dat het pedaal in de neutraalstand staat. De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending opzettelijk te hard opgepompt. Laat daarom wat lucht uit de banden ontsnappen totdat deze de juiste spanning hebben, voordat u de machine in gebruik neemt. 3. Zet de chokehendel op DICHT (uitsluitend als u een koude motor start) en de gashendel op halfgas. 4.
Veiligheidssysteem controleren transportstand. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. 4. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor. Zet de parkeerrem vrij, zet de schakelhendel in de Maaistand en kom overeind uit de bestuurdersstoel.
Opmerking: U kunt een klik horen en voelen als de vergrendelingen goed gesloten zijn. 2 6. Smeer schoon vet op de sleufas van de motor van het maaidek (Figuur 35). 7. Steek de motor in de linkerkant van het maaidek (gezien vanuit de bestuurdersstoel) en trek de motorbevestigingsstang op het maaidek in de richting van de motor totdat u aan beide kanten een klik hoort (Figuur 35). g014602 1 Figuur 32 1. Voetsteun – gesloten 2. Voetsteun – geopend 3. Plaats het maaidek onder de middelste ophangarm. 4.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. 2. Parkeer de machine op een schoon en horizontaal oppervlak, laat de maaidekken tot op de grond neer tot de ophanghydrauliek volledig is uitgetrokken.
links en dan naar rechts. Op deze manier kunt u de machine sneller richten voor de volgende maaibaan. Volg dezelfde procedure als u in de andere richting draait. Het is verstandig een draaiing zo kort mogelijk maken. Maak echter bij warm weer een ruimere boog om het gras zo min mogelijk te beschadigen. draaien, enz. In deze oefenperiode kunt u zich vertrouwd maken met de bediening en de werking van de machine.
deze omhoog brengt. Blijf vooruit maaien tot de messenkooi stopt met draaien en rijd vervolgens van de green af en breng de messenkooien omhoog Dit voorkomt dat er gras op de green terechtkomt terwijl u de messenkooien omhoog brengt. 9. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de machine naar het volgende green rijdt. Zwaar en vochtig maaisel vormt een overmatige belasting van de manden en voegt onnodig gewicht toe aan de machine, waardoor de motor, het hydraulische systeem, de remmen, enz.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Alarm van lekdetector controleren (indien aanwezig). Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Het motoroliepeil controleren. De koelribben van de motor reinigen. Luchtfilter controleren.
Smering Onderhoud motor De machine smeren Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Het schuimelement van het luchtfilter reinigen (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Smeer de machine door nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden in de smeernippel te spuiten. 1.
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 43). Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te vast draaien. 4. Het carter met olie vullen, zie Motoroliepeil controleren. (bladz. 25). 5. U moet de oude olie op de juiste wijze afvoeren. Bougies vervangen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Figuur 42 1.
Onderhoud brandstofsysteem momentsleutel gebruikt, moet u de bougie stevig vastdraaien. Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (Vervang eerder als de brandstofstroom wordt belemmerd.) Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de carburateur (Figuur 45). Let erop dat het peil op het filter van de brandstoftank af wijst. GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. Onderhoud van de accu Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft.
Onderhoud aandrijfsysteem bereikt, moet u voor verdere afstelling contact opnemen met een erkende servicedealer of de Onderhoudshandleiding raadplegen. Transportsnelheid afstellen De transmissie afstellen voor de neutraalstand Maximale transportsnelheid aftstellen Als de machine kruipt wanneer het tractiepedaal in de neutraalstand staat, moet de contraveer van de neutraalstand worden afgesteld.
Onderhouden remmen 3. Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te zetten. Remmen afstellen Maaisnelheid afstellen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met een erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie. De machine is afgesteld in de fabriek, maar de snelheid kan desgewenst worden gewijzigd. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem 5. Zet de machine af, controleer het vloeistofpeil opnieuw en vul indien nodig opnieuw bij. 6. U moet de vloeistof en het filter op de juiste wijze afvoeren.
Onderhoud van maaidek 10. Als de messenkooien vast komen te zitten of onregelmatig worden tijdens het wetten, verhoogt u het toerental tot dit gestabiliseerd wordt. De messenkooien wetten 11. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt afstellen, schakelt u de messenkooien uit door de maai-/hefhendel naar achteren te bewegen en de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u stappen4 tot en met 9.
Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie Smering. 2. Blokken onder wielen plaatsen om de wielgewichten te verwijderen. 3.
Schema's Elektrisch schema (opmerking: de optionele lekdetectieset is opgenomen in dit schema) (Rev.
Elektrisch schema – maaidekken (Rev.
g015568 Hydraulisch schema (Rev.
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.