Form No. 3443-374 Rev A Workman® GTX elektrisch multifunctioneel werkvoertuig Modelnr.: 07043—Serienr.: 405600000 en hoger Modelnr.: 07131TC—Serienr.: 406864895 en hoger Modelnr.: 07153—Serienr.: 405600000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
(indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Het netsnoer van dit product bevat lood, een stof waarvan bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken.
Inhoud Veiligheid van de accu ...................................... 32 Onderhoud van de accu's ................................. 33 Zekeringen vervangen...................................... 36 Onderhoud van de koplampen.......................... 37 Onderhoud aandrijfsysteem ................................ 38 Onderhoud van de banden ............................... 38 De onderdelen van de stuurinrichting en ophanging controleren ..................................
Veiligheid Deze machine werd ontworpen in overeenstemming met de vereisten van SAE J2258 (nov 2016). Algemene veiligheid Dit product kan lichamelijk letsel veroorzaken. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. • Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u deze begrijpt voordat u de machine start. Zorg dat alle gebruikers van dit product weten hoe ze het dienen te gebruiken en dat ze de waarschuwingen begrijpen. • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal99-7345 99-7345 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 4.
decal131-8495 131-8495 decal131-8414 131-8414 3. Kantelgevaar – Rijd langzaam hellingopwaarts of zijdelings tegen hellingen, neem bochten langzaam, rijd niet harder dan 26 km/uur, rijd langzaam als u een last trekt, rijd langzaam op oneffen terrein. 4. Risico op vallen, gevaar 2. Waarschuwing – Zorg voor het afsnijden van ervoor dat u terdege ledematen – vervoer geen opgeleid bent voor gebruik passagiers in de laadbak, van de machine alvorens ermee te werken.
200 LBS 91 KG 1500 LBS 680 KG 137-9984 decal137-9984 137-9984 1. Overschrijd het koppelgewicht van 91 kg niet. 2. Vervoer geen lading die zwaarder is dan 680 kg. decal131-8527 131-8527 1. Prestatiemodus 2. Ecomodus decal138-3525 138-3525 1. Lamp – Aan 3. De laadbak omhoog brengen. 2. Lamp – Uit 4. De laadbak neerlaten. decal139-3338 139-3338 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 5. Elektrisch (10 A) 2. Claxon (30 A) 6. Koplampen (10 A) 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Stuurwieldop Ring (½") Stofkap 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend internationale modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren. 3 Geen onderdelen vereist – De remmen gebruiksklaar maken (inrijden).
2 4 Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren De handleiding lezen en de documentatie in verband met de uitrusting van de machine bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 1 Gebruikershandleiding 1 Gebruikershandleiding van de motor 1 Registratiekaart Controleer of de accu's opgeladen zijn; zie Accu's opladen (bladz. 33). 1 Inspectieformulier 1 Kwaliteitscertificaat 3.
Algemeen overzicht van de machine g034154 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Laadbak 5. Acculader 2. Stuurwiel 4. Sleeplip 6. Hendel van laadbak g034544 Figuur 5 1. Handgreep voor passagier 3. Accessoirebevestiging achteraan laadbak 2. Parkeerremhendel 4.
Bedieningsorganen Schakelbord g034161 Figuur 6 1. Lichtschakelaar 2. Urenteller 7. Parkeerremhendel 8. Rempedaal 3. Accu-ontladingsindicator 9. Gaspedaal 4. Claxonknop (uitsluitend internationale modellen) 10. Usb-aansluitpunt 5. Schakelhendel 6. Contactschakelaar 11. Statusindicatorlicht Gaspedaal Rempedaal Gebruik het gaspedaal (Figuur 6) om de rijsnelheid van de machine te veranderen. Als u het gaspedaal intrapt, start u de machine. Als u het pedaal verder intrapt, verhoogt u de rijsnelheid.
Parkeerremhendel Richtingschakelaar De parkeerremhendel bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 6). De richtingschakelaar bevindt zich links van de parkeerremhendel. De parkeerremhendel heeft 3 standen: VOORUIT, ACHTERUIT en NEUTRAAL (Figuur 6). Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt. Als u de machine op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen.
