Form No. 3370-462 Rev B Greensmaster® 3420 TriFlex™ tractie-eenheid Modelnr.: 04540—Serienr.: 311000001 en hoger g014597 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. 1 g014685 Figuur 1 Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud Onderhoud van het luchtfilter............................. 40 Motorolie verversen en filter vervangen .............. 41 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 42 Brandstoffilter/waterafscheider.......................... 42 Brandstofleidingen en -verbindingen .................. 42 Onderhoud elektrisch systeem ................................ 43 Onderhoud van de accu...................................... 43 Opslag van de accu .............................................
Veiligheid – zorgvuldigheid en concentratie bij het werken met zitmaaiers; Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als 54 kg is toegevoegd aan het achterwiel. – als de machine op een helling begint te glijden, kan dat niet met de rem worden gecorrigeerd.
• Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. • Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt.
• Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de machine niet opslaan in een afgesloten ruimte waar brandstofdampen in contact met open vuur of vonken kunnen komen. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. • Houd de motor, geluiddemper/knalpot, accubehuizing en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om het risico op brand te verminderen. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik.
• • • • • • • • • • slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem. – Verminder de snelheid als u een scherpe bocht maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten. – Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang. – Gebruik de serviceremmen als u een helling afdaalt, om de snelheid laag te houden en de machine onder controle te houden. Zet de motor af voordat u de manden leegmaakt.
Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 0,33 m/s2 Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 0,52 m/s2 Geluidsdruk Onzekerheidswaarde (K) = 0,26 m/s2 Deze machine oefent een geluidsdruk van 84 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836. Gehele lichaam De geluidsdruk werd bepaald volgens de procedures in EN 836.
115-8156 1. Hoogte messenkooi 3. Maaidek met 8 messen 5. Maaidek met 14 messen 7. Langzaam 2. Maaidek met 5 messen 4. Maaidek met 11 messen 6. Toerental messenkooi 8. Snel 115-8203 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 2. Ventilator van radiateur 50 A 115-8201 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 115-8224 1. Toerental messenkooi 2. Messenkooi uitschakelen 9 3.
117–2718 117–9537 Vervangt 117–9536 conform Europese voorschriften. * Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en moet worden aangebracht op de machine volgens de Europese veiligheidsnorm voor gazonmaaiers EN 836:1997. De aangegeven maximale hellinghoeken waarbij deze machine veilig kan worden gebruikt, zijn gebaseerd op deze norm. 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent.
9-1657 7. Gebruiken voor transport 2. Gas – continu verstelbare regeling 4. Messenkooien neerlaten en inschakelen. 5. Messenkooien omhoog brengen 3. Gas – langzaam 6. Schakelhendel 9. Neutraalstand – Gebruiken voor het wetten van messenkooien 1. Gas – snel 8. Gebruiken voor maaien 119-1688 119-1658 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Waarschuwingslampje lekdetector 11 1. Choke (alleen benzinemodellen) 3. Motor – Voorgloeien, Aan 2.
119-9343 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 119-9346 1. Pedaal indrukken om te ontgrendelen 2. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 12 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Rolbeugel Bout (3/4 x 3-1/2 inch) Flensmoer (1/2 inch) 1 4 4 Rolbeugel monteren. 2 Stoelset 1 Monteer de stoel aan de basis. 3 Stuurwiel Borgmoer (1-1/2 inch) Ring Stuurwieldop 1 1 1 1 Monteer het stuurwiel. Geen onderdelen vereist – Accu in gebruik nemen en opladen.
1 2 Rolbeugel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 4 Bout (3/4 x 3-1/2 inch) 4 Flensmoer (1/2 inch) 1 Stoelset Procedure Schaf de gewenste stoelset aan bij uw dealer en monteer deze zoals aangegeven in de instructies die bij de set geleverd zijn. Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. 3 2. Verwijder de rolbeugel uit de transportverpakking. 3.
