Form No. 3418-668 Rev A Greensmaster® 3320 TriFlex® tractie-eenheid Modelnr.: 04530—Serienr.: 401380001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Toro dealer. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inhoud Onderhoud brandstofsysteem ............................. 38 Brandstoffilter vervangen.................................. 38 Brandstofleidingen en -verbindingen controleren.................................................... 39 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 39 Veiligheid van het elektrisch systeem................ 39 Onderhoud van de accu.................................... 40 De zekeringen vinden ....................................... 40 Machine starten met startkabel ....
Veiligheid • Gebruik de machine enkel als de nodige schermen en andere beveiligingsmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen indien u de juiste gewichtenset monteert. • Blijf uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders en huisdieren op een veilige afstand van de machine. • Laat geen kinderen het werkgebied betreden.
decal117-2718 117-2718 decal119-9346 119-9346 1. Druk het pedaal in om te ontgrendelen. decal115-8226 115-8226 1. Kantelgevaar: lees de Gebruikershandleiding, draag altijd een veiligheidsgordel tijdens het gebruik; verwijder de rolbeugel (ROPS) nooit. 5 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
decal132-9548 132-9548 1. Motorsnelheid – snel 2. Motorsnelheid – langzaam 7. Messenkooisnelheid – neutraal 8. Messenkooi – transport 3. Messenkooien neerlaten en uitschakelen 4. Messenkooien opheffen en uitschakelen 9. Messenkooi – maaien 10. Messenkooi – wetten 5. Toerental van messenkooi – Snel 11. Rij vooruit 6. Toerental van messenkooi – langzaam decal132-9550 132-9550 1. Choke 3. Motor – lopen 2. Motor – starten 4.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op een veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal136-8505 136-8505 Vervangt sticker 136-8506 voor CE-conforme machines Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Rolbeugel Bout (½" x 3¾") Flensmoer (½") Stoel Kabelboom van stoel Stuurwiel Borgmoer (1½") Ring Dop van stuur 1 4 4 1 1 1 1 1 1 4 Geen onderdelen vereist – 5 Oliekoelerset — Greensmaster 3300 serie tractie-eenheid (onderdeelnummer 119-1691 (apart verkrijgbaar)) 1 2 3 6 7 8 9 11 12 De rolbeugel monteren. De stoel aan de basis monteren. Het stuurwiel monteren.
Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Instructiemateriaal voor gebruiker 1 Lees/raadpleeg de documentatie voordat u de machine gebruikt. Conformiteitsverklaring Geluidscertificaat 1 1 Voor CE-conformiteit Contactsleuteltjes 2 Gebruik een sleuteltje om de motor te starten. 1 De rolbeugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (½" x 3¾") 4 Flensmoer (½") Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 2.
5. 2 De stoel monteren 3 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Stoel 1 Kabelboom van stoel Leid de kabelboom van de stoel rond de stoelrails (zodat deze niet bekneld raakt als u de stoel verstelt) en sluit deze aan op de poort aan de onderkant van de stoel.
2. 4 Maak de bovenkant van de accu schoon en verwijder de vuldoppen (Figuur 6). De accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist Procedure Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. g005080 Figuur 6 WAARSCHUWING 3. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen.
WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Als u de accu minder lang dan hierboven vermeld oplaadt, kan dat de levensduur van de accu verkorten. 6. g005098 Figuur 8 Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. 1. Minpool (-) 2.
6 7 De haken van de grasvanger monteren De maai-eenheden monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 6 Haken van grasvanger 12 Flensbouten Procedure Monteer de 6 haken voor de grasvanger aan de uiteinden van de ophangarm met behulp van 12 flensbouten (Figuur 9). 1 Meetstaaf 3 Maai-eenheid (verkrijgbaar bij uw erkende Toro distributeur) 3 Grasmand 3 Contragewicht van elektrische messenkooimotor 6 Inbusbout Procedure 1.
