Form No. 3440-238 Rev B Workman® GTX multifunctioneel werkvoertuig met benzinemotor of EFI benzinemotor Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 07040—Serienr.: 401400001 en hoger 07042—Serienr.: 403446001 en hoger 07059—Serienr.: 403446001 en hoger 07059TC—Serienr.: 403446001 en hoger 07060—Serienr.: 403446001 en hoger 07130TC—Serienr.: 403448001 en hoger 07152—Serienr.
Inleiding Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Dit multifunctionele werkvoertuig is voornamelijk bedoeld om mensen en ladingen materiaal te transporteren op kleine wegen en terrein. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.
Dagelijks onderhoud uitvoeren ......................... 17 Bandenspanning controleren............................ 17 Brandstof bijvullen ............................................ 18 Een nieuwe machine inrijden ............................ 18 Tijdens gebruik .................................................... 19 Veiligheid tijdens het werk................................. 19 De laadbak gebruiken....................................... 21 De accessoirebevestiging achteraan de laadbak gebruiken.............
Veiligheid Het peil van de transaxlevloeistof controleren.................................................... 48 Transaxle-olie verversen .................................. 49 De neutraalstand van de schakelhendel controleren.................................................... 49 De neutraalstand van de schakelhendel afstellen ........................................................ 49 Onderhoud van de primaire aandrijfkoppeling ................................................................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal131-8410 131-8410 decal99-7345 99-7345 1. Brandgevaar – Zet de motor af voordat u gaat tanken. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 3.
decal131-8414 131-8414 decal131-8413 131-8413 Alleen modellen met carburateur 1. Claxon 2. Uit 4. Motor – Starten 5. De motor inschakelen – 1) Ga op de bestuurdersstoel zitten; 2) Schakel de parkeerrem uit; 3) Draai het sleuteltje naar de START -stand van de motor; 4) Schakel de choke in; 5) Trap het pedaal in. 3. Aan 6. De motor uitschakelen – 1) Laat het pedaal opkomen; 2) Stel de parkeerrem in werking; 3) Draai het sleuteltje naar de UIT-stand; 4) Verwijder het sleuteltje. 1.
200 LBS 91 KG 1500 LBS 680 KG 137-9984 decal137-9984 137-9984 1. Overschrijd het koppelgewicht van 91 kg niet. 2. Vervoer geen lading die zwaarder is dan 680 kg. decal138-3518 138-3518 Alleen modellen met carburateur 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Inlaat-/luchtfilter van motor 3. Brandstoffilter 4. Bougie decal138-3397 138-3397 Uitsluitend EFI-modellen. 1. Claxon 2. Uit 4. Motor – Starten 5.
decal138-3524 138-3524 1. Lamp – Aan 2. Lamp – Uit 3. De laadbak omhoogbrengen. 4. De laadbak neerlaten. decal139-3340 139-3340 Uitsluitend EFI-modellen. decal138-3528 5. Elektrisch (15 A) 2. Koplampen (10 A) 6. Claxon (30 A) 3. USB (10 A) 7. Brandstof (10 A) 4. Hefinrichting laadbak (15 A) 138-3528 Uitsluitend EFI-modellen. 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Inlaat-/luchtfilter van motor 3. Brandstoffilter 4. Bougie 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Stuurwieldop Ring (½") Stofkap 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend internationale modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren. 3 Geen onderdelen vereist – De remmen gebruiksklaar maken (inrijden).
2 4 Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren De handleiding lezen en de documentatie in verband met de uitrusting van de machine bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 1. 2. 3. 4. Controleer het peil van de motorolie voor- en nadat u de motor de eerste keer hebt gestart; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 38).
Algemeen overzicht van de machine g033925 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Stuurwiel 5. Sleeplip 2. Schakelhendel 4. Laadbak 6. Brandstoftankdop 7. Hendel van laadbak g034517 Figuur 5 1. Handgreep voor passagier 3. Accessoirebevestiging achteraan laadbak 2. Parkeerremhendel 4.