3. Bevestig het stuurwiel op de as met een contramoer en draai deze vast met 27 tot 35 Nm (Figuur 4). 4. Plaats de dop op het stuurwiel en bevestig deze met de schroef (Figuur 4). 4 Accu in gebruik nemen en opladen Figuur 6 Geen onderdelen vereist 1. Accuzuur Procedure 4. Laat de platen ongeveer 20 tot 30 minuten weken in het accuzuur. Vul indien nodig bij totdat het accuzuur ongeveer 6 mm van de onderkant van de vulbuis staat (Figuur 6).
WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. Figuur 7 • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. 1.
de motor en aandrijfkoppeling aan de linkerzijde van het maaidek. 1. Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los, zie Snelkoppelingen van de maaidekken (bladz. 23). 6 Maaidekken monteren VOORZICHTIG Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Meetstaaf 3 Maaidek (model 04613, 04614 of 04615) 3 Bovenste gewicht maaidek 6 Inbusschroeven 3 Grasvanger Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start.
bevinden. Monteer het gewicht op het maaidek met de bouten die u eerder verwijderd hebt. 6. Monteer een bovengewicht op het gewicht van de maaieenheid met 2 inbusschroeven (Figuur 10). 7. Voor het monteren van het middelste maaidek moet u de voetsteun omhoog klappen zodat u toegang heeft tot de plaats van het middelste maaidek (Figuur 11). VOORZICHTIG Uw vingers kunnen bekneld raken als de voetsteun dichtklapt.
8 EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (117-9537) Procedure Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (117-9537) aanbrengen over de waarschuwingssticker (117-9536). Figuur 14 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang 13. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 14. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken. 15.
Algemeen overzicht van de machine 1 2 4 2 5 3 3 1 6 7 g014603 Figuur 16 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelpedaal van stuurstangarm 2. Tractiepedaal – achteruit 8 g014674 Figuur 15 1. Motor 2. Rolbeugel 5. Stuurwiel 6. Tractiepedaal 3. Bedieningspaneel 7. Voetsteun 4. Stoel 8.
de motor door de gashendel naar LANGZAAM te bewegen. • Achterste stand – neutraalstand en wetten • Middelste stand – maaien Opmerking: U kunt de motor niet afzetten met de gashendel. 2 • Voorste stand – transport 3 Contactschakelaar 1 Steek het sleuteltje in het contact (Figuur 18) en draai dit zo ver mogelijk naar rechts op START om de motor te starten. Laat het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje komt automatisch op AAN.
Urenteller Wetschakelaar De urenteller (Figuur 19) toont het totale aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar op AAN staat. De wetschakelaar bevindt zich onder de plastic kap links van de stoel. De wetschakelaar (Figuur 21) wordt in combinatie met de maai-/hefhendel en de toerenregelaar van de messenkooien gebruikt om de messenkooien te wetten. Figuur 21 1. Wetschakelaar – wetstand 2.
Opmerking: Als de stoel nog verder moet versteld worden, kunt u de vier bouten verwijderen waarmee de stoel aan de basis is bevestigd en de stoel naar de tweede reeks montage-openingen bewegen. 1 1 g01462 6 Figuur 24 1. Brandstofafsluitklep (onder de brandstoftank) g014628 Figuur 23 Snelkoppelingen van de maaidekken 1.
Gebruiksaanwijzing VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de markeringen voor het minimum- en het maximumpeil op de peilstok staat. De motor kan defect raken als er te veel of te weinig olie in het carter is. 1 2 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de peilstok en veeg deze af met een schone doek (Figuur 27). Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in schuift. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen boven -7° C zal bijdragen aan een langere levensduur van de pomp dan bij gebruik van winterdieselbrandstof. GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief.
Controleer het koelvloeistofpeil elke dag vóór het starten van de motor. VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. 1 • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor loopt. • Gebruik een doek als u de radiateurdop verwijdert en draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. g014612 2.
