Form No. 3407-504 Rev D Workman® GTX multifunctioneel werkvoertuig Modelnr.: 07130—Serienr.: 316000001 en hoger Modelnr.: 07130TC—Serienr.: 316000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Inhoud Brandstoffilter vervangen.................................. 39 Onderhoud uitvoeren aan de van de koolstofhouder .............................................. 40 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 40 Onderhoud van de accu ................................... 40 Zekeringen vervangen...................................... 43 Onderhoud van de koplampen.......................... 43 Onderhoud aandrijfsysteem ................................ 45 Onderhoud van de banden ................
Veiligheid Verantwoordelijkheden van de bedrijfsleiding Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent: Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• • • • • • • • • • • benzine. Brandstof is bijzonder brandbaar en de damp ervan is explosief. Rook nooit in de buurt van de machine. Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik, dat niet van metaal is vervaardigd. Als gevolg van statische ontlading kunnen brandstofdampen in een ongeaard brandstofvat tot ontbranding komen. Vul vaten nooit in een machine of vrachtwagen of op een oplegger met plastic afdekking.
Remmen elektrische en uitlaatsystemen van de machine kunnen vonken veroorzaken waardoor explosief materiaal tot ontbranding kan komen. • Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert. Dit geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien. Als u een obstakel raakt, kunnen u en uw passagier letsel oplopen. Bovendien kunnen de machine en de lading worden beschadigd. – Kijk altijd goed uit en vermijd laag overhangende objecten, zoals boomtakken, deurposten en voetgangersbruggen.
Gebruik op hellingen rollen. Trap niet te abrupt op het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan kan omslaan. WAARSCHUWING Als u de machine op een helling gebruikt, bestaat de kans dat ze omslaat of gaat rollen. Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of dat de machine op een helling vaart verliest. Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan. • Gebruik de machine niet op extreem steile hellingen.
• Stort de lading nooit uit de bak als de machine • • • • Als de motor moet lopen om onderhouds- of zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de verandering in de gewichtsverdeling kan de machine omslaan. Als u een zware lading in de bak vervoert, moet u de snelheid verminderen en ervoor zorgen dat de remweg lang genoeg is. Trap niet abrupt op het rempedaal. Wees extra voorzichtig op hellingen.
decal120-9570 120-9570 1. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. decal131-8410 131-8410 1. Brandgevaar – Zet de motor af voordat u gaat tanken. decal131-8552 131-8552 decal131-8463 131-8463 1. Vooruit 2. Neutraalstand 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 4. Koplampen; 10 A 2. Claxon; 30 A 5. Usb-aansluitpunt/opties; 10 A 6. Optionele hefset; 15 A 3. Hoofdvoeding; 15 A 3.
decal133-7148 133-7148 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer informatie over de onderhoudswerkzaamheden aan de machine. decal131-8414 131-8414 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 3. Kantelgevaar – Rijd langzaam hellingopwaarts of zijdelings tegen hellingen, neem bochten langzaam, rijd niet harder dan 26 km/uur, rijd langzaam als u een last trekt, rijd langzaam op oneffen terrein. 4. Risico op vallen, gevaar 2.
decal131-8598 131-8598 1. Maximaal gewicht van de laadbak 91 kg 2. Maximale gewicht van de aanhanger 454 kg decal131-8413 131-8413 1. Claxon 2. Uit 4. Motor – Starten 5. De motor inschakelen – 1) Ga op de bestuurdersstoel zitten; 2) Schakel de parkeerrem uit; 3) Draai het sleuteltje naar de START -stand van de motor; 4) Schakel de choke in; 5) Trap het pedaal in. 3. Aan 6.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Deksel Ring (½") 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend TC-modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren.
• Vul de registratiekaart in. 2 • Vul het Inspectieformulier in. • Bekijk het Kwaliteitscertificaat Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Controleer het peil van de motorolie voor- en nadat de motor de eerste keer wordt gestart, zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 36). 2. Controleer het peil van de remvloeistof voordat de motor de eerste keer wordt gestart; zie Remvloeistofpeil controleren (bladz. 50). 3.
Algemeen overzicht van de machine g033925 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Stuurwiel 5. Sleeplip 2. Schakelhendel 4. Laadbak 6. Brandstoftankdop 7. Hendel van laadbak g034517 Figuur 5 1. Handgreep voor passagier 3. Accessoirebevestiging achteraan laadbak 2. Parkeerremhendel 4.
