Form No. 3416-964 Rev A Greensmaster® 3320 TriFlex® tractie-eenheid Modelnr.: 04530—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
een erkende Toro dealer. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Inhoud Onderhoud van de accu.................................... 38 De zekeringen vinden ....................................... 38 Onderhoud aandrijfsysteem ................................ 39 De bandenspanning controleren....................... 39 Torsie van wielmoeren controleren ................... 39 De transmissie afstellen voor de neutraalstand ................................................ 39 Transportsnelheid afstellen .............................. 40 Maaisnelheid afstellen ....................
Veiligheid • Gebruik de machine enkel als de nodige schermen en andere beveiligingsmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2012 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen indien u de juiste gewichtenset monteert. • Blijf uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders en huisdieren op een veilige afstand van de machine. • Laat geen kinderen het werkgebied betreden.
decal115-8226 115-8226 1. Kantelgevaar: lees de Gebruikershandleiding, draag altijd een veiligheidsgordel tijdens het gebruik; verwijder de rolbeugel (ROPS) nooit. decal117-2718 117-2718 decal119-9346 119-9346 1. Druk het pedaal in om te ontgrendelen. 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
decal132-9548 132-9548 1. Motorsnelheid – snel 2. Motorsnelheid – langzaam 7. Messenkooisnelheid – neutraal 8. Messenkooi – transport 3. Messenkooien neerlaten en uitschakelen 4. Messenkooien opheffen en uitschakelen 9. Messenkooi – maaien 10. Messenkooi – wetten 5. Toerental van messenkooi – Snel 11. Rij vooruit 6. Toerental van messenkooi – langzaam decal132-9550 132-9550 1. Choke 3. Motor – lopen 2. Motor – starten 4.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal133-2339 133-2339 Vervangt sticker 133-2338 voor EU-conforme machines 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Kantelgevaar – rij niet dwars tegen hellingen of hellingafwaarts op hellingen die steiler zijn dan 15 graden. 5. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 6. Waarschuwing – 3.
decal115-8156 115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Snel 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rolbeugel Bout (½" x 3¾") Flensmoer (½") Stoel Kabelboom van stoel Stuurwiel Borgmoer (1½") Ring Dop van stuur 1 4 4 1 1 1 1 1 1 Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen en opladen. Geen onderdelen vereist – De optionele oliekoeler monteren.
Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Conformiteitsverklaring Geluidscertificaat 1 1 Voor CE-conformiteit Contactsleuteltjes 2 De motor starten. 4. 1 2 De rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (½" x 3¾") 4 Flensmoer (½") Draai het de bevestigingsmiddelen vast met een torsie van 136 tot 149 N·m. Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Stoel 1 Kabelboom van stoel Procedure Procedure 1.
g010834 Figuur 5 g193736 Figuur 4 1. Stoel 3. Ring 2. Stoelbasis 4. Bout (5/16" x ¾") 4. Verbind de vrije aansluiting van de hoofdkabelboom (rechts van de stoel) met de kabelboom die bij de stoel werd geleverd. 5. Leid de kabelboom van de stoel rond de stoelrails (zodat deze niet bekneld raakt als de stoel wordt versteld) en sluit deze aan op de poort aan de onderkant van de stoel. 1. Stuurwiel 3. Borgmoer 2. Ring 4. Dop 2. Schuif de ring op de stuuras (Figuur 5). 3.
Belangrijk: Giet geen accuzuur in de accu als deze in de machine zit. Er zou dan accuzuur op machine kunnen komen, waardoor corrosie kan ontstaan. 2. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Maak de bovenkant van de accu schoon en verwijder de vuldoppen (Figuur 6). Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen.
WAARSCHUWING 6 Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. De haken van de grasvanger monteren • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. Benodigde onderdelen voor deze stap: • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
7 9 De maai-eenheden monteren Het achtergewicht plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Meetstaaf 3 Maaidek (verkrijgbaar bij uw Toro distributeur) 3 Grasmand 3 Contragewicht van elektrische messenkooimotor 6 Inbusbout 1 Gewichtset (onderdeelnummer 119-7129) — apart verkrijgbaar Procedure Deze machine voldoet aan EN ISO 5395:2013 en ANSI B71.4-2012 indien deze is voorzien van de set ballastgewichten, onderdeelnummer 119-7129. Procedure 10 1.
Algemeen overzicht van de machine 12 De remmen polijsten Geen onderdelen vereist Procedure Rijd met de machine op maaisnelheid en rem stevig totdat de remmen heet zijn; dit zult u ruiken. Mogelijk moet u de remmen bijstellen na de inloopperiode, zie Remmen afstellen (bladz. 41). g014674 Figuur 10 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8.