Aanbevolen hydraulische vloeistof en goede prestaties moet het hydraulische systeem grondig met gewone vloeistof worden gespoeld. De vloeistof is verkrijgbaar in containers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. Het reservoir van het hydraulische systeem is in de fabriek gevuld met ongeveer 20,8 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks.
1 2 g016334 Figuur 32 1 1. Wit venster op de voorkant 2. Vullen tot dit gebied. van het hydraulische reservoir 2 g014720 Figuur 33 1. Brandstoffilter Belangrijk: Om verontreiniging van het systeem te voorkomen, moet u de bovenzijde van een container met hydraulische vloeistof reinigen voordat u deze doorprikt. Zorg ervoor dat de tuit en de trechter schoon zijn. 2. Aftapplug Bandenspanning controleren De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending opzettelijk te hard opgepompt.
1. Zorg ervoor dat de parkeerrem in werking is gesteld, de maai-/hefhendel is uitgeschakeld en de schakelhendel zich in de neutraalstand bevindt. Voordat u de messenkooien controleert, moet u eerst de snelkoppelingen van de voeding naar het maaidek loskoppelen, zie Snelkoppelingen van de maaidekken (bladz. 23). Sluit deze weer aan nadat u klaar bent met de werkzaamheden. 2. Haal uw voet van het tractiepedaal en let erop dat het pedaal in de neutraalstand staat. 3. Zet de gashendel in de langzame stand.
Veiligheidssysteem controleren 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor en zet de schakelhendel in de maai- of transportstand. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
De maaidekken monteren en verwijderen 1 2 3 Maaidekken monteren 1. Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los, zie Snelkoppelingen van de maaidekken (bladz. 23). g014609 Figuur 35 VOORZICHTIG 1. Vergrendeling – gesloten stand 2. Stang van ophangarm Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. 3.
3. Duw de motorbevestigingsstang uit de sleuven op de motor in de richting van het maaidek en verwijder de motor uit het maaidek. Figuur 38 1. Motor van de messenkooi 2. Motorbevestigingsstang 4. Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant van de ophangarm (Figuur 39). Figuur 37 1. Motor van de messenkooi 2. Sleufas 3. Holte 4. Motorbevestigingsstang 8. Monteer een grasvanger op de haken aan de ophangarm. 9. Herhaal deze procedure bij de andere maaidekken. 10.
motoren of slangen tot gevolg hebben. Als u de tractie-eenheid moet verplaatsen terwijl de maaidekken niet gemonteerd zijn, bevestig deze dan met kabelklembanden aan de ophangarmen. 5. Open de vergrendelingen op de stang van de ophangarm van het maaidek dat u wilt verwijderen (Figuur 35). 6. Maak de vergrendelingen van de stang van het maaidek los. 7. Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan. 8. Herhaal indien nodig stap 3 tot en met 7 voor de andere maaidekken. g014736 Figuur 40 9.
1. Zorg ervoor dat er ruimte van ongeveer 13 cm vanaf de buitenrand van elke mand is. een minimum en zorgt voor een verzorgd en aantrekkelijk maaipatroon op de greens. 2. Bevestig een strook witte tape of zet een streep op elke mand, die evenwijdig loopt aan de buitenrand van elke mand Figuur 42) 2. Trap het maaipedaal in als de voorste rand van de grasmanden over de buitenrand van de green komt. Hiermee laat u de maaidekken neer op de grasmat en start u de messenkooien.
procedure is belangrijk om te voorkomen dat de maaidekken het aangrenzende terrein maaien. Het is echter raadzaam een zo groot mogelijk deel van de green te maaien om de hoeveelheid gras langs de buitenrand dat nog moet worden gemaakt, tot het minimum te beperken. als u een steile helling afrijdt om te voorkomen dat u de macht over het stuur verliest. Verminder altijd uw snelheid als u oneffen terrein nadert en rij voorzichtig in sterk glooiend gebied.
