Form No. 3444-887 Rev A Greensmaster® eTriFlex 3360 tractie-eenheid Modelnr.: 04580—Serienr.: 408000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. in commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.
Het InfoCenter gebruiken om de machine-instellingen aan te passen .............. 25 De dialoogberichten van InfoCenter.................. 27 Het stuurwiel kantelen ...................................... 28 Dagelijks onderhoud uitvoeren ......................... 28 Tijdens gebruik .................................................... 29 Veiligheid tijdens het werk................................. 29 De machine inrijden .......................................... 30 Starten van de motor .........................
Veiligheid Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren................................ 55 Maai-eenheden wetten ..................................... 55 Stalling .................................................................... 56 Veiligheid tijdens opslag ................................... 56 Voorbereidingen voor stalling ........................... 56 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 en B71.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal133-0098 133-0098 1. Tractiesnelheid – transport 8. Messenkooien neerlaten en uitschakelen. 2. Tractiesnelheid – maaien 9. Messenkooien opheffen en uitschakelen. 3. Tractiesnelheid – neutraal 10. Choke 4. Messenkooi – transport 11. Motor – starten 5.
decal137-8127 137-8127 1. Opgelet – geen hogedrukreiniger gebruiken. decal139-8321 139-8321 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal139-8588 139-8588 1. Tractiesnelheid – transport 8. Messenkooien neerlaten en uitschakelen. 2. Tractiesnelheid – maaien 9. Messenkooien opheffen en uitschakelen. 3. Tractiesnelheid – neutraal 10. Choke – dicht 4. Messenkooi – transport 11. Choke – open 5. Messenkooi – maaien 6. Messenkooi – wetten 12. Motor – starten 13. Motor – lopen 7. Schakelhendel vooruit 14.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Rolbeugelconstructie Zeskantbout (⅜" x 1½") Moer (⅜") 1 8 8 De rolbeugel monteren. 2 Set met stoel (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler) 1 De stoel monteren. 3 Onderhoudssticker (onderdeelnr. 137-8132) 1 De onderhoudssticker aanbrengen.
4. 1 2 De rolbeugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugelconstructie 8 Zeskantbout (⅜" x 1½") 8 Moer (⅜") Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 51 tot 65 N·m. De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Set met stoel (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler) Procedure 1. Verwijder de bovenste steun uit de transportverpakking. Procedure 2. Verwijder de rolbeugel uit de transportverpakking. 3.
4 Het stuur monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Stuur 1 Dop 1 Ring 1 Borgmoer g277096 Figuur 4 Premium stoel (modelnr. 04729) Procedure 1. 1. Onderhoudssticker 2. 2,5 cm 3. 18,5 cm Breng anti-seize smeermiddel aan op de stuuras (getoond in Figuur 6). g286161 Figuur 6 g277097 Figuur 5 Standaard stoel (modelnr. 04508) 1. Stuuras 4. Borgmoer 2. Stuur 5. Dop 3. Ring 1. Onderhoudssticker 10 2. Zet het stuur met een ring en een borgmoer vast aan de stuuras (Figuur 6). 3.
5 4. Gebruik een M5 schroef en moer om de minkabel (zwart) van de accu aan te sluiten op de minpool (-). 5. Draai de schroeven en moeren op de polen vast met een torsie van 3 tot 4 N·m. 6. Breng beschermspray (Toro onderdeelnr. 107-0392) of een licht laagje vet aan op de accupolen en de kabelconnectoren om corrosie te verminderen. 7. Plaats het deksel over de accu. 8. Plaats de rechterkap.
7 De maai-eenheden monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 Maai-eenheid (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler) 3 Grasvanger 3 Elektrisch contragewicht 6 Inbusbout 3 O-ring g036342 Figuur 10 1. Inbusbout 3. Bestaand contragewicht 2. Elektrisch contragewicht Procedure 1. Bereid de maai-eenheden voor op installatie; zie de Gebruikershandleiding van de maai-eenheden. 2. Breng smeer aan op de binnensleuf van de aandrijfkoppeling. 3.
9 De CE-stickers aanbrengen Indien vereist (landen die CE-normen naleven) g235881 Figuur 12 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen g236362 Figuur 14 Bedieningspaneel 1. Chokehendel 4. InfoCenter 2. Functiebedieningsschakelaar5. Contactschakelaar 3. Joystick voor omhoog-/omlaagbrengen g268171 Figuur 13 1. Motor 6. Tractiepedaal 2. Rolbeugel 7. Rempedaal 3. Bedieningspaneel 4. Bestuurdersstoel 5. Stuurwiel Contactschakelaar 8. Voetsteun 9. Maai-eenheden 10. Grasmanden De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN en START (Figuur 15).
