Form No. 3384-923 Rev B Workman® MD en MDX bedrijfsvoertuigen Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: 07266TC—Serienr.: 314000001 en hoger 07273—Serienr.: 314000001 en hoger 07273TC—Serienr.: 314000001 en hoger 07279—Serienr.: 314000001 en hoger G014966 Registreer uw product op www.Toro.com.
accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden.
Inhoud Onderhoud van de koplampen .................................36 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................37 Onderhoud van de banden ......................................37 Toespoor en vlucht voorwielen afstellen ....................37 Transmissieoliepeil controleren ................................39 Transaxle-olie verversen ..........................................39 Neutraalstand controleren en afstellen.......................
Veiligheid • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• • • vasthouden en de passagier moet de aangebrachte handgrepen gebruiken. Houd uw armen en benen te allen tijde binnen de machine. Rij langzamer en maak geen scherpe bochten als u een passagier meevoert. Denk eraan dat uw passagier niet altijd weet wanneer u gaat remmen of een bocht gaat maken, en wellicht daarop niet is voorbereid. Kijk altijd goed uit en vermijd laag overhangende objecten, zoals boomtakken, deurposten en voetgangersbruggen.
u langzaam rijden op vlak terrein, terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal. Hierdoor drogen de remmen. tot stilstand moet brengen, mag u de snelheid niet te abrupt verminderen, omdat dan de kans bestaat dat de machine omslaat of gaat rollen. Trap niet te abrupt op het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan kan omslaan. Gebruik op hellingen • Als u de machine op heuvelachtig terrein zult gebruiken, WAARSCHUWING kunt u de optionele rolbeugel (ROPS) monteren.
• Indien ingrijpende reparaties aan de machine nodig zijn WAARSCHUWING of hulp vereist is, moet u contact opnemen met een erkende Toro-dealer. De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. • Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te – Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. zijn dat uw machine veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen.
Hand-arm trillingen Modellen 07273 en 07273TC Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 1,5 m/s2 Geluidsdruk Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 1,06 m/s2 Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 96 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. Onzekerheidswaarde (K) = 0,5 m/s2 Het geluidsniveau is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 11094. De gemeten waarden zijn vastgesteld volgens de procedures in EN 1032.
104-6581 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Brandgevaar – Zet de motor af voordat u de benzinetank vult. 3. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Voertuig kan kantelen - wees voorzichtig en rij langzaam op hellingen; verminder uw snelheid als u een bocht maakt, rij niet harder dan 26 km per uur als u een volle laadbak hebt of een zware lading vervoert en over oneffen terrein rijdt. 5.
99-7350 1. Het maximaal toelaatbare koppelgewicht is 23 kg; het maximale gewicht van de aanhangwagen is 181 kg.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 Stuurwiel 1 Stuurwiel monteren (modellen 07266TC en 07273TC).
2 Handleiding lezen en video bekijken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gebruikershandleiding 1 Gebruikershandleiding van de motor 1 Onderdelencatalogus 1 Veiligheidsinstructiemateriaal 1 Registratiekaart 1 Inspectieformulier 1 Kwaliteitscertificaat 2 Sleuteltje Procedure • Lees de Gebruikershandleiding en de Gebruikershandleiding van de motor. • Bekijk het veiligheidsinstructiemateriaal. • Vul de registratiekaart in. • Vul het Inspectieformulier in.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 1 5 6 4 G014967 7 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Laadbak 5. Brandstoftankdop 2. Parkeerremhendel 4. Hendel van laadbak 6. Schakelhendel Bedieningsorganen 7. Sleeplip Gaspedaal Gebruik het gaspedaal (Figuur 5) om de rijsnelheid van de machine te veranderen. Als u het gaspedaal intrapt, start u de motor. Als u het pedaal verder intrapt, verhoogt u de rijsnelheid.
Parkeerrem schakelen. Haal de sleutel uit het contact als u de machine verlaat. De parkeerrem bevindt zich tussen de stoelen (Figuur 5). Schakel de parkeerrem altijd in als de motor uitgeschakeld is: zo voorkomt u dat de machine per ongeluk in beweging komt. Als u de machine op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen. 6 G009192 • Trek de parkeerremhendel op om de parkeerrem in te schakelen. • Om de parkeerrem vrij te zetten, duwt u de parkeerremhendel naar beneden.
Brandstofmeter Handgrepen voor passagier De brandstofmeter (Figuur 8) vindt u op de brandstoftank naast de vuldop, aan de linkerkant van de machine. De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel (Figuur 9). 2 1 G009193 Figuur 9 1. Handgreep - heupsteun Figuur 8 1. Leeg 4. Brandstofmeter 2. Vol 5. Dop van brandstoftank 3. Naald 15 2.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 2 3 Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. 1 De laadbak gebruiken g014860 De laadbak ophalen Figuur 10 WAARSCHUWING 1.
