Operator's Manual

Figuur21
1.Leeg
4.Brandstofmeter
2.Vol
5.Dopvanbrandstoftank
3.Naald
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Vuldebenzinetanktotongeveer25mmvanafde
bovenkantvandetank(deonderkantvandevulbuis).
Opmerking:Deruimteindetankgeeftdebrandstof
dekansomuittezetten.Debrandstoftankniette
volvullen..
5.Draaidetankdopstevigvast.
6.Neemgemorstebrandstofop.
Motorstarten
Belangrijk:Probeerdemotorniettestartendoorde
machineaanteduwenofteslepen.
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,steekhetsleuteltje
indeAan/Uit-schakelaarendraaihetnaarrechtsop
Aan;zieAan/Uit-schakelaar(bladz.16).
Opmerking:Alsdemachineisuitgerustmet
eenoptioneelachteruitrijalarmendeschakelhendel
naardestandAchteruitwordtgebrachtwanneerde
Aan/Uit-schakelaarindeAan-standstaat,klinkter
eenzoemeromdebestuurdertewaarschuwendatde
machineinachteruitstandstaat.
2.Zetdeschakelhendelvandemachineindegewenste
rijrichting;zieSchakelhendel(bladz.15).
3.Zetdeparkeerremvrijdoordeparkeerremhendelnaar
benedentedrukken;zieParkeerremhendel(bladz.15).
4.Traplangzaamhetgaspedaalin.
Opmerking:Alsdemotorkoudis,moetuhet
gaspedaalintrappenenongeveerhalfingetrapthouden
endechokeknopuittrekkenenopAANzetten.Zetde
chokeknopopUITalsdemotorwarmis.
Demachinestoppen
Belangrijk:Alsudemachineopeenhellinglaat
stoppen,moetudeserviceremmenintrappenende
parkeerreminwerkingstellenomtevoorkomendat
demachinevanzijnplaatsrolt.Alsuhetgaspedaal
gebruiktomdemachineopdehellingtotstilstandte
brengen,kandemachineschadeoplopen.
1.Neemuwvoetvanhetgaspedaal;zieGaspedaal(bladz.
15)).
2.Drukhetrempedaallangzaaminommetde
serviceremmendemachinevolledigtotstilstandte
brengen;zieRempedaal(bladz.15).
Opmerking:Delengtevanderemwegkanvariëren,
afhankelijkvandeladingendesnelheidvandemachine.
Demachineparkeren
1.Stopdemachinemetdeserviceremmendoorhet
rempedaalingedrukttehouden;zieRempedaal(bladz.
15).
2.Steldeparkeerreminwerkingdoorde
parkeerremhendeloptetrekken;zieParkeerremhendel
(bladz.15).
3.DraaihetsleuteltjevandeAan/Uit-schakelaarlinksom
opUit;zieAan/Uit-schakelaar(bladz.16).
4.VerwijderhetsleuteltjeuitdeAan/Uit-schakelaar.
Eennieuwemachineinrijden
Onderhoudsinterval:Nadeeerste100bedrijfsuren—Neem
derichtlijnenvoorhetinrijdenvaneen
nieuwemachineinacht.
Neemderichtlijnenvoorhetinrijdenvaneennieuwemachine
inachtomervoortezorgendatdezegoedeprestatieslevert
eneenlangelevensduurheeft.
Controleerregelmatighetpeilvandevloeistoffenende
motorolie.Letopsignalenvanoververhittingvande
machineofonderdelenervan.
Naeenkoudestartmoetudemotorongeveer
15secondenlatenwarmlopenvoordatudemachine
gebruikt.
Tijdensdeeersteurenvandeinrijperiodevaneennieuwe
machinemoetukrachtigremmenvermijden.Nieuwe
remvoeringenleverenpasnaenkelebedrijfsurenoptimale
prestatiesdoordatderemmendanalsgevolgvanhet
gebruikzijngepolijst(ingereden).
Varieerdesnelheidvandemachinetijdenshetgebruik.
Vermijdsnelstartenenstoppen.
Demotorheeftgeeninrijolienodig.Deoriginele
motorolieishetzelfdetypeoliedatisvoorgeschreven
voorregelmatigeolieverversingen.
24