Bedieningsorganen g033921 Figuur 6 1. Stuurwiel 6. Usb-aansluitpunt 2. Schakelindicator 3. Schakelhendel 7. Parkeerremhendel 8. Chokeknop 9. Rempedaal 4. Claxonknop (uitsluitend TC-modellen) 5. Contactschakelaar 10. Gaspedaal VOORZICHTIG Gaspedaal Gebruik van een machine met versleten of onjuist afgestelde remmen kan tot persoonlijk letsel leiden. Gebruik het gaspedaal (Figuur 6) om de rijsnelheid van de machine te veranderen. Als u het gaspedaal intrapt, start u de motor.
Contactschakelaar De contactschakelaar bevindt zich links van de parkeerremhendel op het bedieningspaneel (Figuur 6). De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN en START . U kunt de machine op 2 manieren starten: • Pedaalstart – draai de contactschakelaar naar de stand AAN, druk het gaspedaal in en neem uw voet van het gaspedaal. g033923 Figuur 7 Opmerking: De motor wordt uitgeschakeld als u uw voet van het gaspedaal neemt. 1.
Chokehendel Lichtschakelaar De chokehendel bevindt zich op het bedieningspaneel. Als u een koude motor wilt starten, trek dan de chokeknop uit (Figuur 6). Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra de motor warmgedraaid is, drukt u de chokeknop in naar de stand UIT. De lichtschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van de stuurkolom (Figuur 10). Gebruik de lichtschakelaar om de koplampen aan te zetten.
Brandstofmeter De brandstofmeter (Figuur 11) vindt u op de brandstoftank naast de vuldop, aan de linkerkant van de machine. De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. g033956 Figuur 11 1. Leeg 4. Vol 2. Halfvol 5. Dop van brandstoftank 3. Naald 6. Brandstofmeter Handgrepen voor passagier De handgrepen voor de passagiers bevinden zich aan de buitenkanten van de stoelen (Figuur 12). g033955 Figuur 12 Passagierszijde getoond 1.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING Als de laadbak tijdens het rijden omhoogstaat, bestaat de kans dat de machine gemakkelijker omslaat of gaat rollen. De laadbak kan beschadigd raken als deze tijdens het gebruik van de machine omhoogstaat. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop • Gebruik de machine uitsluitend als de laadbak is neergelaten.
g034021 Figuur 14 1. Borgsleuf onderhoudsstand 2. Steunstang 3. Borgsleuf stortstand De laadbak omhoog brengen in de onderhoudsstand 1. Trek de hendel aan de linkerkant in de laadbak naar u toe en breng de laadbak omhoog (Figuur 13). 2. Trek de steunstang in de borgsleuf van de onderhoudsstand om de laadbak vast te zetten voor onderhoud (Figuur 14).
3. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 16). Opmerking: Dit helpt om materiaal tussen de hengsels vandaan te krijgen. 4. Laat de achterlaadklep zakken en controleer of er materiaal is achtergebleven tussen de hengsels. 5. Herhaal stappen 1 tot 4 tot al het materiaal van tussen de hengsels is. 6. Draai de achterlaadklep naar boven en til ze in de groeven in de laadbak. g034526 Figuur 18 1.
Aanbevolen bandenspanning: 1,65 tot 2,07 bar GEVAAR Belangrijk: De maximale bandenspanning op de wang van de band niet overschrijden. In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: De vereiste bandenspanning is afhankelijk van het gewicht dat u van plan bent te transporteren. 1. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden opgewekt waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult.
Opmerking: In de START -stand kunt u de parkeerrem inschakelen en werken zolang de accu niet leeg is. 4. Een nieuwe machine inrijden Opmerking: Als u het contactsleuteltje naar de stand START draait, zal de motor draaien tot deze aanslaat. Als de motor meer dan 10 seconden draait maar niet aanslaat, ga dan terug naar de UIT-stand en ga na wat het probleem is (bv. u moet de choke gebruiken, het luchtfilter is verstopt, de brandstoftank is leeg, de bougie werkt niet, enz.
De machine transporteren • Verminder het gewicht van de lading die u • in de laadbak transporteert als het materiaal hoog opgestapeld is (en een hoog zwaartepunt heeft), zoals een stapel bakstenen, planken voor tuinelementen of zakken met kunstmest. Verdeel de lading zo laag mogelijk en zorg ervoor dat de lading uw vermogen om achter de machine te kijken tijdens gebruik niet belemmert.