De achterlaadklep openen 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2. Til de klepjes op het achterste paneel van de achterlaadklep omhoog (Figuur 11). Figuur 12 3. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 12). Opmerking: Dit helpt om materiaal tussen de hengels vandaan te krijgen 4. Laat de achterlaadklep zakken en controleer of er nog materiaal tussen de hengsels is achtergebleven. 5.
Opmerking: Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn voordat u controleert op olielekken, losse onderdelen of andere waarneembare defecten. Indien een van bovengenoemde zaken niet in orde is, moet u de monteur hiervan op de hoogte stellen of contact opnemen met de bedrijfsleiding voordat u die dag met de machine gaat werken. De bedrijfsleiding kan u verzoeken dagelijks andere controles uit te voeren. Vraag wat uw bijkomende verantwoordelijkheden als bestuurder zijn.
• Modellen 07273 en 07273TC- oliepeilstok en de dop van de vulbuis (Figuur 16). Figuur 16 Modellen 07273 en 07273TC 1. Oliepeilstok (lus naar beneden) 2. Dop van vulbuis Figuur 17 4. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon (Figuur 15 en Figuur 16). 5. Schuif de peilstok helemaal in de vulbuis (Figuur 15 en Figuur 16). Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het uiteinde. 1. Rubberen plug 3. Vulbuis (reservoir) 2. Reservoirdop 4. DOT 3 remvloeistof 3.
Bandenspanning controleren GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • De luchtdruk in de voor- en achterbanden moet tussen 0,55 en 1,52 bar liggen. • De vereiste bandenspanning is afhankelijk van het gewicht • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
3. Verwijder de dop van de brandstoftank. GEVAAR 4. Vul de benzinetank tot ongeveer 25 mm vanaf de bovenkant van de tank (de onderkant van de vulbuis). In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult.
Een nieuwe machine inrijden Onderhoudsinterval: Na de eerste 100 bedrijfsuren—Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine in acht. Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine in acht om ervoor te zorgen dat deze goede prestaties levert en een lange levensduur heeft. • Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de motorolie. Let op signalen van oververhitting van de machine of onderdelen ervan. Figuur 20 • Na een koude start moet u de motor ongeveer 15 1.
dan het draagvermogen. Maar een tot de rand gevulde bak met hout weegt 295 kg. Dit is minder dan het draagvermogen. Raadpleeg onderstaande tabel voor het maximale ruimtegewicht van verschillende materialen.
aanhangwagen. Als bijvoorbeeld het maximaal toelaatbare gewicht van de aanhangwagen 181,5 kg is, mag het gewicht van de lading maximaal 386 kg zijn. Ten behoeve van een goede remwerking en tractie moet de laadbak altijd zijn geladen als u een aanhangwagen trekt. U mag het maximaal toelaatbare totaalgewicht van de trailer en het voertuig niet overschrijden. Parkeer de machine nooit op een helling als er een aanhangwagen is aangekoppeld.
Onderhoud Opmerking: Op zoek naar een elektrisch schema of hydraulisch schema van uw machine? Download het schema gratis op www.Toro.com en zoek uw machine via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de conditie van de aandrijfriem. • Controleer de spanning van de riem van de dynamo van de starter.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het transaxle-oliepeil controleren. Luchtfilter controleren. Koelribben van de motor controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Procedures voorafgaande aan onderhoud GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan. Het voertuig kan afglijden van de krik, waardoor iemand die zich onder het voertuig bevindt, letsel kan oplopen. • Start de motor niet als de machine is opgekrikt. Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden • Haal altijd het sleuteltje uit het contact voordat u van de machine stapt.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Lagers en lagerbussen smeren. Smeer vaker als de machine in zware omstandigheden wordt gebruikt. Type vet: nr. 2 universeel smeermiddel op basis van lithium 1. Veeg de smeernippel schoon met een vod zodat er geen vuil kan binnendringen in het lager of de lagerbus. 2. Gebruik een smeerpistool. Haal de trekker 1 of 2 keer over om smeervet in de smeernippels van de machine te pompen.
Onderhoud motor van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden Onderhoud van het luchtfilter Belangrijk: Een beschadigd filter mag niet worden gebruikt. Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Verwijder het luchtfilterelement; zie Het luchtfilter verwijderen (bladz. 30). 2. Blaas perslucht van binnen naar buiten door het droge filterelement.
Belangrijk: Een beschadigde filter mag niet worden gemonteerd. 4. Koppel de accu af; zie De accu afkoppelen (bladz. 35). 5. Plaats een opvangbak onder de aftapplug. 3. Monteer het nieuwe luchtfilter; zie Luchtfilter monteren (bladz. 30). 6. Verwijder de aftapplug (Figuur 30). Opmerking: Laat al de olie uit de motor lopen. Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 25 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Om de 100 bedrijfsuren—De motorolie verversen.
Het oliefilter vervangen (modellen 07273 en 07273TC) Opmerking: Bij modellen 07266TC en 07279 is geen oliefilter. 1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg stap 1 tot 7 van De olie verversen (modellen 07273 en 07273TC) (bladz. 31). 2. Verwijder het oude oliefilter (Figuur 32). 3. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het nieuwe oliefilter. 4. Schroef het nieuwe oliefilter op het filtertussenstuk totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat.