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt. Schakelbord g033921 Figuur 6 1. Stuurwiel 6. Usb-aansluitpunt 2. Schakelindicator 3. Schakelhendel 7. Parkeerremhendel 8. Chokeknop 4. Claxonknop 9. Rempedaal 5. Contactschakelaar 10. Gaspedaal VOORZICHTIG Gaspedaal Gebruik van een machine met versleten of onjuist afgestelde remmen kan tot persoonlijk letsel leiden.
Contactschakelaar De contactschakelaar bevindt zich in de rechterbenedenhoek van het dashboard (Figuur 6). De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN en START . U kunt de machine op 2 manieren starten; zie Motor starten (bladz. 24). Parkeerremhendel g033924 De parkeerremhendel bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 6). Figuur 8 1. Parkeerremhendel Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt.
Urenteller De urenteller bevindt zich rechts van de lichtschakelaar (Figuur 10). Gebruik de urenteller om het totale aantal bedrijfsuren van de motor na te gaan. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar in de stand AAN of START wordt gezet of als de motor loopt. Opmerking: Wanneer de machine loopt, zal de urenteller voortdurend knipperen, wat betekent dat de machine in gebruik is. Usb-aansluitpunt Het usb-aansluitpunt bevindt zich links van de parkeerremhendel (Figuur 6).
Handgrepen voor passagier De handgrepen voor de passagiers bevinden zich aan de buitenkanten van de stoelen (Figuur 12). g033955 Figuur 12 Passagierszijde getoond 1.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de brandstofdop niet verwijderen of brandstof toevoegen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. afgesloten ruimte. • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
g001055 Figuur 13 Brandstof bijvullen Aanbevolen brandstof Type Loodvrije benzine Minimaal octaangetal g033956 Figuur 14 87 (VS) of 91 (researchoctaangetal; buiten de VS) Ethanol Niet meer dan 10% van het volume Methanol Geen MTBE (methyl-tertiairbutylether) Niet meer dan 15% van het volume Olie Niet toevoegen aan de brandstof 1. Leeg 4. Vol 2. Halfvol 5. Dop van brandstoftank 3. Naald 6. Brandstofmeter 6. Verwijder de dop van de brandstoftank. 7.
• Na een koude start moet u de motor ongeveer 15 seconden laten warmlopen voordat u de machine gebruikt. • • • • • Opmerking: Laat de motor langer warmdraaien als u gaat werken bij een lage omgevingstemperatuur. Varieer de snelheid van de machine tijdens het gebruik. Vermijd snel starten en stoppen. De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven voor regelmatige olieverversingen. Zie het hoofdstuk Onderhoud (bladz.
rijden op een vlak oppervlak, terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal. Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de bestuurder de macht over de machine verliest en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijke letsel. • Als de machine snel rijdt en abrupt stopt, kunnen • Inspecteer het terrein en ga na op welke hellingen de achterwielen worden geblokkeerd, waardoor de machine moeilijk bestuurbaar wordt.
• Let erop dat er niemand achter de machine staat 1. voordat u de lading stort. • Stort de lading niet uit de bak als de machine Trek de hendel aan de linkerkant in de laadbak naar u toe en breng de laadbak omhoog (Figuur 15). zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de verandering in de gewichtsverdeling kan de machine omslaan.
De laadbak laten zakken deel van het gestorte materiaal tussen de hengsels van de achterlaadklep beland zijn. Voer de volgende stappen uit voordat u de achterlaadklep sluit. WAARSCHUWING De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. 1. Til de laadbak licht omhoog door de grendelhandgreep omhoog te brengen (Figuur 15). 2. Neem de steunstang uit de palopening (Figuur 16). 3.
