Form No. 3367-869 Rev D Workman® MD en MDX bedrijfsvoertuigen Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: 07266TC—Serienr.: 311000001 en hoger 07273—Serienr.: 311000001 en hoger 07273TC—Serienr.: 311000001 en hoger 07279—Serienr.: 311000001 en hoger G014966 Registreer uw product op www.Toro.com.
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Inhoud Brandstofleidingen en -verbindingen controleren ........................................................30 Brandstoffilter vervangen ........................................30 Onderhoud elektrisch systeem ....................................31 Zekeringen vervangen.............................................31 Koplampen vervangen ............................................31 Onderhoud van de accu...........................................32 Onderhoud aandrijfsysteem ................................
Veiligheid Vóór het gebruik • U mag het voertuig pas in gebruik nemen, nadat u Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
weersomstandigheden en bij hogere snelheden of als het voertuig volledig belast is. De stoptijd en de remweg zullen groter zijn als het voertuig zwaar belast is. deze handleiding. Als er iets niet in orde is, mag u het voertuig niet gebruiken. Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u het voertuig of het werktuig gaat gebruiken. • Benzine is uiterst ontvlambaar. Wees daarom voorzichtig – Vermijd plotseling stoppen en starten.
Gebruik op hellingen Opmerking: Als het voertuig op een helling staat, moet u de wielen blokkeren nadat u het voertuig hebt verlaten. WAARSCHUWING • Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u Als u het voertuig op een helling gebruikt, bestaat de kans dat dit omslaat of gaat rollen. Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of dat het voertuig op een helling vaart verliest. Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan. • Gebruik het voertuig niet op extreem steile hellingen.
Gebruik op oneffen terrein niet kan worden gecentreerd. Zorg ervoor dat de lading in evenwicht is en goed vastzit om te voorkomen dat deze gaat schuiven. Neem gas terug en verminder de lading als u moet rijden op oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en andere onverwachte veranderingen in het terrein. De lading kan gaan schuiven waardoor het voertuig zijn stabiliteit verliest. • Zet de lading altijd vast zodat deze niet gaat schuiven.
• Controleer nooit met een open vuur het peil van de De gemeten waarden zijn vastgesteld volgens de procedures in EN 1032. brandstof of het accuzuur, of een lekkage. • Als de motor moet lopen om onderhouds- of afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de motor en bewegende delen houden. Houd iedereen op afstand.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 117-5001 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 7. Claxon 2. Kans op botsing – Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik op de openbare weg. 8. Urenteller 3. Kans op vallen – Vervoer geen passagiers in de laadbak. 9. Koplampen 4.
112-3325 99-7345 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – Blijf op een veilige afstand van een heet oppervlak. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.; laat alle beveiligingen op hun plaats zitten. 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 4. Koplampen, 15A 2. Lift/gate, 30A 5. Zekering voor voertuig, 20 A 3. Claxon/stroompunt, 10A 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel 1 Stuurwiel monteren (uitsluitend model 07266TC en 07273TC). 2 Geen onderdelen vereist – De accu in gebruik nemen (uitsluitend model 07266TC en 07273TC).
6. Verwijder de vuldoppen. Giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het zuurpeil tot aan de VOL-streep staat Plaats de vuldoppen terug. 2 Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van het voertuig. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken. De accu in gebruik nemen Geen onderdelen vereist 7. Installeer de accu; zie Installatie van de accu in het onderdeel Onderhoud van het elektrisch systeem bij Onderhoud.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 1 5 6 4 G014967 7 Figuur 4 1. Band van motorkap 3. Laadbak 5. Brandstoftankdop 2. Parkeerrem 4. Ontsluithendel van laadbak 6. Schakelhendel Bedieningsorganen 7. Sleeplip Gaspedaal Het gaspedaal (Figuur 5) biedt de bestuurder de mogelijkheid de rijsnelheid van het voertuig te regelen. Als u het pedaal intrapt, start u de motor. Als u het pedaal verder intrapt, verhoogt u de rijsnelheid.
