Operator's Manual

Claxonknop
UitsluitendmodellenTC
Declaxonknopbevindtzichindelinkeronderhoekvan
hetdashboard(Figuur8).Drukopdeclaxonknopom
declaxontelatenklinken.
g027587
Figuur8
1.Claxonknop(uitsluitend
TC-modellen)
6.Lampjetemperatuur
motorkoelvloeistof
2.Urenteller7.Indicatielampje
gloeibougies
3.Lichtschakelaar
8.Contactschakelaar
4.Acculampje9.Aansluitpunt
5.Motoroliedruklampje
Lichtschakelaar
Gebruikdelichtschakelaar(Figuur8)omde
koplampenaantezetten.Duwdeschakelaarnaar
bovenomdekoplampeninteschakelen.Duwde
schakelaarnaarbenedenomdekoplampenuitte
schakelen.
Urenteller
Deurentellertoonthetaantalurendatdemachinein
bedrijfisgeweest.Deurenteller(Figuur8)gaatlopen
alsdecontactschakelaarindestandAANwordtgezet
ofalsdemotorloopt.
Acculampje
Hetacculampje(Figuur8)gaatenkeletellenbranden
wanneerudemotorvoorheteerststart,endooft
zodrademotorloopt.Alshetacculampjeblijft
brandenterwijldemotorloopt,danisdealternator,de
accuofhetelektrischesysteembeschadigd.
Motoroliedruklampje
Hetmotoroliedruklampje(Figuur8)waarschuwtudat
deoliedrukindemotorbenedeneenveiligniveau
daalt.Alshetlampjeaangaatenblijftbranden,
moetudemotoruitschakelenenhetmotoroliepeil
controleren.Vulindiennodigoliebijindemotor;zie
Motorolieverversen(bladz.33).
Opmerking:Hetoliedruklampjekangaanknipperen.
Dezetoestandisnormaalenvereistgeenactie.
Lampjetemperatuur
motorkoelvloeistof
Hetlampjetemperatuurmotorkoelvloeistof(Figuur8)
waarschuwtudatdekoelvloeistofvandemotorte
warmisomdemotorteblijvengebruiken(demotor
raaktoververhit).Zetdemotorafenlaatdemachine
afkoelen.Controleerhetpeilvandekoelvloeistofen
deriemennaardeventilatorendewaterpomp.Vulhet
reservoirmetdejuistehoeveelheidkoelvloeistofen
vervangversleten,beschadigdeofslippenderiemen.
Belangrijk:Alsdemotorblijftoververhitten,
neemdancontactopmetuwerkende
serviceverdelervooreendiagnoseenherstelling.
Indicatielampjevangloeibougie
Hetindicatielampjevandegloeibougies(Figuur
8)gaatroodbrandenalsdegloeibougieszijn
ingeschakeld.
Belangrijk:Hetindicatielampjevande
gloeibougieszal15secondenblijvenbranden
wanneerdeschakelaarwordtteruggedraaidnaar
destandSTART.
Contactschakelaar
Gebruikdecontactschakelaar(Figuur8)omdemotor
testartenenuittezetten.
Decontactschakelaarheeft3standen:UIT,AAN
enSTART.DraaihetsleuteltjenaarrechtsopAAN
omdegloeibougiesteactiveren.Wanneerhet
indicatielampjevandegloeibougiedooft,draaitu
hetcontactsleuteltjerechtsomindestandSTARTEN.
Wanneerdemotoraanslaat,draaituhetsleuteltje
linksomnaardestandLOPEN.
Omdemotoraftezetten,draaituhetsleuteltjenaar
linksopUIT.
Aansluitpunt
GebruikhetaansluitpuntFiguur8omoptionele
elektrischeaccessoiresvan12Vvanstroomte
voorzien.
12