• Verminder het gewicht van de lading die u in de laadbak transporteert als het materiaal hoog opgestapeld is (en een hoog zwaartepunt heeft), zoals een stapel bakstenen, planken voor tuinelementen of zakken met kunstmest. Verdeel de lading zo laag mogelijk zodat de lading uw zicht achter de machine tijdens gebruik niet belemmert. • Hou ladingen gecentreerd door de laadbak als volgt te laden: – Verdeel het gewicht gelijkmatig over de breedte van de laadbak. g034525 Figuur 19 1.
Motor starten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het sleuteltje in de contactschakelaar en draai dit naar rechts op AAN of START . 1. Haal uw voet van het gaspedaal. 2. Druk het rempedaal langzaam in om met de bedrijfsremmen de machine volledig tot stilstand te brengen. Opmerking: De lengte van de remweg U kunt de machine op 2 manieren starten: • Pedaalstart – Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN en trap het gaspedaal in.
• Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen. • Maak de machine stevig vast. Zie Figuur 21 en Figuur 22 voor de plaats van de bevestigingspunten van de machine. Opmerking: Laad de machine op de aanhangwagen met de voorzijde van de machine naar voren gericht. Als dat niet mogelijk is, bevestig dan de motorkap met een riem aan het frame of verwijder de motorkap zodat deze er niet af kan waaien tijden het transport.
beschadiging van de remmen, as, motor, transaxle, stuurinrichting, ophanging, carrosserie of banden. Zorg er altijd voor dat 60% van het gewicht van de lading zich in het voorste deel van de aanhangwagen bevindt. Hierdoor komt ongeveer 10% van het totale gewicht van de aanhangwagen op de trekhaak van de machine. Ten behoeve van een goede remwerking en tractie moet de laadbak altijd zijn geladen als u een aanhangwagen gebruikt.
Onderhoud Veiligheid bij onderhoud waarin de veiligheidsvoorziening voorziet verminderen. • Laat personeel dat niet bekend is met de instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. • Voorkom dat de motor het maximaal toelaatbare toerental overschrijdt, doordat de instellingen van de motor zijn veranderd. De servicedealer kan het maximale toerental controleren met een toerenteller om de veiligheid en nauwkeurigheid te verzekeren.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de conditie van de aandrijfriem. • Controleer de spanning van de riem van de dynamo van de starter. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Het luchtfilter voor de koolstofhouder inspecteren. Na de eerste 100 bedrijfsuren • Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine in acht.
WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt, kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. U moet de machine goed onderhouden en in goede staat houden volgens deze instructies. VOORZICHTIG De machine mag uitsluitend worden onderhouden, gerepareerd, afgesteld of geïnspecteerd door vakbekwame en erkende technici. • Voorkom brandgevaar en zorg ervoor dat er brandbestrijdingsapparatuur in het werkgebied aanwezig is.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Controleer het motoroliepeil. Remvloeistofpeil controleren. Het peil van de transaxlevloeistof controleren. Luchtfilter controleren.
– Laat de remmen zo snel mogelijk controleren en reinigen. Dit voorkomt dat schurend materiaal overmatige slijtage veroorzaakt. – Reinig de machine met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Belangrijk: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken. Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine klaar maken voor onderhoud 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Zet de transmissie op NEUTRAAL. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4.
g034045 Figuur 25 g190066 Figuur 26 2. Til de motorkap op. De motorkap sluiten 1. Laat de motorkap langzaam zakken. 2. Bevestig de motorkap door de rubberen grendels uit te lijnen met de grendelbevestigingen aan weerszijden van de motorkap (Figuur 25). De zitbank naar boven en beneden verstellen Om de zitbank naar boven te verstellen, moet u deze naar voren duwen tot ze op het stuurwiel rust (Figuur 26).
De zitbank verwijderen Smering 1. Kantel de zitbank naar voren (Figuur 26). 2. Schuif de zitbank opzij uit de pennen en til de zitbank op (Figuur 27). De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis g190187 Figuur 27 1.