Belangrijk: Wanneer u het USB-aansluitpunt niet gebruikt, breng dan de rubberen plug aan om te voorkomen dat het aansluitpunt beschadigd raakt. Als het licht blijft branden, is de machine klaar voor normaal gebruik. Als het licht knippert, is er een probleem dat opgelost dient te worden voordat u de machine normaal kunt gebruiken. Contactschakelaar Als het statusindicatorlicht 2 keer knippert, is de parkeerrem ingeschakeld terwijl de richtingschakelaar in VOORUIT of ACHTERUIT staat.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Aanbevolen bandenspanning voor- en achteraan: 1,65 tot 2,07 bar Voor gebruik Belangrijk: De maximale bandenspanning op de wang van de band niet overschrijden. Opmerking: De vereiste bandenspanning is afhankelijk van het gewicht dat u van plan bent te transporteren. 1. Controleer de bandenspanning. • Gebruik een lagere bandenspanning voor lichtere ladingen, voor minder bodemcompactie, voor een soepeler rijgedrag en voor minder bandensporen op de grond.
Als de accu's volledig opgeladen zijn, vult u de accu's bij met gedistilleerd of gedeïoniseerd water; zie Het waterpeil van de accu's controleren (bladz. 34) en De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 35). semitractieaccu ontlaadt gewoonlijk tot 20-30% van de maximale laadtoestand. Een dergelijke ontlading wordt beschouwd als een diepe ontlading. Belangrijk: Herhaaldelijk diep ontladen verkort de levensduur van de accu.
• Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van • • een nieuwe machine moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden). Zie het hoofdstuk Onderhoud (bladz. 24) voor bijzondere controles op rustige momenten. Controleer de stand van de voorwielophanging en stel af indien nodig. Tijdens gebruik Veiligheid tijdens het werk g192309 Figuur 14 Algemene veiligheid 1.
• Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel schuiven waardoor de machine haar stabiliteit verliest. • Voordat u de machine start: verzeker dat de transmissie in de neutraalstand staat, de parkeerrem ingeschakeld is, en u op de bestuurdersstoel zit. • U en uw passagiers moeten blijven zitten wanneer de machine rijdt. Houd uw handen aan het stuurwiel; uw passagiers moeten de daartoe voorziene handgrepen gebruiken. Houd uw armen en benen te allen tijde binnen de machine.
De laadbak gebruiken • Gebruik de machine niet op een nat terrein. Wielen kunnen grip verliezen. De machine kan omrollen voordat de wielen grip verliezen. De laadbak omhoog brengen in de stortstand • Rij hellingen in een rechte lijn op en af. • Als u vaart begint te verliezen terwijl u een helling oprijdt, moet u voorzichtig het rempedaal indrukken en de helling langzaam achterwaarts in een rechte lijn afrijden.
1. Til de laadbak licht omhoog door de grendelhandgreep omhoog te brengen (Figuur 15). 2. Neem de steunstang uit de palopening (Figuur 16). 3. Laat de bak neer tot hij stevig vergrendeld is. De achterlaadklep openen g034019 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2. Breng de achterlaadklep met beide handen omhoog; gebruik de nok bovenaan de achterlaadklep (Figuur 17). 3. Laat de achterlaadklep zakken tot deze gelijk komt met de onderkant van de laadbak (Figuur 17). Figuur 15 1.
g034545 Figuur 19 g034023 Figuur 18 1. Ontvanger 1. Beweeg de achterlaadklep 3. Hengsels enkele keren heen en weer. 2. Draai de achterlaadklep ongeveer in de 45°-stand. 3. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 18). 2. 'T'-hendel 2. Breng uw accessoire aan in de houder en zorg dat de gaten overeenkomen (Figuur 19). 3. Bevestig het gemonteerde accessoire aan de bevestigingsbuis met de gaffelpen en de haarspeldveer. 4.
De laadbak laden Materiaal Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van de laadbak en het gebruik van de machine: • Hou rekening met het laadvermogen van de machine en beperk het gewicht van de lading die u in de laadbak transporteert volgens de specificaties in Specificaties (bladz. 14) en op het label met het toelaatbare totaalgewicht van de machine.
Zie Figuur 21 en Figuur 22 voor de plaats van de bevestigingspunten van de machine. De machine slepen Opmerking: Laad de machine op de aanhangwagen In noodgevallen kunt u de machine over een korte afstand slepen; maak hier evenwel geen gewoonte van. met de voorzijde van de machine naar voren gericht. Als dat niet mogelijk is, bevestig dan de motorkap met een riem aan het frame of verwijder de motorkap zodat deze er niet af kan waaien tijden het transport.