1 g014627 Figuur 44 1. Omloopklep - sleuf getoond in gesloten (horizontale) stand 2. Voordat u de motor start, moet u de omloopklep sluiten door deze zo te draaien dat de sleuf horizontaal staat (Figuur 44). U mag de motor niet starten als de klep open is.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder de sleutel uit het ontstekingscontact.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Werking van de remmen controleren. Brandstoffilter/waterafscheider controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Radiateurscherm en radiateur reinigen. Het luchtfilter inspecteren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Smering Onderhoud motor De generatorriemspanner insmeren Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren • Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter. 4.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter/waterafscheider Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Onderhoud van het filter 1 2 g014720 1. Sluit de brandstofafsluitklep (Figuur 49) onder de brandstoftank. Figuur 50 1. Bus brandstoffilter/waterafscheider 2. Filteraftapplug 5. Schroef de filterbus los en verwijder deze volgens de plaatselijke voorschriften. 6. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Onderhoud van de accu • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of monteren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
2 Figuur 52 1. Alternatieve pluspool 1 g014617 Figuur 51 1. Zekeringen 2. Zekering van 50 A voor de ventilator van de radiateur (achter de geïllustreerde onderdelen) Zekeringen Verlichting Lekdetector 15 A Startmotor 15 A Lopen 10 A Messenkooi omhoog brengen E-Messenkooi inschakelen Te hoge temp. 7,5 A Messenkooi inschakelen Omhoog/omlaag brengen Ventilator 7,5 A Start/lopen Diag.
Onderhoud aandrijfsysteem Opmerking: Als het wiel nog steeds draait terwijl de excentriek de maximale stand heeft bereikt, moet u voor verdere afstelling contact opnemen met een erkende servicedealer of de Onderhoudshandleiding raadplegen. De transmissie afstellen voor de neutraalstand Transportsnelheid afstellen Als de machine kruipt wanneer het tractiepedaal in de neutraalstand staat, moet de contraveer van de neutraalstand worden afgesteld. 1.
Onderhoud koelsysteem Het radiateurscherm reinigen Het scherm en de radiateur moeten schoon worden gehouden om te voorkomen dat de motor oververhit raakt. Controleer en reinig het scherm en de radiateur dagelijks of indien nodig elk uur. Reinig deze onderdelen vaker in stoffige, vuile omstandigheden. 1. Verwijder het radiateurscherm (Figuur 56). 2 4 1 3 g014625 Figuur 55 1. Contramoer 3. Draaitapbout 2. Moer 1 3.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Remmen afstellen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen met behulp van de schutbordfitting bij de remtrommel; neem contact op met een erkende servicedealer of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie.
Onderhoud hydraulisch systeem 4. Start de motor en laat deze 3 tot 5 minuten stationair lopen om de vloeistof te laten circuleren en het systeem te ontluchten. 5. Zet de machine af, controleer het vloeistofpeil opnieuw en vul indien nodig opnieuw bij. Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen 6. U moet de vloeistof en het filter op de juiste wijze afvoeren.
Onderhoud van maaidek 6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien naar instelling 1 (Figuur 60). De messenkooien wetten WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd vingers, handen of kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen. • Probeer de messenkooien nooit met uw handen of voeten te draaien of aan te raken terwijl de motor draait. 1.
Diagnostisch systeem – Als de code 42 is, is het knipperpatroon als volgt: ####_## Diagnose van het onderhoudsindicatielampje – Als de code 123 is, is het knipperpatroon als volgt: ############_### • Als er meerdere storingen zijn, begint de knippercode voor het tiental van de volgende storing na een pauze na de eenheden van de eerste storing. Het onderhoudsindicatielampje brandt als er een storing optreedt in de machine.
Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie Smering. 2. Blokken onder wielen plaatsen om de wielgewichten te verwijderen. 3.
Schema's g015568 Hydraulisch schema (Rev.
G015569 Elektrisch schema (Rev.
Elektrisch schema messenkooi (Rev.
Opmerkingen: 55
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.