9 Het achtergewicht plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gewichtset (onderdeelnummer 119-7129) — apart verkrijgbaar g233420 Figuur 10 Procedure 1. Sticker CE-markering Deze machine voldoet aan EN ISO 5395:2013 en ANSI B71.4-2017 indien deze is voorzien van de set ballastgewichten, onderdeelnummer 119-7129.
Algemeen overzicht van de machine g014603 Figuur 12 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelingspedaal van stuurarm 2. Tractiepedaal – achteruit g014674 Figuur 11 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8.
Opmerking: U kunt de motor niet stoppen met de het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje komt automatisch op AAN. Draai het sleuteltje linksom naar STOP om de motor af te zetten. gashendel. Parkeerremhendel Trek aan de remhendel (Figuur 15) om de parkeerrem in te schakelen. Schakel de parkeerrem uit door de vrijgavehendel aan de onderkant van de remhendel in te drukken en naar beneden te bewegen in de vrije stand. Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine verlaat.
• KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR – de temperatuur van de motorkoelvloeistof in °C of °F. • FUNCTIONELE CONTROLESTATUS – transportmodus wordt aangegeven door een konijn en maaimodus door een schildpad. • MOTOROLIEDRUK-lamp – dit icoon verschijnt als de motoroliedruk lager is dan de veilige onderwaarde. • MENUTOEGANG/TERUG – druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan. De knop dient om het huidige menu te verlaten.
ONDERHOUD Menu-optie Beschrijving UUR Het totale aantal bedrijfsuren van de machine, motor, messenkooien, weteenheid en ventilator, alsook het aantal uren dat de machine getransporteerd en oververhit is geweest. WETTEN STANDAARDWAARDEN Herstelt de standaardwaarden van het InfoCenter. HEFVERTRAGING VERTRAGING BIJ LATEN Schakelt wetten AAN/UIT (als het wetten aanstaat kunt u het uitschakelen met deze instelling of met het contactsleuteltje). DIAGNOSTISCH Configureert de beveiligde menu's.
Stap Vertragingstijd (seconden) Toerental van de messenkooien instellen 1 0,100 2 0,150 3 0,200 De Clip-Control functie stemt de messenkooisnelheid automatisch af op de machinesnelheid. Als u de Clip-Control functie niet gebruikt, stel de messenkooisnelheid dan met de hand in: 4 0,250 5 0,300 6 0,375 7 0,475 8 0,600 9 0,750 10 0,925 1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn ingesteld. 2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor de maaiomstandigheden. 3.
Diagnostiek via het Storingslogboek Brandstofafsluitklep Het icoontje van het storingslogboek verschijnt op het hoofdscherm als zich een storing voordoet in de machine. Dit icoontje wijst op een nieuw item in het logboek. Ga naar het menu Storingen om na te gaan wat het probleem is of vraag dit aan uw erkende Toro distributeur. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 20) achter de stoel en onder de benzinetank voordat u de machine opslaat of transporteert op een vrachtwagen of een aanhanger.
Originele onderdelen van Toro zijn de beste waarborg van uw investering en het optimale prestatievermogen van uw Toro maaimachine. Om de betrouwbaarheid te verzekeren levert Toro reserve-onderdelen die volledig voldoen aan de technische specificaties van onze machines. Kies voor zekerheid originele Toro onderdelen. g016588 Figuur 21 1. Snelkoppeling van de maaidekken VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start.
Gebruiksaanwijzing of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. Voor gebruik Brandstof Inhoud brandstoftank: 26,6 liter Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk Aanbevolen brandstof: loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2) Algemene veiligheid Ethanol: benzine met maximaal 10 vol.% ethanol of 15 vol.% MTBE (methyl tertiaire butylether) is geschikt. Ethanol en MTBE zijn verschillende stoffen.