Onderhoud Veiligheid bij onderhoud • Indien mogelijk moet u geen onderhoud uitvoeren bij ingeschakelde machine. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Laat personeel dat niet bekend is met de • • • • • • • instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de transmissie op NEUTRAAL. – Stel de parkeerrem in werking. – Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • • • Lagers en lagerbussen smeren. Controleer de staat van de banden en velgen. Draai de wielmoeren aan. De stuurinrichting en ophanging op losse of beschadigde onderdelen controleren. De vlucht en het toespoor van de voorwielen controleren. Het peil van de transaxlevloeistof controleren. Controleer de transaxle op lekken. De remmen controleren Om de 300 bedrijfsuren • De lagers in de voorwielen smeren.
Gecontroleerde item Voor week van: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Beschadigde lak bijwerken. Was de machine.
Belangrijk: Als u de machine voor routineonderhoud en/of diagnose laat draaien, zorg dan dat de achterwielen van de machine 25 mm vrij van de grond zijn door de achteras op assteunen te zetten. • Het hefpunt vooraan de machine bevindt zich aan de voorzijde van het frame, achter de sleeplip (Figuur 23). g034043 Figuur 23 g034045 Figuur 25 1. Hefpunt vooraan • Het hefpunt aan de achterzijde van de machine 2. bevindt zich onder de asbuizen (Figuur 24). Til de motorkap op.
g190186 Figuur 28 1. Pennen g190066 Figuur 26 De zitbank verwijderen 1. Kantel de zitbank naar voren (Figuur 26). 2. Schuif de zitbank opzij uit de pennen en til de zitbank op (Figuur 27). g190187 Figuur 27 1. Pennen De zitbank monteren Schuif de zitbank opzij op de pennen en laat de zitbank zakken (Figuur 28).
De lagers in de voorwielen smeren Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis 1.
4. De lagers in de wielen smeren Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 33). 1. Verwijder het buitenste lager en de loopring van het lager van de naaf (Figuur 35). g192346 Figuur 33 1. Borgpen 4. Asmoer 2. As 5. Moerzekering 3. Borgplaatje 6. Stofkap g033050 Figuur 35 5. Verwijder de borgpen en de moerzekering van de as en de asmoer (Figuur 33). 6. Verwijder de asmoer van de as, en verwijder de naaf en de rotor van de as (Figuur 33 en Figuur 34). 1. Afdichting 4.
De naaf en rotor monteren 1. Breng een laagje van het aanbevolen smeermiddel aan op de as (Figuur 36). g192345 Figuur 37 g192344 1. Borgpen Figuur 36 1. Moerzekering 4. Buitenste lager 2. Asmoer 5. Naaf, rotor, binnenste lager, loopring en afdichting 3. Borgplaatje 3. Stofkap 2. Moerzekering 9. 6. As Monteer de borgpen en plooi beide uiteinden rond de borgschroef (Figuur 37). 10. Plaats de stofkap op de naaf (Figuur 37). 11.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de • machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
Opmerking: De accu- en de kabelklemmen verliest, moet u onmiddellijk de stekker van het netsnoer van de oplader uit het stopcontact trekken. Laat de machine repareren door een erkende servicedealer voordat u ze weer in gebruik neemt. moeten een heldere metaalglans hebben. 4.
Opmerking: In warme omgevingen dient Tabel laadstatuslicht (cont'd.) u de stoel te verwijderen om de laadtijd te optimaliseren; zie De zitbank verwijderen (bladz. 28). Als de acculader te warm is, gaat het opladen mogelijk niet goed. Bij een koude temperatuur kan het langer duren tot de accu's opgeladen zijn.
g034218 Figuur 39 1. Oogje van accu 4. Als de oogjes wit zijn, moet u de accu bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water; zie De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 35). g034255 Figuur 40 1. Watervulopening 3. Waterhandpomp 2. Aansluiting handpomp De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water 5.
5. Spuit Toro beschermspray op de accupolen. 6. Zorg ervoor dat de rubberen stopkapjes op alle accukabels goed zijn bevestigd op de accupolen. 7. Steek het sleuteltje in de contactschakelaar en draai het naar de stand AAN. 8. Breng de laadbak naar beneden, draai het sleuteltje van de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. Opslag van de accu's Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt.
g277605 Figuur 42 1. Zekeringhouder g277621 Onderhoud van de koplampen Figuur 43 Koplamp vervangen 1. Koppel de accu's af; zie De accu's afkoppelen (bladz. 35). 2. Open de motorkap. 3. Koppel de elektrische aansluiting voor de kabelboom los van de aansluiting van de lamp (Figuur 43). 1. Snelklem 4. Koplamp 2. Opening in de bumper 5. Elektrische kabelboomaansluiting 3. Stelschroef 6. Lamp 4. Verwijder de snelklemmen waarmee de koplamp aan de koplampbeugel is bevestigd (Figuur 43).