De lagers in de voorwielen smeren 4. Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 33). Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen 1. Til de voorkant van de machine op en plaats deze op assteunen. 2. Verwijder de 4 wielmoeren waarmee het wiel aan de naaf bevestigd is (Figuur 31). g192346 Figuur 33 1. Borgpen 4. Asmoer 2. As 5. Moerzekering 3. Borgplaatje 6. Stofkap 5.
De lagers in de wielen smeren 1. De naaf en rotor monteren Verwijder het buitenste lager en de loopring van het lager van de naaf (Figuur 35). 1. Breng een laagje van het aanbevolen smeermiddel aan op de as (Figuur 36). g192344 Figuur 36 g033050 Figuur 35 1. Afdichting 4. Holte voor lager (naaf) 2. Binnenste lager 5. Loopring van het buitenste lager 3. Loopring van het binnenste lager 6. Buitenste lager 1. Moerzekering 4. Buitenste lager 2. Asmoer 5.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de olie controleert of olie bijvult in het carter. • Houd uw handen, voeten, gezicht, kleding en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. g192345 Figuur 37 1. Borgpen Onderhoud van het luchtfilter 3. Stofkap 2. Moerzekering 9.
Het luchtfilterelement vervangen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—In bijzondere omstandigheden (raadpleeg Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden) – vervang het luchtfilterelement. Vervang het luchtfilterelement eerder als het vuil of beschadigd is. Om de 100 bedrijfsuren—In normale omstandigheden – vervang het luchtfilterelement. Vervang het luchtfilterelement eerder als het vuil of beschadigd is.
De motorolie verversen Motorolietype Carterinhoud: 1,0 liter Type olie: Reinigingsolie API-klasse SJ of hoger Viscositeit: Zie onderstaande tabel. g034082 Figuur 40 Het motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: De machine wordt geleverd met olie in het carter; u dient echter het oliepeil te controleren voor- en nadat u de motor start. Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag.
6. Ververs de motorolie zoals wordt getoond in Figuur 42. g192771 Figuur 41 g192770 Motorolie verversen Figuur 42 Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Onderhoud van de bougie Om de 50 bedrijfsuren—In bijzondere omstandigheden (raadpleeg Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden) – ververs de motorolie. De bougie controleren en vervangen Om de 100 bedrijfsuren—In normale omstandigheden – ververs de motorolie.
1. Maak de omgeving van de bougie schoon zodat er geen vuil in de cilinder kan terechtkomen als u de bougie verwijdert. 2. Trek de kabel van het aansluitpunt van de bougie. 3. Haal de plug uit de cilinderkop. 4. Controleer de staat van de massa-elektrode, de centrale elektrode en de isolator van de centrale elektrode op beschadigingen (Figuur 43). Opmerking: Geen beschadigde of versleten bougie gebruiken. Vervang de bougie door een nieuwe bougie van het aanbevolen type. g229954 Figuur 44 1.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Inspecteer de brandstofleidingen, aansluitingen en klemmen op tekenen van lekkage, slijtage, beschadiging of losse connecties. Opmerking: Repareer beschadigde of lekkende onderdelen van het brandstofsysteem voordat u de machine gebruikt.
Onderhoud uitvoeren aan de van de koolstofhouder Onderhoud elektrisch systeem Het luchtfilter voor de koolstofhouder inspecteren Veiligheid van het elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de Om de 200 bedrijfsuren machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
Accu verwijderen De accu afkoppelen WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. 1. Koppel de accukabels af; zie De accu afkoppelen (bladz. 43). 2. Verwijder de accu zoals wordt getoond in Figuur 48. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
De accu aansluiten Accu monteren 1. Plaats de accu zoals wordt getoond in Figuur 49. Sluit de accu aan zoals wordt getoond in Figuur 50. g034315 Figuur 50 Accu opladen WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Houd de accu altijd volledig geladen. Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen onder 0 °C.
Zekeringen vervangen Voor EFI-modellen Voor modellen met carburateur Het elektrisch systeem beschikt over 5 zekeringen; de andere sleuven zijn vrij voor opties. Deze bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 52). Het elektrisch systeem beschikt over 4 zekeringen; de andere sleuven zijn vrij voor opties. Deze bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 51).
