Form No. 3360-799 Rev A Workman® MDE bedrijfsvoertuig Modelnr.: 07299—Serienr.: 280000001 en hoger Modelnr.: 07299TC—Serienr.: 280000001 en hoger G008665 Registreer uw product op www.Toro.com.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u het voertuig op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden en letsel en schade aan het voertuig kunt voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van het voertuig.
Veiligheid Onderhoud elektrisch systeem ................................ 27 Onderhoud van de accu’s.................................... 27 Zekeringen vervangen ........................................ 29 Koplampen vervangen ....................................... 29 Onderhoud aandrijfsysteem.................................... 31 De banden controleren....................................... 31 Ophanging instellen ........................................... 31 Toespoor voorwielen afstellen ..................
Gebruiksaanwijzing gelezen en deze hebben begrepen. Dit voertuig mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde en bevoegde personen. Alle bestuurders moeten lichamelijk en geestelijk in staat zijn het voertuig te besturen. • De bestuurder en de passagier moeten op de stoel blijven zitten als het voertuig in beweging is. De bestuurder moet indien mogelijk het stuurwiel met beide handen vasthouden en de passagier moet de aangebrachte handgrepen gebruiken.
stilstand te brengen of te draaien. Hoe zwaarder de lading, des te meer tijd het kost te stoppen. • Verminder de snelheid van het voertuig als de laadbak is verwijderd en er geen werktuig is bevestigd aan het voertuig. De remkarakteristieken veranderen en als het voertuig snel tot stilstand wordt gebracht, kunnen hierdoor de achterwielen worden geblokkeerd, hetgeen invloed kan hebben op de controle over het voertuig. • Het gazon en het wegdek zijn veel gladder als zij nat zijn.
Laden en storten • Verminder uw snelheid voordat u een helling opof afrijdt. • Als de accu’s leeg raken of het voertuig vaart begint te verliezen terwijl u een helling oprijdt, moet u voorzichtig het rempedaal indrukken en de helling langzaam achterwaarts in een rechte lijn afrijden. • Draaien als u een helling op- of afrijdt, kan gevaarlijk zijn. Als u moet draaien op een helling, dient u dit langzaam en voorzichtig te doen. Maak nooit een scherpe of snelle bocht op een helling.
• Wees voorzichtig als u werkzaamheden verricht in de buurt van accuzuur. Zwavelzuur kan brandwonden veroorzaken en kleding beschadigen. Bovendien kan een gas wordt gevormd dat longschade kan veroorzaken. – Draag een goede veiligheidsbril, handschoenen en gezichtsbescherming. – Leun nooit over de accu’s. – Voorkom dat u accudampen inademt. – Vul de accu’s alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen.
volgende voorzorgsmaatregelen voordat u de accu’s oplaadt: ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. – Zet de AAN-/UIT-schakelaar van het voertuig op UIT voordat u de oplader aansluit op een voedingsbron. – Gebruik uitsluitend de oplader die is geleverd bij het voertuig, om de accu’s op te laden. – U mag een beschadigde of bevroren accu nooit opladen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 112-3310 1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding. 2. Kans op botsing—Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik op de openbare weg. 3. Kans op vallen—Vervoer geen passagiers in de laadbak. 4. Kans op vallen—Laat kinderen nooit het voertuig besturen. 5.
4-7207 1. Giftig - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Risico van explosie - Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden Afspoelen met water en eerste hulp verlenen. 107-0257 1. Schematisch diagram van accu 115-2412 1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding; geen stalling. 107-0356 1. Waarschuwing—Raak bewegende onderdelen niet aan, ventilator; raak hete oppervlakken niet aan; lees de Gebruikershandleiding. 107-0295 1.
99-7350 1. Het maximaal toelaatbare tonggewicht is 23 kg; het maximale gewicht van de aanhangwagen is 181 kg. 115-7621 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 2. 10 A zekering voor het aansluitpunt. 3. 10 A-zekering voor de claxon en de koplampen. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving 1 Stuurwiel 1 Stuurwiel monteren (uitsluitend model 07299TC) . 2 Bevestiging van accu Aandrukstang van accu Accukabels Beschermstrips van accubak Beschermstrook van accu Flensmoer (3/8 inch) Beschermspray voor accupolen 2 2 7 4 1 2 1 Accu's monteren. Geen onderdelen vereist – Bandenspanning controleren.