Koplampen afstellen Onderhoud aandrijfsysteem Ga als volgt te werk om de stand van de koplampen af te stellen als een koplamp is vervangen of verwijderd. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak met de koplampen op ongeveer 7,6 meter verwijderd van een muur (Figuur 44). 2. Meet de afstand van de vloer tot het midden van de koplamp en maak een markering op dezelfde hoogte op de muur. 3. Draai het contactsleuteltje op AAN en ontsteek de koplampen. 4.
3. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. De vlucht afstellen Uw gereedschap: sleutel, Toro onderdeelnummer 132-5069, neem contact op met uw servicedealer. Belangrijk: Stel de vlucht uitsluitend af indien u een werktuig aan de voorkant gebruikt of indien de slijtage aan de banden ongelijkmatig is. 1. g313577 Figuur 45 2. 13 mm van het midden van het stuurwiel 1.
2. 3. 4. Stel de parkeerrem in werking. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. Verwijder de vulplug op de transaxle (Figuur 50). Opmerking: Het vloeistofpeil moet tot aan de onderkant van de vulplug komen. g009235 Figuur 48 1. Hart-op-hart-afstand – achterkant wielen 2. Hart-op-hart-afstand – voorkant wielen 2. 3. Middellijn van as Als deze afstand buiten het bereik van 0 tot 6 mm valt, moet u de contramoeren aan het uiteinde van de spoorstangen losdraaien (Figuur 49).
2. Onderhouden remmen Verwijder de bouten uit het deksel van de transaxle en laat alle vloeistof weglopen (Figuur 51). De parkeerrem controleren Opmerking: Bewaar het deksel van de transaxle en de bouten. 3. Monteer het deksel van de transaxle met de eerder verwijderde bouten, draai de bouten aan met 22 tot 32 N∙m. 4. Verwijder de vulplug op de transaxle en vul de transaxle met de aanbevolen vloeistof tot deze uit het gat loopt (Figuur 50). 5.
Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Vraag uw erkende servicedealer om hulp. Remvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer het remvloeistofpeil voordat de motor de eerste keer wordt gebruikt. g002136 Figuur 54 1. Reservoir voor remvloeistof 2. Minimum-streep Remvloeistoftype: DOT 3 1. 2. 4.
Onderhoud van het chassis Vraag uw erkende servicedealer om de service- en parkeerremblokken te controleren en mogelijk te vervangen. Remvloeistof verversen De vergrendelingen van de laadbak afstellen Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Neem contact op met uw erkende Toro dealer. Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden. U kunt de vergrendelstangen zodanig afstellen dat de vergrendelingen de laadbak stevig tegen het chassis houden.
Reiniging Stalling De machine schoonmaken Veiligheid tijdens opslag Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Was de machine. • Zet de machine af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt. Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel.
Opslag van de accu 1. Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt; zie Accu's opladen (bladz. 33). Steek de oplader in een stopcontact tijdens de opslag van de machine en de accu's. De oplader moet aangesloten blijven op het stopcontact en het oplaadcontact tijdens de stalling zodat de accu’s opgeladen blijven en niet bevriezen; anders dient u de accu’s minstens een keer per maand op te laden. 2. Sluit tijdens de stalling de lader aan om ervoor te zorgen dat de accu's hun levensduur behouden.
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje machine Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Het statuslampje van de machine brandt ononderbroken. 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen Het statuslampje van de machine heeft 1 keer geknipperd. 1. Er is een configuratiefout in de regelaar. 1. Neem contact op met uw erkende Toro servicedealer. Het statuslampje van de machine heeft 2 keer geknipperd. 1. De parkeerrem is ingeschakeld terwijl de machine in VOORUIT of ACHTERUIT staat. 1.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. Er heeft zich een fout voorgedaan in de motor-encoder. 1. De bedrading van de motor-encoder (snelheidssensor) controleren. 2. Het maximale toerental werd overschreden. 2. Draai de contactschakelaar naar UIT, wacht een paar seconden en draai de contactschakelaar op AAN, en controleer of de machine normaal werkt. Het statuslampje van de machine heeft 12 keer geknipperd. 1. Er heeft zich een configuratiefout voorgedaan in de regelaar. 1.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
California Proposition 65 waarschuwing – alleen voor Californië Wat is een waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Elektrische Workman Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.