Onderhoud brandstofsysteem Opmerking: Geen beschadigde of versleten bougie gebruiken. Vervang de bougie door een nieuwe bougie van het aanbevolen type. Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Inspecteer de brandstofleidingen, aansluitingen en klemmen op tekenen van lekkage, slijtage, beschadiging of losse connecties.
Het filter van de koolstofhouder vervangen Onderhoud uitvoeren aan de van de koolstofhouder 1. Verwijder de geribde aansluiting van het koolstofhouderfilter van de slang onderaan de koolstofhouder. Verwijder het filter. Het luchtfilter voor de koolstofhouder inspecteren Opmerking: Gooi het oude filter weg. Inspecteer de opening onderaan het luchtfilter voor de koolstofhouder en zorg ervoor dat deze vrij is van vuil en verstopping (Figuur 35). Figuur 35 1.
Accu monteren Onderhoud elektrisch systeem 1. Lijn de accu uit met de accubak van de machine (Figuur 37). Opmerking: Zorg ervoor dat de plus- en minpool van de accu uitgelijnd zijn; zie Figuur 37. Onderhoud van de accu 2. Bevestig de accu met de accuklem, de slotbout en de borgmoer aan de accubak (Figuur 37). De accu afkoppelen 3. Sluit de accukabels aan; zie De accu aansluiten (bladz. 35). 1. Verwijder het accudeksel van de bovenkant van de accu (Figuur 37). De accu aansluiten 1.
Zekeringen vervangen VOORZICHTIG Een verontreiniging van het oppervlak kan schade toebrengen aan de lampen van de koplichten en leiden tot een defect of een ontploffing waardoor de veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht. Er zijn 3 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder het dashboard aan de kant van de bestuurder (Figuur 38).
Koplamp vervangen Onderhoud aandrijfsysteem 1. Koppel de elektrische aansluiting voor de kabelboom los van de aansluiting van de lamp (Figuur 40). 2 G009198 Onderhoud van de banden 1 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 6 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging.
1 3 1 2 2 G014994 Figuur 42 1. Veer van schokbreker 3. Veerlengte 2. Kraag g014968 Figuur 41 Linkervoorwiel in vooraanzicht; de hoek is uitvergroot ter illustratie 4. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. 1. Hier meten 2. Hier meten - zou 2,3 mm meer moeten zijn dan de meting bij 1 5. Herhaal deze stappen, te beginnen met stap 1 tot de vlucht van de beide voorwielen juist is ingesteld. 6.
5. Monteer de vulplug en de pakking en draai deze vast in de vulplugopening van de transmissie (Figuur 46). Transaxle-olie verversen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Type olie: SAE 10W30 (API-onderhoudsklasse SJ of hoger) Figuur 44 1. Contramoer Oliecapaciteit: 1,4 liter 2. Spoorstang 1. Maak de omgeving van de vulplug en de aftapplug schoon met een vod (Figuur 46). 8.
Figuur 47 1. Vulbuis 7. Monteer de vulplug en de pakking en draai deze vast in de vulplugopening van de transmissie (Figuur 46). Figuur 48 8. Start de motor en begin met uw werk. 1. Beugel van de neutraalstand 9. Controleer het oliepeil en voeg meer olie toe als het peil niet tot de schroefdraad in de vulplugopening reikt (Figuur 46). 2. Borgmoeren 3.
Onderhoud koelsysteem 6. Start de motor en zet de schakelhendel een aantal malen op Forward, Reverse en Neutral om te controleren of de beugel van de neutraalstand naar behoren werkt. Omgeving van motorkoeling reinigen Onderhoud van de primaire aandrijfkoppeling Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Reinig het koelsysteem tweemaal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De remmen controleren Onderhoud van de drijfriem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Drijfriem controleren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van de machine. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1.
Riem van de dynamo van de starter afstellen Onderhoud van het chassis Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Vergrendelingen van de laadbak instellen Om de 200 bedrijfsuren 1. Zet de laadbak omhoog; zie De laadbak ophalen (bladz. 17). Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak tijdens het rijden. U kunt de vergrendelstangen zodanig afstellen dat de vergrendelingen de laadbak stevig tegen het chassis houden. 2.
Reiniging Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder het vuil en vet van het hele voertuig, inclusief de buitenkant van de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. De machine schoonmaken De machine moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel.
E. Choke de motor. F. Start de motor totdat deze niet meer start. 9. Verwijder de bougies en controleer hun toestand; zie De bougie controleren en vervangen (bladz. 32). 10. Nadat de bougies uit de cilinder zijn verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening. 11. Gebruik de elektrische startmotor om de motor te laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te verspreiden. 12. Monteer de bougie(s) en draai ze vast met de aanbevolen torsie; zie De bougie controleren en vervangen (bladz.
Opmerkingen: 46
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.