Figuur 3 1. 2. 3. 4. Stuuras Schuimrubber afdichting Stuurwiel Gleuven van lipjes in stuurwiel 5. 6. 7. 8. Ring Moer Kapje Lipjes in kapje Figuur 4 1. Beschermstrips van accubak 2. Achterframe 5. Klik het kapje weer vast op zijn plaats. 2 3. Verwijder de plakstrook van de achterkant van de beschermstrip en bevestig deze voor op de binnenzijde van het achterframe zoals wordt getoond in Figuur 5.
7. Draai de bout vast en zet de andere kant van de klem vast met een nieuwe bout (5/16 x 3/4 inch) en een flensmoer (5/16 inch) (Figuur 6). 8. Sluit de lange rode (+) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig aan (Figuur 6). 9. Sluit de lange zwarte (-) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig aan (Figuur 6). Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan het voertuig en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
4 5 Voltage van oplader instellen (Uitsluitend 07299TC) De handleiding lezen en dde veiligheidsvideo bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure Belangrijk: Als het voltage op de accuoplader verkeerd is ingesteld, bestaat de kans dat deze minder goed werkt en schade oploopt. Controleer altijd of de instelling van het voltage op de oplader overeenstemt met het voltage dat wordt gebruikt voor de oplader. 1.
Algemeen overzicht van de machine Figuur 8 1. Band van motorkap 2. Parkeerrem 3. Laadbak 4. Ontsluithendel van laadbak Bedieningsorganen 5. Oplaadcontact 6. Sleeplip Als u het pedaal laat opkomen, vermindert de snelheid van het voertuig en stopt de motor. Opmerking: Wanneer het pedaal ingedrukt wordt vóór de sleutel naar de AAN-positie is gedraaid, wordt een vergrendelingssysteem ingeschakeld en kan de machine niet worden bediend.
dat het voertuig wordt gebruikt, als het sleuteltje op AAN staat en het voertuig in beweging is. parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat het voertuig per ongeluk in beweging komt. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u de hendel naar achteren trekken. Om de parkeerrem vrij te zetten, moet u de hendel naar voren duwen. Als u het voertuig op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen.
2 1 1 G009193 G009236 Figuur 12 Figuur 11 1. Heupsteun 2. Handgreep voor passagier 1. Schakelaar van snelheidsbegrenzer Specificaties Handgrepen voor passagier De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel (Figuur 12). Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing De bandenspanning moet hoger zijn als een zware nuttige lading wordt vervoerd bij hoge snelheden. Zorg ervoor dat de maximale bandenspanning niet wordt overschreden. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Het voertuig in gebruik nemen Veiligheid staat voorop 1. Haal de oplader uit het stopcontact. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening.
Volledige ontlading van de accu’s zal schade veroorzaken en de levensduur ervan bekorten. te starten en zorgen voor de elektrische energie voor de verlichting en de accessoires als de motor is afgezet of stationair loopt. De wisselstroomdynamo laadt vervolgens de accu voortdurend op als de auto rijdt. Als gevolg hiervan zal de laadtoestand van een autoaccu zelden lager zijn dan 90% van het maximale niveau.
uur. U dient dan de accu’s onmiddellijk op te laden om te voorkomen dat ze schade oplopen. 1 Als de accu’s volledig zijn ontladen, zal de motor afslaan. Zorg ervoor dat de accu’s nooit volledig ontladen raken. Belangrijk: Voor een maximale levensduur van de accu’s moet u de accu’s altijd opladen als er 2 of meer streepjes zichtbaar zijn op het scherm. Indien de accu’s regelmatig zover worden ontladen dat minder dan 2 streepjes zichtbaar zijn op het scherm, zullen de accu’s een kortere levensduur hebben.
Een nieuw voertuig inrijden Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen. • Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een nieuw voertuig moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden). Figuur 19 1. Sluiting 2.