3. Plaats daarna de dop terug. 4. Opmerking: U hoort een klik als de dop goed bevestigd is. Neem eventueel gemorste brandstof op. Dagelijks onderhoud uitvoeren Ga elke dag als volgt te werk voordat u de machine start: • Controleer het oliepeil in de motor – zie Motoroliepeil controleren. (bladz. 36). • Controleer het peil van de hydraulische vloeistof – zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren (bladz. 44).
• Houd de rolbeugel in deugdelijke staat door deze • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt • • • • • • • • • • • • regelmatig grondig te controleren op beschadiging, en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken.
De machine controleren nadat u de motor hebt gestart – Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. – Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen. Als u de maai-eenheden omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden. 1. Zet de gashendel op SNEL. 2. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting kort naar voren. – Wees uiterst voorzichtig met grasopvangsystemen of andere werktuigen.
Veiligheidssysteem controleren De schakelhendel controleren 1. Ga op de stoel zitten, zet het tractiepedaal op NEUTRAAL, zet de schakelhendel op NEUTRAAL, en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de schakelhendel op MAAIEN of op TRANSPORT en probeer de motor te starten. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Met de machine rijden zonder te maaien Belangrijk: De middelste maai-eenheid komt iets later omhoog en omlaag dan de voorste maai-eenheden; daarom moet u zich de timing eigen maken die nodig is om het maaien van overgebleven gras tot een minimum te beperken. • Verzeker dat de maaidekken volledig zijn geheven. • Zet de schakelhendel op TRANSPORT. • Gebruik de remmen om de machine langzamer Opmerking: De vertraging bij het omhoog en omlaag komen hangt af van de temperatuur van de hydraulische vloeistof.
Belangrijk: U mag de machine nooit tot stilstand brengen op een green terwijl de maai-eenheden ingeschakeld zijn, omdat hierdoor het gras kan worden beschadigd. Laat de machine ook niet stoppen op een natte green omdat de wielen van de machine dan sporen of afdrukken kunnen achterlaten. De buitenrand maaien en het werk voltooien 1. Maak het werk af door de buitenste rand van de green te maaien. Maai in een andere richting dan de voorgaande keer.
Inspecteren en reinigen na het maaien Reinig de machine na het maaien grondig met een tuinslang zonder spuitmond zodat bij een te hoge waterdruk de afdichtingen en lagers niet worden beschadigd of verontreinigd raken. Was een hete motor of elektrische aansluitingen niet met water. Doe het volgende nadat u de machine hebt gereinigd: • Controleer de machine op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen.
Onderhoud WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 25 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De hydraulische vloeistof verversen en het filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren Alarm van de lekdetector controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Oliepeil controleren. Reinig de luchtkoelvinnen van de motor. Controleer het voorfilter.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Smeer de smeernippel regelmatig met lithiumvet nr. 2. Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden 1. Veeg de smeernippel schoon zodat u geen vuil in het lager of de lagerbus brengt (Figuur 27). • Doe het volgende voordat u de machine gaat afstellen, schoonmaken of repareren: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de gashendel op stationair – laag.
Onderhoud motor en het schuimelement uit om het droog te laten worden. Veiligheid van de motor Belangrijk: Het schuimelement niet wringen om het te drogen; anders kan het scheuren. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
g005111 2. Maak de schroefdraad van de aftapplug schoon, breng PTFE afdichtmiddel aan en monteer de aftapplug (Figuur 31). 3. Verwijder het oliefilter (Figuur 31). 4. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 5. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een ¾ tot 1 slag. Niet te vast draaien. 6. Vul het carter met olie; zie Motorolie verversen en filter vervangen (bladz.
5. Onderhoud brandstofsysteem Plaats de bougie en de pakkingafdichting. Draai de bougie vast met een torsie van 23 Nm. Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (eerder als de brandstofstroom wordt belemmerd). Het brandstofleidingfilter bevindt zich in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de carburateur (Figuur 33). GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Veiligheid van het elektrisch systeem Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
Onderhoud van de accu Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u de kabels losmaken, de minkabel (-) eerst, en de klemmen en polen afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Het peil van het accuzuur om de 30 dagen controleren als de machine is gestald. Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten alle drie de wielen een spanning van minimaal 0,83 tot maximaal 1,10 bar hebben. Torsie van wielmoeren controleren g028670 Figuur 35 1.