6 parkeerrem vrij te zetten, moet u de hendel naar voren duwen. Als u het voertuig op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen. G009192 Chokehendel De chokeknop bevindt zich rechtsonder naast de bestuurdersstoel. Om een koude motor te starten, moet u de chokeknop uittrekken (Figuur 6). Nadat de motor is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk is, zet u de chokeknop op Off.
Figuur 8 1. Leeg 4. Brandstofmeter 2. Vol 5. Dop van brandstoftank 3. Naald Handgrepen voor passagier De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel (Figuur 9). 2 1 G009193 Figuur 9 1. Heupsteun 2.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. Controle vóór het gebruik Figuur 10 Modelnummers 07266/TC en 07279 Voer elke dag de volgende controles uit voordat u het voertuig gaat gebruiken. 1.
U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren of dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat deze correct is. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
Opmerking: De lengte van de remweg kan variëren, afhankelijk van de lading en de snelheid van het voertuig. 3. Verwijder de dop van de brandstoftank. 4. Vul de benzinetank tot ongeveer 2,5 cm vanaf de bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis). De ruimte in de tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Niet te vol vullen. Het voertuig parkeren 1. Stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Off. 5. Draai de tankdop stevig vast. Neem gemorste brandstof op. 2.
2 3 1 Figuur 15 1. Sluiting 3. Vergrendelstang 2. Moer g014860 Figuur 14 1. Hendel 2. Draai de vergrendelstang naar rechts totdat deze stevig tegen de vergrendeling zit en zet daarna de moer vast (Figuur 15). 3. Borgsleuf 2. Steunstang 3. Doe hetzelfde voor de vergrendeling aan de andere zijde van het voertuig. 2. Zet de steunstang in de borgsleuf om de laadbak vast te zetten (Figuur 14).
• Na een koude start moet u de motor ongeveer VOORZICHTIG 15 seconden warm laten worden, voordat u optrekt. Losse stoelen kunnen van het voertuig en de oplegger vallen tijdens het transport en terechtkomen op een ander voertuig of de weg versperren. • Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een nieuw voertuig moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden).
Figuur 18 1. Sleeplip en bevestigingspunt Een aanhangwagen trekken Het voertuig kan een aanhangwagen trekken. Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor het voertuig, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig gebruikt. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro-dealer. Als u een lading vervoert of een aanhangwagen trekt, mag u het voertuig of de aanhangwagen niet te zwaar beladen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de conditie van de aandrijfriem. • De spanning van de riem van de dynamo van de starter controleren. Na de eerste 25 bedrijfsuren • De motorolie verversen (modellen 07266TC en 07279). • De motorolie verversen. (Modellen 07273/TC). • Vervang het oliefilter (Modellen 07273/TC).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het transaxle-oliepeil controleren. Luchtfilter controleren. Koelribben van de motor controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Onderhoud van het voertuig in bijzondere omstandigheden Figuur 19 1. Kriksteunpunt aan de voorzijde Als het voertuig wordt gebruikt in de hieronder genoemde omstandigheden, moeten de onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak worden uitgevoerd.
Smering Onderhoud motor Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of één keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigde luchtfilterbehuizing. Type vet: nr.
Belangrijk: Een beschadigde filter mag niet worden gewassen of opnieuw worden gebruikt. • Wassen: 1. Maak een oplossing van filterreiniger en water en laat het filter hierin ongeveer 15 minuten weken. Raadpleeg de instructies op de verpakking van de filterreiniger voor volledige informatie. 2. Nadat u het filter 15 minuten heeft laten weken, spoelt u dit om met schoon water. Als u het filter omspoelt, moet u beginnen aan de schone kant en naar de vuile kant toe werken.
Viscositeit: Zie onderstaande tabel maal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden.) 1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat de olie warm wordt. 2. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Off en verwijder het sleuteltje uit het contact. 3. Breng de bak omhoog en zet deze vast met de steun. 4. Koppel de bougiekabels en accukabels los. 5.
De bougie controleren en vervangen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Opmerking: Een bougie heeft meestal een lange levensduur. U moet de bougie echter uitnemen en controleren als de motor slecht functioneert. 1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat er geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen terechtkomen als u de bougie verwijdert. 2. Maak de kabels los van de bougie en verwijder de bougies uit de cilinderkop. Figuur 29 1. Aftapplug motorolie 2. Motoroliefilter 3.