Opmerking: U kunt de motor niet stoppen met de gashendel. g014603 Figuur 11 1. Tractiepedaal – vooruit g033115 Figuur 13 3. Vergrendelingspedaal van stuurarm 1. Contactschakelaar 2. Chokehendel 3. Schakelhendel 2. Tractiepedaal – achteruit 4. Maai-/hefhendel 5. Gashendel 6. InfoCenter bediening Chokehendel Om een koude motor te starten sluit u de choke van de carburator door de chokehendel naar voren te bewegen (Figuur 13), naar de GESLOTEN-stand.
• MIDDELSTE stand – maaien • VOORSTE stand – transport Contactschakelaar Steek het sleuteltje in het contact (Figuur 13) en draai dit zo ver mogelijk naar rechts op START om de motor te starten. Laat het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje komt automatisch op AAN. Draai het sleuteltje linksom op UIT om de motor af te zetten. Parkeerremhendel Trek de remhendel (Figuur 14) omhoog om de parkeerrem in werking te stellen.
• URENTELLER – totaal aantal bedrijfsuren van INSTELLINGEN In het menu INSTELLINGEN kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. BETREFFENDE In het menu MACHINE ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine. de machine. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar op AAN staat. • AFTAKAS -TOERENTAL – Toerental van de aftakas. • ACCUSPANNING – spanning van de accu, in Volt.
Herstelt de standaardwaarden van het InfoCenter. STANDAARDWAARDEN HERSTELLEN HEFVERTRAGING VERTRAGING BIJ LATEN Bepaalt de hefvertraging van het middelste maaidek. ZAKKEN Bepaalt de vertraging bij het laten zakken van het middelste maaidek. TAP-OFFVERTRAGING Bepaalt de tap-offvertraging. TOERENTAL Regelt het toerental van de messenkooi. TOERENTAL MESSENKOOI VOOR WETTEN Het toerental voor het wetten. CLIP-CONTROL Schakelt de automatische Clip-Control functie AAN/UIT.
Toerental van de messenkooien instellen Diagnostiek via het Storingslogboek De Clip-Control functie stemt de messenkooisnelheid automatisch af op de machinesnelheid. Als u de Clip-Control functie niet gebruikt, stel de messenkooisnelheid dan met de hand in: Het icoontje van het storingslogboek verschijnt op het hoofdscherm als zich een storing voordoet in de machine. Dit icoontje wijst op een nieuw item in het logboek.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. g014626 Figuur 19 1.
Gebruiksaanwijzing • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de Opmerking: Bepaal vanuit de normale buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. • bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
3. Dit geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Plaats daarna de dop terug. 4. Opmerking: U hoort een klik als de dop goed bevestigd is. Neem gemorste brandstof op. • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. • Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken.
De machine inrijden • Controleer aandachtig of er obstakels zijn waar u onderdoor moet rijden, en zorg dat u ze niet raakt. Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt gekregen bij de machine. • Houd de rolbeugel in deugdelijke staat door deze regelmatig grondig te controleren op beschadiging, en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Veiligheidssysteem controleren De maaidekken moeten neerkomen en alle messenkooien moeten draaien. B. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting naar achteren. De messenkooien moeten stoppen en de maaidekken moeten omhoogkomen in de volledige transportstand. C. Trap het rempedaal in om te voorkomen dat de machine in beweging komt, en zet het tractiepedaal in de vooruit- en de achteruitstand. D. Voer deze procedure gedurende 1-2 minuten uit.
5. 6. Controleer of er vuil op het gazon ligt, verwijder de vlag van de cup, en bepaal in welke richting u het beste kunt maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande maairichting. Maai altijd in een ander maaipatroon dan het vorige, zodat de grassprieten minder snel plat gaan liggen en daardoor moeilijker tussen de messen van de messenkooi en het ondermes kunnen komen. behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
Opmerking: Let altijd op het weer en de tegenovergestelde richting te draaien en daarna in de richting van het ongemaaide deel; d.w.z. als u naar rechts wilt draaien, draait u eerst iets naar links en dan naar rechts. gazonomstandigheden en zorg ervoor dat u in een andere richting maait dan de voorgaande keer. 9. Opmerking: Op deze manier kunt u de machine sneller richten voor de volgende maaibaan. Probeer zo kort mogelijk te draaien, behalve bij warmer weer.
• Volg de aanwijzing van de fabrikant op met betrekking tot de gewichtslimiet voor sleepwerktuigen en slepen op hellingen. Op een helling kan het gewicht van een gesleept werktuig ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de bestuurder de controle over de machine verliest. • Laat kinderen of andere personen nooit plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen. • Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om te stoppen wanneer u de machine sleept.
Onderhoud WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na het eerste bedrijfsuur • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 25 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De hydraulische vloeistof verversen en het filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas). Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • • Het veiligheidssysteem controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren Alarm van de lekdetector controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof. Oliepeil controleren. Reinig de luchtkoelvinnen van de motor. Controleer het voorfilter.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Smeer de smeernippel regelmatig met lithiumvet nr 2. Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus (Figuur 24). • Doe het volgende voordat u de machine gaat afstellen, schoonmaken of repareren: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de gashendel op stationair – laag.