Onderhoud van de koplampen Opmerking: Zorg ervoor dat de afstelpennen op één lijn zijn met de openingen in de montagebeugel achter de bumper. 7. Zet de koplamp vast met de snelklemmen die u hebt verwijderd in stap 4. 8. Koppel de elektrische aansluiting voor de kabelboom aan op de aansluiting van de lamp (Figuur 53). 9. Verstel de koplampen om de lichtbundel in de gewenste stand te zetten; zie Koplampen afstellen (bladz. 46). Koplamp vervangen Specificatie: Raadpleeg uw Onderdelencatalogus. 1.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de banden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging. g313578 Figuur 55 Opmerking: Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren.
3. gedurende de hele instellingsprocedure op de stoel te blijven. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. De vlucht afstellen Benodigdheden (door de eigenaar verschaft): schroefsleutel, Toro onderdeel 132-5069; verkrijgbaar bij een erkende Toro verdeler. g009235 Figuur 58 Belangrijk: Stel de vlucht uitsluitend af indien u 1.
2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 4. Verwijder de vulplug op de transaxle (Figuur 60). 6. Monteer de vulplug en de pakking, en draai deze vast met een torsie van 20 tot 27 N·m. De neutraalstand van de schakelhendel controleren Opmerking: Het vloeistofpeil moet tot aan de onderkant van de vulplug komen.
2. 3. Test de stand van de schakelhendel door deze naar de 3 standen te draaien; controleer of de schakelhendel (Figuur 61) naar behoren schakelt wanneer u de hendel beweegt; zie Schakelhendel en schakelindicator (bladz. 13). Controleer of alle standen naar behoren werken door de stappen in De neutraalstand van de schakelhendel controleren (bladz. 49) te herhalen. 4. Plaats de kap van de koppeling en bevestig deze met de 3 bouten (Figuur 62) die u verwijderd hebt in 2. 5. Laat de laadbak neer.
Onderhoud koelsysteem Afstandsstukken Topsnelheid 2 (standaard) 26 km/u (standaard) 3 19 km/u 4 14 km/u 5 10 km/u Veiligheid van het koelsysteem 6 6 km/u • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden. Belangrijk: Gebruik de machine nooit met minder dan 2 afstandsstukken op de koppeling. 5.
Onderhouden remmen Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler als u hulp nodig heeft. De parkeerrem controleren 1. Stel de parkeerrem in werking door de parkeerremhendel naar u toe te trekken tot u weerstand voelt. 2.
De service- en parkeerremblokken vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vraag uw Toro verdeler om de service- en parkeerremblokken te controleren en mogelijk te vervangen. g002136 Figuur 66 1. Reservoir voor remvloeistof 6. Remvloeistof verversen 2. Minimum-streep Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Neem contact op met uw erkende Toro dealer. Doe het volgende als het vloeistofpeil te laag is: A. Reinig de omgeving van de reservoirdop en verwijder de dop (Figuur 65). B.
Aandrijfriem vervangen Onderhoud riemen Onderhoud van de drijfriem 1. Zet de laadbak omhoog; zie De laadbak omhoog brengen in de stortstand (bladz. 21). 2. Zet de transmissie in de NEUTRAALSTAND , stel de parkeerrem in werking, draai de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. 3. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling ronddraaien (Figuur 67). 4. Verwijder de riem van de primaire koppeling (Figuur 67).
Onderhoud van het chassis Reiniging De vergrendelingen van de laadbak afstellen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Was de machine. De machine schoonmaken Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken. Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden.
Stalling B. Veiligheid tijdens opslag Laat de motor 5 minuten lopen om de stabilisator/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. C. Zet de motor af, wacht totdat deze is afgekoeld en laat de benzine uit de tank lopen. • Zet de machine af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.
Opmerkingen:
California Proposition 65 waarschuwing – alleen voor Californië Wat is een waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro Garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).