Operator's Manual

Gebruikvandemachine
1.Starthettrekvoertuigenlaathetopeenlaagtoerental
lopen.
2.Schakeldeaftakasinterwijldemotorlaagstationair
loopt.
3.Verhooghettoerentaltot540tpm.
VOORZICHTIG
Zetdemotorafenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandgekomenzijn
voordatucontroleertopvloeistoekken,losse
onderdelenenanderedefecten.
4.Alvorensmethetwerktebeginnen,moetuhetterrein
onderzoekenomtebepaleninwelkerichtinguhet
bestekuntgaan.
5.Rijhettrekvoertuignaarvorenensleepdemachine
overhetterreindatuwiltschoonmaken.
Opmerking:Omineenrechtelijnteblijvenwerken,
moetuzichrichtenopeenobjectopdevoorgrond.
Probeeraltijdlangeononderbrokenbanentemakenen
zorgervoordatdebanenelkaarenigszinsoverlappen
nadatuhebtgekeerdvoordevolgendebaan.
Demachinetransporteren
Ukuntdemachinenaaruwwerkterreintransporterenmet
eenvoertuigdatovereentrekstangbeschikt.Demachineis
nietontworpenvoorslepenopdeautosnelweg.
Debredeotation-gazonbandenzijnnietbedoeldvoor
gebruikopdeautosnelwegenzijnslechtsgeschiktvoor
snelhedentot24km/u.Bijsnelhedenhogerdan24km/u
zullendebandenhunloopvlakverliezen,debestuurder
verwondenendeapparatuurbeschadigen.
Zorgdathetmaaidekisopgetildendezwenkwielende
grondnietkunnenrakenbijhettransport.Zorgerook
voordatdecilindergrendelstang(Figuur9)opzijnplaats
zitzodatdehefcilindertijdenshettransportnietwordt
samengedrukt.
Figuur9
1.Cilindergrendelstang2.Hefcilinder
Gebruikgeschikteverlichtingenremmen,een
trekhaakpenmetborgsysteemeneenveiligheidsketting
bijhetslepen.
Zorgervoordatdebandendejuistespanninghebben.
14