A. maakt met de pedaalaanslag (Figuur 38) voordat u spanning op de kabel voelt, voer dan de volgende afstelprocedure uit: Draai de moer los waarmee de excentriek is bevestigd aan de bovenkant van de hydrostaat (Figuur 37). g014616 g015494 Figuur 37 1. Excentriek Figuur 38 2. Borgmoer B. Zet de schakelhendel op NEUTRAAL en de gashendel op LANGZAAM. Start de motor. C. Draai aan de excentriek totdat de machine niet meer naar voren of naar achteren kruipt.
1. Draai de contramoer op de draaitapbout los (Figuur 39). Onderhouden remmen 2. Draai de moeren los waarmee de vergrendelings- en maaibeugels op het draaipunt van het pedaal zijn bevestigd. Remmen afstellen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met uw erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie.
Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
hydraulische vloeistof. Voordat u de machine dagelijks gebruikt, moet u het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Uw machine heeft een peilstok of een wit plastic venster aan de voorkant van het reservoir met hydraulische vloeistof (achter de stoel aan de linkerkant) die/dat wordt gebruikt om het peil van de hydraulische vloeistof te controleren. De vloeistof moet komen tot tussen de lijnen in het venster of de markeringen van de peilstok. Als dit niet zo is, vul dan de juiste vloeistof bij.
Hydraulische slangen en leidingen controleren Verontreinigde vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd (Figuur 42). Plaats een opvangbak onder het filter en verwijder het filter. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
g229110 g229108 Figuur 45 Lekwaarschuwing! Figuur 43 Voor het starten (vloeistof koud) 1. Vulplug 1. Vlotterschakelaar (omlaag — gesloten) Vloeistofpeil met 118 tot 177 ml gedaald 5. Waarschuwingszoemer: geen geluid 2. Vulbuis 6. Vloeistofpeil (koud) 3. Overloopbuis 7. Elektromagnetische retourklep (open) 4. Lekdetectortank 8. Vlotterschakelaar (omhoog — open) 3. Vloeistofpeil (warm) 2. Waarschuwingszoemer Werking van het systeem controleren 1.
een vals alarm te voorkomen, is het beter de machine af te zetten in plaats van deze langdurig stationair te laten lopen. g229112 Figuur 46 1. Schone stang of schroevendraaier 2. Waarschuwingszoemer 3. Druk de vlotterschakelaar in 4. Laat de vlotter los; het alarm moet stoppen. 5. Plaats de dop op de hydraulische tank. 6. Draai het contactsleuteltje op UIT. De lekdetector bedienen Het alarm van de lekdetector kan om 1 van de volgende oorzaken afgaan: • Er is 118 tot 177 ml vloeistof gelekt.
Onderhoud van maaidek Veiligheid van de messen Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen. g014596 Figuur 47 • Wees voorzichtig als u de messen controleert. 1.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. 2. g014609 Figuur 50 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm Klap de voetsteun omhoog zodat u bij het middelste maaidek kunt (Figuur 49). 3.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. 2. 3. Parkeer de machine op een schoon en horizontaal oppervlak, laat de maaidekken tot op de grond neer tot de ophanghydrauliek volledig is uitgetrokken.
De messenkooien wetten Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaamheden aan een maaidek verricht, moet u de motoren van de messenkooien van het maaidek in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarmen plaatsen om beschadiging te voorkomen. WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd uw vingers, handen en kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen.
15. het contactsleuteltje op UIT om de machine terug te schakelen naar maaien in de vooruitstand. Stalling Spoel alle wetpasta van de maaidekken. Stel indien nodig het contact tussen de messenkooi en het ondermes af. Zet de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste maaistand. Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u de volgende handelingen verrichten: 53 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen.
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.