Onderhoud brandstofsysteem zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt. Type: Champion RC 14YC (of equivalent type) Elektrodenafstand: 0,762 mm Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Opmerking: De bougies hebben meestal een lange levensduur. U moet de bougies echter uitnemen en controleren als de motor slecht functioneert. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1.
De gloeilampen vervangen Onderhoud elektrisch systeem VOORZICHTIG De halogeenlampen worden tijdens het gebruik zeer heet. Een hete lamp kan zware brandwonden en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zekeringen vervangen Er zijn 3 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder het dashboard aan de kant van de bestuurder (Figuur 33).
2 Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te voorkomen. G009198 1 6 Spanning: 12 V, 280 A (koude start) bij -18° C. Accu verwijderen 3 5 1.
4. Maak de pluskabel (rood) los van de accupool. Accu bijvullen met water 5. Verwijder de bevestigingen waarmee de accu omlaag wordt gehouden. Verwijder de bevestigingen en bewaar alle onderdelen. Opmerking: Deze procedure is alleen van toepassing op modelnrs. 07266TC en 07273TC. U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water voordat u de machine gaat gebruiken. Het water vermengt zich dan goed met het accuzuur. 6. Verwijder de accu uit de accuhouder. Accu monteren 1.
Onderhoud aandrijfsysteem tussen de moer/ring en de beugel van de neutraalstand is (Figuur 36). Als er geen ruimte is, pas dan de moeren aan totdat er voldoende ruimte van 0,76 mm tot 1,5 mm ontstaat. Neutraalstand controleren en afstellen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Als u routine-onderhoudswerkzaamheden uitvoert en/of de motor test, moet u de transaxle in de neutraalstand zetten (Figuur 35).
Toespoor en vlucht voorwielen afstellen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Toespoor en vlucht van voorwielen controleren. 1 Belangrijk: Om deze procedure uit te voeren, moet u toolnr. TORO6010 aanschaffen bij uw Toro-dealer Het toespoor dient 0-6 mm te bedragen en de vlucht 0+1/2 graden, d.w.z.
3 Figuur 40 1. Contramoer 1 2. Spoorstang 5. Draai aan beide spoorstangen om de voorzijde van het wiel naar binnen of naar buiten te draaien. 2 6. Draai de contramoeren van de spoorstang weer vast als de afstelling correct is. G014994 Figuur 38 1. Veer van schokbreker 3. Veerlengte 7. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen volledig kan uitslaan. 2. Kraag B. Rol op een vlakke ondergrond het voertuig 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok.
VOORZICHTIG Het stof in de koppeling verspreidt zich hierbij door de lucht, waardoor u oogletsel kunt oplopen of bij inhalering ademhalingsproblemen kunt krijgen. Draag een veiligheidsbril en een stofmasker of andere oog- en adembescherming als u deze werkzaamheden verricht. Figuur 43 5. Plaats de kap van de koppeling en zet deze vast met de drie bouten die u eerder hebt verwijderd. 1. Vulbuis 4. Start de motor en laat deze draaien zodat de olie zich verspreidt door het hele systeem.
Onderhoud koelsysteem Onderhouden remmen Omgeving van motorkoeling reinigen De remmen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. De volgende controles moeten om de 100 bedrijfsuren worden uitgevoerd.
Onderhoud riemen Onderhoud van de drijfriem Drijfriem controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren De conditie en de spanning van de drijfriem moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 200 bedrijfsuren. Figuur 44 1. Reservoir voor remvloeistof 2. Minimum-streep 1.
Reiniging 2. Draai de ankerbout van de dynamo van de starter los (Figuur 47). Het voertuig wassen Het voertuig moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt hierbij een doek gebruiken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. Belangrijk: Gebruik geen hogedrukreiniger om het voertuig te wassen.
Stalling Belangrijk: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 9. Verwijder de bougies en controleer de toestand ervan; zie Bougies vervangen in het hoofdstuk Motoronderhoud onder Onderhoud. 2.
PK R 3 4 42 Y G009199 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 43
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.