Chokehendel omhoog of omlaag worden gebracht zo lang u de joystick naar voren of naar achteren beweegt, maar de messenkooien zullen niet worden ingeschakeld tenzij de machine in wetmodus staat. Om een koude motor te starten, sluit u de choke van de carburator door de chokehendel (Figuur 14) naar voren te bewegen naar de GESLOTEN stand. Nadat de motor loopt stelt u de chokehendel zo in dat de motor regelmatig loopt.
g236365 Figuur 19 1. Parkeerrem 2. Rempedaal g278438 Figuur 17 1. Tractiepedaal – vooruit 3. Vergrendelingspedaal van stuurarm Parkeerrem 2. Tractiepedaal – achteruit Gebruik de parkeerrem (Figuur 19) om te voorkomen dat de machine beweegt. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken om dit vast te zetten. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken.
g292767 Figuur 21 1. Voorste motor van maai-eenheid links 2. Voorste motor van maai-eenheid rechts 3. Middelste motor van maai-eenheid • Tractie-informatiescherm (Figuur 22): toont de huidige stuurhoek en de stroomsterkte toegewezen aan elke tractiemotor. g020650 Figuur 23 1. Controlelampje 3. Middelste knop 2. Rechterknop 4. Linkerknop • Linkerknop, knop toegang tot menu/terug – • g292769 Figuur 22 1. Stroomsterkte – Voorste tractiemotor links 2.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) De bestuurder moet op de stoel zitten Motor weigert te starten Indicator parkeerrem – geeft aan of de parkeerrem is ingeschakeld Motor uitgeschakeld Functiebedieningsschakelaar is in de NEUTRAALSTAND .
Instellingen Hoofdmenu (cont'd.) INSTELLINGEN MACHINE In het menu INSTELLINGEN kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. Raadpleeg de tabel Instellingen (bladz. 19). In het menu MACHINE ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine. Raadpleeg de tabel Machine (bladz. 19). Fouten Menu-optie Beschrijving HUIDIGE Geeft het totaal aantal uren weer dat het sleuteltje op AAN heeft gestaan.
Toegang tot de beveiligde menu's Machine (cont'd.) Menu-optie Beschrijving MODEL Het modelnummer van de machine. Serienummer Het serienummer van de machine. Software revisie De softwareversie van de hoofdbedieningseenheid. INFOCENTER De softwareversie van het InfoCenter. CU1 De softwareversie van de motor van de middelste maai-eenheid. CU2 De softwareversie van de motor van de voorste maai-eenheid links. CU3 De softwareversie van de motor van de voorste maai-eenheid rechts.
1. In het menu INSTELLINGEN, kies BEVEILIG INSTELLINGEN. 2. Zet BEVEILIG INSTELLINGEN op AAN. 3. Voer een code van 4 cijfers in. 4. Zet het contactsleuteltje op UIT om de code op te slaan. Opmerking: Als u de code die u heeft ingevoerd vergeet kunt u een tijdelijke code aanvragen bij uw erkende Toro distributeur. Het storingslogboek Als er zich een fout voordoet, verschijnt er een foutcode op het InfoCenter scherm en knippert er een rood licht boven het scherm.
g280170 Figuur 25 1. Brandstofafsluitklep (OPEN stand) Specificaties Zie Figuur 26 en Specificatietabel (bladz. 23) voor de afmetingen en het gewicht. Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Specificatietabel Maaibreedte 151 cm Spoorbreedte 126 cm Wielbasis 127 cm Totale lengte (met grasvangers) 249 cm Totale breedte 180 cm Totale hoogte 205 cm Gewicht* 737 kg Voor gebruik Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk Algemene veiligheid • Laat kinderen of personen die geen instructie *Tractie-eenheid uitgerust met maai-eenheden met 11 messen, zonder brandstof, zonder bestuurder en met de standaard stoel.
Brandstoftank vullen • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. 1. Stel de parkeerrem in werking, zet de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 2. Reinig de omgeving van de dop van de brandstoftank en verwijder de dop (Figuur 27).
