Operator's Manual

12
Assemblage
Speciale instructies voor
Workman en andere
trekvoertuigen (tractoren):
De Toro Pro Sweep kan worden getrokken door de
meeste tractoren die zijn uitgerust met een hydrauliek
die 26 tot 30 l/min @ 13 790 kPa (2 000 psi) levert, en
flotation-banden voor gebruik op golfbanen. De tractor
moet zijn voorzien van goede remmen en een trekhaak
die geschikt is voor een aanhanger met een gewicht van
1587 kg. Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
trekvoertuig voor instructies en voorzorgsmaatregelen
bij het trekken van machines en werktuigen.
De Workman moet zijn uitgerust met een trekhaak voor
zware lasten (Model 44212 of 44213) en de high-flow
hydrauliek-kit (Model 07228) (het model met
vierwielaandrijving is het meest geschikt voor
glooiende of met bermen afgezoomde golfbanen).
Belangrijk Probeer de pluggenruimer niet te trekken
met de standaard Workman trekhaak als de hopper is
geladen. Deze trekhaak is geschikt voor een last van
maximaal 680 kg, zodat de asondersteuning op de
dwarsbuis of de achterste veerbeugels kunnen verbuigen of
schade kunnen oplopen. Gebruik altijd een trekhaak voor
zware lasten, Model 44212 of 44213.
Belangrijk Probeer nooit een volgeladen
pluggenruimer te trekken met een licht bedrijfsvoertuig of
een buggy. Deze hebben meestal geen geschikte remmen en
ophanging of een frame dat sterk genoeg is voor het
gewicht van de pluggenruimer.
Aanhangerremmen worden ten zeerste aanbevolen als
de pluggenruimer wordt gebruikt op glooiend terrein.
Als de machine is volgeladen, kan deze 1587 kg
(maximaal toelaatbaar totaalgewicht) wegen. Dit
gewicht overschrijdt ruimschoots het aanbevolen
maximale trek -en remvermogen van de meeste
bedrijfsvoertuigen. Een speciale set aanhangerremmen
is verkrijgbaar en kan direct worden gemonteerd op de
Workman. Deze zijn eventueel ook geschikt voor
andere voertuigen met een 12 V remlichtvoeding.
Trekhaakkoppeling monteren
1. Steek het achterste uiteinde van de trekhaakkoppeling
tussen de bevestigingsplaatjes op de pluggenruimer en
zorg hierbij ervoor dat de montageopeningen in een lijn
staan (Fig. 2).
Opmerking: De slanggeleiders moeten zich boven op de
trekhaakkoppeling bevinden.
2. Bevestig de trekhaakkoppeling aan de
bevestigingsplaatjes met een koppelingspen (Fig. 2).
3. Zet de koppelingspen vast in de bevestigingsplaatjes
met een 3/8–16 x 1–1/4 inch tapbout en een 3/8–16
borgmoer (Fig. 2).
1
2
3
Figuur 2
1. Trekhaakkoppeling
2. Bevestigingsplaatjes op
pluggenruimer
3. Koppelingspen