Losse stoelen kunnen van het voertuig en de oplegger vallen tijdens het transport en terechtkomen op een ander voertuig of de weg versperren. Verwijder de stoelen of zet de stoelen stevig vast in de vergrendelingen. Figuur 22 1. Sleeplip en bevestigingspunt Een aanhangwagen trekken Het voertuig kan een aanhangwagen trekken. Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor het voertuig, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig gebruikt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Bij elk gebruik of dagelijks • Bandenspanning controleren. • Accu’s opladen. • Remvloeistofpeil controleren. Om de 25 bedrijfsuren • Accu’s reinigen. • Accuzuurpeil controleren. Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • Om de 200 bedrijfsuren • Werking van de parkeerrem controleren.
Als u het sleuteltje in de Aan-/Uit-schakelaar laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit de AAN-/UIT-schakelaar voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het voertuig. De bak moet worden opgehaald voordat sommige routine-onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Smering Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of één keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. Figuur 24 Type vet: Nr. 2 Smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis 1. Kriksteunpunten aan de achterkant Smeren De motorkap openen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1. Maak de rubberen banden aan beide zijden van de motorkap los (Figuur 25). 1.
Onderhoud elektrisch systeem schoonmaakmiddel. De klemmen moeten een heldere metaalglans hebben. 4. Spuit een dun laagje Toro beschermspray op de accupolen. Onderhoud van de accu’s Accu’s opladen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Een oplader is geleverd bij het voertuig. Bewaar de oplader altijd op een droge plaats. Met het oog op een maximale levensduur moet u de accu’s opladen als u het voertuig niet gebruikt.
Accu’s bijvullen met water Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Om de 25 bedrijfsuren of om de 30 dagen, wanneer het voertuig is gestald, moet u het peil van het accuzuur controleren en indien nodig de accu’s bijvullen met water. Gebruik hiervoor uitsluitend schoon, gedistilleerd water. Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. Figuur 28 • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden.
bevriezen; anders dient u de accu’s minstens een keer in de 3 maanden op te laden. Zekeringen vervangen Er zijn 2 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder het dashboard aan de kant van de bestuurder (Figuur 30). Aansluitpunt 10 A (15 A max.) Open 10 A Verlichting en claxon 10 A 1 Figuur 29 3. Maak de lange rode (+) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig los van de accuklem (Figuur 29). 4. Maak alle accukabels los van de accu’s. 5.
1. Verwijder de snelklemmen en ringen waarmee de koplamp is bevestigd. Bewaar alle onderdelen. Een verontreiniging van het oppervlak kan schade toebrengen aan de lampen van de koplichten en leiden tot een defect of een ontploffing waardoor de veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht. 2. Verwijder de koplamp door deze naar voren door het gat in de voorbumper te trekken (Figuur 31). 3. Monteer de nieuwe koplamp via de opening in de bumper (Figuur 31).
Onderhoud aandrijfsysteem G009235 1 De banden controleren 2 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren 3 U moet de banden minstens om de 100 bedrijfsuren controleren. Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de conditie van de banden controleren. Figuur 32 1. Hart-op-hart-afstand – achterkant wielen 2.
Onderhouden remmen Het oliepeil moet tot aan de onderkant van de controleopening staan. De remmen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. De volgende controles moeten om de 100 bedrijfsuren worden uitgevoerd.
Reiniging Het voertuig wassen Het voertuig moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt hierbij een doek gebruiken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. Belangrijk: Gebruik geen hogedrukreiniger om het voertuig te wassen. Daardoor kan het elektrische systeem worden beschadigd, belangrijke stickers losraken of noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden weggespoeld.
Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder vuil en vet van het gehele voertuig, inclusief de buitenkant van de motor en het ventilatorhuis. Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit niet met een hogedrukreiniger. Daardoor kan het elektrische systeem worden beschadigd of noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden weggespoeld.
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje voertuig Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Brandt constant 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen 1 keer knipperen 1. De programmastructuur van de computer is buiten bereik. 1. Draai de AAN-/UIT-schakelaar op UIT, wacht een paar seconden en draai de schakelaar op AAN. Als het probleem niet verdwijnt, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer 2 keer knipperen 1.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 37
Opmerkingen: 38
Opmerkingen: 39
De TORO Algemene Garantiebepalingen voor Producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan aangesloten onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.