• Vertragen in bochten; zie De functie Vertragen in bochten instellen (bladz. 27). • Een uitgeruste set met driewielaandrijving uitschakelen; zie Een uitgeruste set met driewielaandrijving uitschakelen (bladz. 27). Opmerking: Elke instelling is beveiligd met een code. U moet misschien een code invoeren om de instellingen te bewerken. De tap-offvertraging instellen Ga naar de optie TAP-OFFTIJD om de tap-offvertraging aan te passen.
Opties messenkooitoerental tijdens maaien (cont'd.) Opties messenkooitoerental tijdens wetten (cont'd.) Stap Messenkooitoerental (tpm) 8 480 1 800 9 520 2 950 3 1100 4 1250 5 1400 6 1550 7 1700 Het Radius-Dependent-Speed (RDS) systeem 8 1850 9 2000 Om een consistente, hoge maaikwaliteit en een uniform maairesultaat te verkrijgen, is de machine uitgerust met het Radius Dependent Speed™ (RDS) systeem, waarvoor een patent in aanvraag is.
• De functie Vertragen in bochten instellen linker- en rechterwiel om de snelheid van elke messenkooi te bepalen. Clip-Control ingesteld op UIT: De machine gebruikt uw instelling van de optie MESSENKOOITOERENTAL . Ga naar de optie VERTRAGEN & BOCHTEN NEMEN om de functie Vertragen in bochten in te stellen. De functie Vertragen in bochten vertraagt de machine terwijl u een bocht neemt voor een nieuwe werkgang op de green. Opmerking: De standaardinstelling is AAN.
Dialoogberichten (cont'd.) 113 Kalibratie voorkomen. Niet op stoel 114 Kalibratie voorkomen. Niet in neutraal 115 Kalibratie voorkomen. In neutraal 116 Kalibratie voorkomen. Parkeerrem ingeschakeld 300 Beweeg pedaal terug naar neutraal 301 Stuurwiel centreren. Verdergaan? 302 Stuurwiel handmatig centreren. Verdergaan? 303 Stuur achterwiel uiterst links. Verdergaan? 304 Stuur achterwiel uiterst rechts.
Tijdens gebruik • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel Veiligheid tijdens het werk Algemene veiligheid • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor • • • • • • • • • • • • • • • ongelukken die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke ongelukken te voorkomen. Draag geschikte kleding, waaronder oogbescherming, een lange broek en stevige schoenen met een gripvaste zool. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen.
• Vermijd starten, stoppen of bochten maken op • • • • • • • hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk. Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit. Verwijder of markeer obstakels zoals greppels, putten, geulen, hobbels, stenen en andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.
Werking van het veiligheidssysteem • Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. Ga zitten in de stoel, start de motor, schakel de parkeerrem uit, zet de functiebedieningsschakelaar in de NEUTRAALSTAND , en stel het tractiepedaal in werking. • De machine mag niet bewegen, aangezien de functiebedieningsschakelaar in de NEUTRAALSTAND staat. Dit geeft aan dat het veiligheidssysteem naar behoren functioneert. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
De green maaien 1. u later minder gras rond de buitenste rand maaien. Begin aan 1 rand van de green zodat u kunt maaien in banen. 6. Opmerking: Dit beperkt de verdichting tot een minimum en zorgt voor een verzorgd en aantrekkelijk maaipatroon op de greens. 2. Zet de functiebedieningsschakelaar in de stand MAAIEN. 3. Druk de bedieningshendel van de hefinrichting naar voren op het moment dat de voorste randen van de grasmanden over de buitenrand van de green komen.
Opmerking: Zo worden graskluiten op de green tot een minimum beperkt. 3. Plaats de vlag terug. 4. Verwijder al het maaisel uit de grasmanden voordat u de machine naar een volgende green rijdt. Opmerking: Zwaar, nat maaisel belast de manden, ophangingen en actuatoren. Dit voegt onnodig gewicht toe aan de machine, wat de energie-efficiëntie vermindert. Na gebruik Veiligheid na het werk g005116 Figuur 31 1. Markeringsstrook 2. Ongeveer 12,7 cm Algemene veiligheid 3. Gemaaid gras aan de linkerkant. 4.
• Laat kinderen of andere personen nooit plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen. • Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om te stoppen wanneer u de machine sleept. Inspecteren en reinigen na het maaien Reinig de machine na het maaien grondig met een tuinslang zonder spuitmond zodat bij een te hoge waterdruk de afdichtingen, lagers en elektronica niet worden beschadigd of verontreinigd raken. Was een hete motor of elektrische aansluitingen niet met water.