Onderhoud motor Belangrijk: Het schuimelement niet wringen om het te drogen; anders kan het scheuren. Veiligheid van de motor B. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Droog het schuimelement door dit te wikkelen in een schone doek. Knijp de doek en het schuimelement uit om het droog te laten worden. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
3. Draai de peilstok in de buis. Let erop dat de peilstok volledig in de buis schuift (Figuur 27). g005127 g005111 Figuur 28 Figuur 27 1. Peilstok 4. 5. 1. Aftapplug 2. Dop van vulbuis Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is, neem de vuldop dan van de afdekking en giet olie in de opening tot de olie het VOL-merkteken op de peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil. Niet te vol vullen.
4. Onderhoud brandstofsysteem Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm bedraagt; zie Figuur 29. Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (Eerder als de brandstofstroom wordt belemmerd) Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de carburateur (Figuur 30). GEVAAR g002724 Figuur 29 5. In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar Veiligheid van het elektrisch systeem Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
Onderhoud van de accu De zekeringen vinden Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft. Sla de machine op in een koele ruimte om te voorkomen dat de accu ontlaadt. De zekeringen van het elektrische systeem bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 31). Controleer het zuurpeil om de 50 bedrijfsuren of om de 30 dagen, wanneer het voertuig is opgeslagen.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten alle drie de wielen een spanning van minimaal 0,83 tot maximaal 1,10 bar hebben. Torsie van wielmoeren controleren g014616 Figuur 32 1. Excentriek WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. De torsie van de wielmoeren moet 95 tot 122 N·m bedragen.
Transportsnelheid afstellen 2. Zet de pedaalaanslag losser totdat u de gewenste transportsnelheid hebt verkregen. Maximale transportsnelheid afstellen 3. Draai de borgmoer aan om de pedaalaanslag vast te zetten. De maximale transportsnelheid wordt in de fabriek ingesteld, maar mogelijk moet u het tractiepedaal afstellen als het pedaal een volledige slag heeft afgelegd voordat het contact maakt met de pedaalaanslag, of als u de transportsnelheid wilt verlagen.
Onderhoud hydraulisch systeem Onderhouden remmen Remmen afstellen Veiligheid van het hydraulische systeem Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met een erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie. • Verzeker dat alle hydraulische slangen Opmerking: Polijst de remmen elk jaar; zie 12 De remmen polijsten (bladz. 15).
afbreekbare vloeistoffen. Gebruik in plaats daarvan een kleurstof voor voedingsmiddelen. gebruiken mits deze voldoen aan alle volgende materiaaleigenschappen en industriespecificaties: We raden af een synthetische vloeistof te gebruiken.
Om de 800 bedrijfsuren Als de vloeistof verontreinigd raakt, laat dan uw lokale Toro verdeler het systeem spoelen. Verontreinigde vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit. 1. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd (Figuur 37). Plaats een opvangbak onder het filter en verwijder het filter. g223376 Figuur 36 1. Peilstok 3. Verwijder de peilstok en veeg deze af met een schone doek. Schroef de peilstok vervolgens terug in de tank. 4.
Hydraulische slangen en leidingen controleren WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
g005510 Figuur 41 g020737 Figuur 40 Lekwaarschuwing! 1. Schone stang of schroevendraaier 2. Schakelaar indrukken 1. Vlotterschakelaar gesloten 3. Vloeistofpeil (warm) Vloeistofpeil met 118 tot 177 ml gedaald 2. Waarschuwingszoemer Werking van het systeem controleren 1. 2. Verwijder de dop op de hydraulische tank van de vulbuis van de tank. 3. Steek een schone staaf of schroevendraaier in de vulbuis en druk de vlotter voorzichtig naar beneden (Figuur 41); het alarm zou moeten afgaan na 1 seconde.
Onderhoud van maaidek Veiligheid van het maaidek Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen. g014596 Figuur 42 • Wees voorzichtig als u de messen controleert. 1.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. 2. g014609 Figuur 45 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm Klap de voetsteun omhoog zodat u bij het middelste maaidek kunt (Figuur 44). 3.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. 2. 3. Parkeer de machine op een schoon en horizontaal oppervlak, laat de maaidekken tot op de grond neer tot de ophanghydrauliek volledig is uitgetrokken.
De messenkooien wetten Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaamheden aan een maaidek verricht, moet u de motoren van de messenkooien van het maaidek in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarmen plaatsen om beschadiging te voorkomen. WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd uw vingers, handen en kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen.
15. het contactsleuteltje op UIT om de machine terug te schakelen naar maaien in de vooruitstand. Stalling Spoel alle wetpasta van de maaidekken. Stel indien nodig het contact tussen de messenkooi en het ondermes af. Zet de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste maaistand. Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 50 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.