De machine slepen In noodgevallen kan de machine over een korte afstand worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan geen gewoonte te maken. WAARSCHUWING Als u de machine bij een te hoge snelheid sleept, kunt u de controle over het stuur verliezen. Dit kan letsel veroorzaken. Sleep de machine nooit sneller dan 8 km per uur. De machine moet worden gesleept door 2 personen.
Onderhoud Opmerking: Download het elektrisch schema gratis op www.Toro.com. U kunt uw machine zoeken via de link 'Handleidingen'. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • De motorolie verversen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Controleer het motoroliepeil. Het transaxlevloeistofpeil controleren. Luchtfilter controleren. Koelribben van de motor controleren.
VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit de contactschakelaar en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het voertuig. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie. Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine omhoog brengen GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan.
2. Bevestig de motorkap door de rubberen grendels uit te lijnen met de grendelbevestigingen aan weerszijden van de motorkap (Figuur 24). De stoel verwijderen Duw de stoel naar voren en til hem op tot de bevestigingsbeugels loskomen van het paneel van de stoelbasis (Figuur 25). g034044 Figuur 23 1. Hefpunten achteraan De motorkap openen De motorkap omhoogtillen 1. Til de handgreep van de rubberen grendels aan weerszijden van de motorkap op (Figuur 24). g034117 Figuur 25 1. Paneel van stoelbasis 3.
De lagers in de voorwielen smeren Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis 1.
4. De lagers in de wielen smeren Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 31). 1. Verwijder het buitenste lager en de loopring van het lager van de naaf (Figuur 33). g192346 Figuur 31 1. Borgpen 4. Asmoer 2. As 5. Moerzekering 3. Borgplaatje 6. Stofkap g033050 Figuur 33 5. Verwijder de borgpen en de moerzekering van de as en de asmoer (Figuur 31). 6. Verwijder de asmoer van de as, en verwijder de naaf en de rotor van de as (Figuur 31 en Figuur 32). 1. Afdichting 4.
De naaf en rotor monteren 1. Breng een laagje van het aanbevolen smeermiddel aan op de as (Figuur 34). g192345 Figuur 35 g192344 1. Borgpen Figuur 34 1. Moerzekering 4. Buitenste lager 2. Asmoer 5. Naaf, rotor, binnenste lager, loopring en afdichting 3. Borgplaatje 2. Moerzekering 9. 6. As 2. Monteer de naaf en de rotor op de as met de rotor aan de binnenkant (Figuur 34). 3. Monteer het buitenste lager op de as en plaats het lager in de buitenste loopring (Figuur 34). 4.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Vervang het element van het luchtfilter eerder als het vuil of beschadigd is. Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden. Onderhoud van het luchtfilterdeksel Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Verwijder het luchtfilterdeksel en verwijder het vuil. Verwijder het filter niet.
Onderhoud van de luchtfilters Belangrijk: U mag de motor nooit laten lopen zonder dat beide luchtfilters zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade kan oplopen. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Doe dit vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden. 1. 5. Schuif het filter voorzichtig uit de luchtfilterbehuizing (Figuur 37). Opmerking: Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing stoot.
Motorolie verversen Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het oliepeil te laag is, vult u olie bij totdat het oliepeil de Vol-markering bereikt. Niet te vol vullen. Controleer het oliepeil zoals wordt getoond in Figuur 39. 1. Start de machine en laat de motor een paar minuten lopen. 2.
Onderhoud van de bougie 5. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm bedraagt (Figuur 41). De bougie controleren en vervangen 6. Plaats de bougie in de cilinderkop en draai de bougie vast tot 27 N·m. 7. Bevestig de kabel van de bougie. 8. Herhaal stap 1 tot en met 7 voor de andere bougie. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Vervang de bougie indien nodig.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Inspecteer de brandstofleidingen, aansluitingen en klemmen op tekenen van lekkage, slijtage, beschadiging of losse connecties. Opmerking: Repareer beschadigde of lekkende onderdelen van het brandstofsysteem voordat u de machine gebruikt.
Onderhoud uitvoeren aan de van de koolstofhouder Onderhoud elektrisch systeem Het luchtfilter voor de koolstofhouder inspecteren Onderhoud van de accu Accuspanning: 12 V, 300 A, koude start bij -18 °C. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren WAARSCHUWING Inspecteer de opening onderaan het luchtfilter voor de koolstofhouder en zorg ervoor dat deze vrij is van vuil en verstopping (Figuur 43).