GEVAAR Wanneer de actuator van de rem wordt gehaald, kan de machine in vrijloop staan. Een machine in vrijloop kan ernstig letsel veroorzaken aan omstanders. Als de machine niet wordt gesleept, moet u de parkeerrem in werking stellen. 8. 9. 10. Stel de parkeerrem in werking. Verwijder de blokken onder de wielen. Als de set met driewielaandrijving is gemonteerd, moet u de aansluitingen van de kabelboom van de set loskoppelen van de hoofdkabelboom. Belangrijk: Als de kabelboom van de set 11.
Voer de volgende stappen uit nadat u de machine hebt gesleept naar uw bestemming: 1. Stel de parkeerrem in werking. 2. Verwijder de sleepband van de zwenkwielvork. 3. Maak de machine klaar voor gebruik door de moer van de oogbout vast te draaien zodat de veerlengte 11,4 cm is wanneer deze gemonteerd is (Figuur 33). Met de machine rijden zonder motorvermogen U kunt met de machine rijden door het vermogen van de accu van de machine te gebruiken.
Onderhoud • Koppel de hoofdstroomaansluitingen los voordat u Veiligheid bij onderhoud • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam- onderhoudswerkzaamheden uitvoert. heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: • Ondersteun de machine met assteunen als u onder de machine werkt. – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van interlockschakelaars controleren. Werking van instrumenten controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Brandstofpeil controleren. Reinig de luchtkoelvinnen van de motor. Controleer het voorfilter. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. De bandenspanning controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken GEVAAR Een mechanische of hydraulische krik kan een machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken. • Ondersteun de opgekrikte machine met assteunen. • Gebruik enkel mechanische of hydraulische assteunen om de machine op te krikken. 1.
g288413 Figuur 36 1. Accubakken 2. Draaibeugels van maai-eenheid Onderhoud motor De motorkap omhoogtillen 1. Maak de banden los aan weerszijden van de motorkap (Figuur 37). Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
Papierelement van het luchtfilter onderhoudsbeurt geven Schuim- en papierelement verwijderen 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de maai-eenheden neer en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 3. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt (Figuur 38). 4. Maak de dekselknoppen los en verwijder het luchtfilterdeksel (Figuur 38). 5.
parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. Schroef de peilstok los, neem hem eruit en veeg hem af met een schone doek. 3. Steek de peilstok in de peilstokbuis. 4. Haal de peilstok uit de buis en controleer het oliepeil. 5. Als het oliepeil te laag is, vul dan olie bij langs de peilstokbuis in de motor tot de olie de VOL-markering op de peilstok bereikt. g247478 Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil.
Motorolie verversen en filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren g247489 VOORZICHTIG Motoren kunnen extreem heet worden tijdens normaal gebruik. Laat de motor afkoelen voordat u de olie ververst of het oliefilter vervangt of onderhoudswerkzaamheden aan de motor uitvoert. Hoeveelheid olie in de motor: 1,7 liter met filter 1. Verwijder de aftapplug (Figuur 40) en laat de olie in een opvangbak lopen. g027477 Figuur 41 g274945 Figuur 40 1.
De bougie controleren en reinigen Onderhoud van de bougie Belangrijk: Verwijder een bougie altijd als deze Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—De bougie vervangen, reinigen en afstellen. een zwarte laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren vertoont. 1. Reinig de bougie met een staalborstel om koolstofaanslag te verwijderen. VOORZICHTIG Motoren kunnen extreem heet worden tijdens normaal gebruik.
Onderhoud brandstofsysteem 4. Controleer de brandstofleidingen op barsten, slijtage of schade en vervang deze indien nodig. 5. Monteer het nieuwe filter. Let erop dat de pijl op de filterbehuizing van de brandstoftank af wijst. Brandstoffilter vervangen 6. Zorg ervoor dat de slangen en slangklemmen stevig vastzitten op het filter. 7. Open de brandstofafsluitklep en vul de tank. Inspecteer de brandstofleidingen op lekken of loszittende verbindingen.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de hoofdstroomaansluitingen los voordat u de machine repareert. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap. g291736 Figuur 46 De machine van stroom voorzien of de stroomtoevoer naar de machine onderbreken 1. Rechterdeksel 2.
