Operator's Manual

22
Bandenspanning controleren
Controleer elke dag of de banden de juiste spanning
hebben.
De juiste bandenspanning is 86 kPa (12–1/2 psi) (maximaal
124 kPa (18 psi)).
Opmerking: Het ventiel bevindt zich aan de achterkant
van de velg.
Torsie van wielmoeren
controleren
Indien de correcte torsie niet wordt aangehouden,
kan dit leiden tot defecten of verlies van het wiel
waardoor lichamelijk letsel kan worden
veroorzaakt. Draai de wielmoeren aan met een
torsie van 61–75 Nm.
Waarschuwing
1
Figuur 31
1. Wielmoer
Kennismaking met
uw bedienings-
mechanisme
Bedieningskast
Hefschakelaar
Zet de hefschakelaar (Fig. 32) omhoog om de hopper neer
te laten. Zet de hefschakelaar omlaag om de hopper op te
heffen.
2
1
3
Figuur 32
1. Hefschakelaar
2. Borstelschakelaar
3. Plaats voor schakelaar
voor excentrische
plaatsing van koppeling
(optioneel)
Borstelschakelaar
Zet de borstelschakelaar (Fig. 32) omhoog om de borstel te
laten draaien. Zet de borstelschakelaar omlaag om de
borstel te laten stoppen met draaien.