Accu verwijderen De accu afkoppelen WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. 1. Koppel de accukabels af; zie De accu afkoppelen (bladz. 41). 2. Verwijder de accu zoals wordt getoond in Figuur 45. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
De accu aansluiten Accu monteren 1. Plaats de accu zoals wordt getoond in Figuur 46. Sluit de accu aan zoals wordt getoond in Figuur 47. g034315 Figuur 47 Accu opladen WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,260).
Zekeringen vervangen Onderhoud van de koplampen Er zijn 4 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder de bestuurdersstoel (Figuur 48). De gloeilampen vervangen Opmerking: Als u de optionele hefset monteert, zal u een andere zekeringhouder krijgen die naast de bestaande zekeringhouder dient te worden gemonteerd.
5. Monteer de nieuwe lamp en de nieuwe behuizing voor de koplamp; lijn de lipjes van de lamp uit met de sleuven in de behuizing van de koplamp (Figuur 49). 6. Bevestig de lamp door deze een kwartslag rechtsom te draaien (Figuur 49). 7. Koppel de elektrische aansluiting voor de kabelboom aan op de aansluiting van de nieuwe lamp (Figuur 49). 8. Sluit de accu aan en sluit de motorkap; zie De accu aansluiten (bladz. 42).
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de banden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging. g313578 Figuur 51 Opmerking: Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren.
gewicht of de bestuurder dienen gedurende de hele procedure op de stoel te blijven. 4. • Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot Als deze afstand buiten het bereik van 0 ± 3 mm valt, moet u de contramoeren aan het uiteinde van de spoorstangen losdraaien (Figuur 55). 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. • Meet het toespoor met de wielen recht vooruit.
Als u routine-onderhoudswerkzaamheden uitvoert en/of de motor test, moet u de transaxle in de NEUTRAALSTAND zetten. De machine heeft een NEUTRAALSTAND op de schakelhendel, waarmee u de transaxle in de neutraalstand kunt zetten. Om ervoor te zorgen dat de schakelhendel de transaxle naar behoren in de neutraalstand zet, moet u de volgende stappen uitvoeren: 1. Zet de schakelhendel in de NEUTRAALSTAND . 2. Draai de secundaire koppeling (Figuur 62) om na te gaan of ze vrij ronddraait in de NEUTRAALSTAND . 3.
4. Wanneer u tevreden bent over de afstelling, brengt u de schakelkabel aan in de sleuf in de sleutelbalk (Figuur 57). 4. Plaats de kap van de koppeling en bevestig deze met de 3 bouten (Figuur 58) die u verwijderd hebt in 2. 5. Controleer of alle standen naar behoren werken door de stappen in De neutraalstand van de schakelhendel controleren (bladz. 47) te herhalen. 5. Laat de laadbak neer.
Onderhoud koelsysteem Onderhouden remmen De motorkoelingsgebieden reinigen De parkeerrem controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Reinig het koelsysteem tweemaal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van de machine in bijzondere werkomstandigheden. Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een verstopt scherm, vuile of verstopte koelribben, of verwijderde uitlaatringen, leidt dit tot beschadiging van de motor als gevolg van oververhitting. 1.
Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Vraag uw erkende Toro servicedealer om hulp. Remvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer het remvloeistofpeil voordat de motor de eerste keer wordt gebruikt. g002136 Figuur 61 1. Reservoir voor remvloeistof 2. Minimum-streep Remvloeistoftype: DOT 3 1. 2. 4.
Aandrijfriem vervangen Onderhoud riemen 1. Zet de laadbak omhoog; zie De laadbak omhoog brengen in de onderhoudsstand (bladz. 21). 2. Zet de transmissie in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking, draai de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. 3. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling ronddraaien (Figuur 62). Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai de contactschakelaar op UIT en verwijder het sleuteltje. 4.
Onderhoud van het chassis Reiniging Vergrendelingen van de laadbak instellen Was de machine indien nodig. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt een doek gebruiken om de machine schoon te maken, maar de kap gaat dan wel iets minder glanzen. De machine schoonmaken Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden.
Stalling 1. 2. Opmerking: U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai de contactschakelaar op UIT en verwijder het sleuteltje. Verwijder het vuil en vet van het hele voertuig, inclusief de buitenkant van de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. Belangrijk: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en water wassen.
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.