De zekeringen vinden voor het 12V systeem De zekeringen van het 12V elektrische systeem bevinden zich onder de kap (Figuur 49) aan de rechterzijde van de machine. g279163 Figuur 47 1. 48V accusysteem g279712 Figuur 49 1. Rechterkap De zekeringen vinden 2. Bout Zie Figuur 50 voor een beschrijving van de zekeringen in de zekeringhouders: De zekeringen vinden voor het 48 V systeem De zekeringen van het 48V elektrische systeem bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 48).
De zekeringen van het circuit voor de messenkooiaandrijving vinden De zekeringen voor de generator, wielmotor en het elektrische systeem vinden De zekeringen van het circuit voor de messenkooiaandrijving bevinden zich onder de kap aan de linkerzijde van de machine. Verkrijg toegang tot de zekeringhouder door de linkerkap en het deksel van de zekeringhouder te verwijderen (Figuur 51). • De zekeringen voor de generator (100 A) en de rechter wielmotor (60 A) bevinden zich onder de stoel (Figuur 53).
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten alle drie de wielen een spanning van minimaal 0,83 tot maximaal 1,10 bar hebben. Belangrijk: Zorg ervoor dat de bandenspanning van alle banden gelijk is. Als de bandenspanning niet overal identiek is, heeft dat een nadelige invloed op de prestaties van de machine.
Vloeistofspecificatie: SAE 80W90 Hoeveelheid olie tandwielkast: ongeveer 384 ml 1. Krik de machine op; zie De machine opkrikken (bladz. 39). Belangrijk: De machine moet horizontaal staan zodat de juiste hoeveelheid vloeistof kan worden toegevoegd aan de tandwielkast. Zorg ervoor dat de machine horizontaal staat op de assteunen. 2. Voer de volgende stappen uit om de linker- en rechterbanden te verwijderen: A. Maak de wielmoeren los en verwijder ze (Figuur 57).
Onderhouden remmen Remmen afstellen Als de rem de machine niet kan houden als deze geparkeerd staat, kunt u de remmen afstellen; neem contact op met een erkende Toro verdeler of raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor meer informatie. g278149 Figuur 59 1. Ontluchtingsslang en fitting 2. Vulopening 8. Vul de tandwielkast langs de vulopening met 384 ml van de aanbevolen vloeistof. 9. Monteer de ontluchtingsslang en fitting in de vulopening (Figuur 59). 10.
Onderhoud van de maai-eenheid Veiligheid van de messen Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maaimessen g014596 Figuur 60 en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen. 1. Steun (niet meegeleverd) • Wees voorzichtig als u de messen controleert.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de machine niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maai-eenheden per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de hoofdstroomaansluitingen los voordat u werkzaamheden aan de maai-eenheden gaat uitvoeren. 2. g014609 Figuur 62 1. Vergrendeling – gesloten 3. Vergrendeling – open 2. Stang van ophangarm Klap de voetsteun omhoog zodat u bij het middelste maai-eenheid kunt (Figuur 61).
naar de NEUTRAALSTAND en gebruik de joystick voor omhoog-/omlaagbrengen om de maai-eenheden omlaag te brengen. 2. Stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 3. Koppel de hoofdstroomaansluitingen los; zie Hoofdstroomaansluitingen (bladz. 21). VOORZICHTIG Als u de voeding naar de machine niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maai-eenheden per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan.
Hoofdstroomaansluitingen (bladz. 21). Sluit deze weer aan nadat u klaar bent met de werkzaamheden. Maai-eenheden wetten WAARSCHUWING Contact met de ondermessen, de messen van de messenkooi of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. g036124 Figuur 66 • Houd vingers, handen en kleding uit de buurt van de ondermessen, messen van de messenkooi of andere bewegende onderdelen.
Stalling de joystick voor omhoog-/omlaagbrengen naar achteren te bewegen en de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u stappen3 tot en met 9. 12. Herhaal de procedure bij alle maai-eenheden die u wilt wetten. 13. Na voltooiing van het wetten: ga naar het InfoCenter, WETTEN, stel dit in op UIT, of draai het contactsleuteltje op UIT om de machine terug te schakelen naar maaien in de vooruitstand. 14.
6. Vuil en maaisel verwijderen van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 7. Koppel de accukabels los van de 12V accu. 8. Zorg ervoor dat de 12V en 48V accu’s volledig opgeladen zijn; raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de tractie-eenheid voor oplaadinstructies. Elke 6 maanden dat de accu is opgeslagen, moet u het laadniveau van de accu controleren en de accu opladen. 9. Til de machine op en ondersteun ze zodat de wielen onbelast zijn.
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.