Form No. 3371-251 Rev B Workman® MDE bedrijfsvoertuig Modelnr.: 07299—Serienr.: 312000001 en hoger Modelnr.: 07299TC—Serienr.: 312000001 en hoger G015454 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Deze machine is een bedrijfsvoertuig bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De machine is met name ontworpen voor het vervoeren van werktuigen die bij dergelijke toepassingen gebruikt worden. Met dit bedrijfsvoertuig kunt u een bestuurder en een passagier veilig vervoeren in de betreffende stoelen. De laadbak van dit voertuig is niet geschikt voor het vervoeren van personen.
Inhoud Onderhoud aandrijfsysteem.................................... 31 De banden controleren....................................... 31 Toespoor en vlucht voorwielen afstellen.............. 31 Transaxle-oliepeil controleren............................. 33 Onderhouden remmen ........................................... 33 De remmen controleren ..................................... 33 Remvloeistofpeil controleren.............................. 33 Parkeerrem afstellen ...........................................
Veiligheid gelezen en deze hebben begrepen. Dit voertuig mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde en bevoegde personen. Alle bestuurders moeten lichamelijk en geestelijk in staat zijn het voertuig te besturen. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
Gebruiksaanwijzing grendels van de achterlaadklep losmaakt, moet u naast de laadbak staan, niet daarachter. • De bestuurder en de passagier moeten op de stoel blijven zitten als het voertuig in beweging is. De bestuurder moet indien mogelijk het stuurwiel met beide handen vasthouden en de passagier moet de aangebrachte handgrepen gebruiken. Houd uw armen en benen te allen tijde binnen het voertuig. – Gebruik het voertuig uitsluitend als de laadbak is neergelaten en vergrendeld.
• Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van een voertuig heeft een belangrijke invloed op uw vermogen het vermogen tot stilstand te brengen en/of te draaien. Bij een zware lading en zware werktuigen wordt het moeilijker een voertuig tot stilstand te brengen of te draaien. Hoe zwaarder de lading, des te meer tijd het kost te stoppen. Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht: • Verminder uw snelheid voordat u een helling opof afrijdt.
Laden en storten WAARSCHUWING Het gewicht en de positie van de lading en de passagier kunnen verandering brengen in het zwaartepunt en de wijze waarop u het voertuig moet gebruiken. Om te voorkómen dat u de controle over het voertuig verliest waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen: De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. – Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat.
• Wees voorzichtig als u werkzaamheden verricht in de buurt van accuzuur. Zwavelzuur kan brandwonden veroorzaken en kleding beschadigen. Bovendien kan een gas wordt gevormd dat longschade kan veroorzaken. – Draag een goede veiligheidsbril, handschoenen en gezichtsbescherming. – Leun nooit over de accu's. – Voorkom dat u accudampen inademt. – Vul de accu's alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen.
ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 0,38 m/s² Onzekerheidswaarde (K) = 0,5 m/s² Geluidsdruk De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 1032. Deze machine oefent een geluidsdruk van 68 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.
4-7215 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Risico van explosie - Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Waarschuwing – Gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Voertuig kan kantelen - wees voorzichtig en rij langzaam op hellingen; verminder uw snelheid als u een bocht maakt, rij niet harder dan 26 km per uur als u een volle laadbak hebt of een zware lading vervoert en over oneffen terrein rijdt. 5.
107-0356 1. Waarschuwing - Raak bewegende onderdelen niet aan, ventilator; raak hete oppervlakken niet aan; lees de Gebruikershandleiding. 99-7954 115-7621 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekeringen. 2. Kans op vallen - Vervoer geen passagiers in de laadbak. 3. Risico van explosie, statische ontlading in benzinevat - Vul benzinevaten nooit op de laadbak; zet een benzinevat altijd op de grond voordat u gaat vullen. 2.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving 1 Stuurwiel 1 Stuurwiel monteren (uitsluitend model 07299TC) . 2 Bevestiging van accu Aandrukstang van accu Accukabels Beschermstrips van accubak Beschermstrook van accu Flensmoer (3/8 inch) Beschermspray voor accupolen 2 2 7 4 1 2 1 Plaats de accu's zoals wordt getoond in (uitsluitend model 07299TC). Geen onderdelen vereist – Bandenspanning controleren.
Figuur 3 1. Stuuras 5. Ring 2. Schuimrubber afdichting 6. Moer 3. Stuurwiel 7. Kap 4. Gleuven van lipjes in stuurwiel 8. Lipjes in kapje Figuur 4 1. Beschermstrips van accubak 5. Klik het kapje weer vast op zijn plaats. 2. Achterframe 2 3. Verwijder de plakstrook van de achterkant van de beschermstrip en bevestig deze voor op de binnenzijde van het achterframe zoals wordt getoond in Figuur 5.
9. Sluit de lange zwarte (-) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig aan (Figuur 6). WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan het voertuig en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. WAARSCHUWING Losse of verkeerd bevestigde accuklemmen kunnen vonken veroorzaken waardoor het voertuig en de kabels schade oplopen.
4 5 Voltage van oplader instellen (Uitsluitend 07299TC) De handleiding lezen en de veiligheidsvideo bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure Belangrijk: Als het voltage op de accuoplader verkeerd is ingesteld, bestaat de kans dat deze minder goed werkt en schade oploopt. Controleer altijd of de instelling van het voltage op de oplader overeenstemt met het voltage dat wordt gebruikt voor de oplader. 1.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 1 4 5 G015455 6 Figuur 8 1. Band van motorkap 3. Laadbak 5. Oplaadcontact 2. Parkeerrem 4. Ontsluithendel van laadbak 6. Sleeplip Bedieningsorganen Gaspedaal Het gaspedaal (Figuur 9) biedt de bestuurder de mogelijkheid de rijsnelheid van het voertuig te regelen. Als u het gaspedaal intrapt wanneer de AAN-/UIT-schakelaar op AAN staat, start u de motor. Als u het pedaal verder intrapt, verhoogt u de rijsnelheid.
Accu-ontladingsindicator VOORZICHTIG De accumeter/urenteller geeft aan hoe hoog de laadstroom van de accu's (Figuur 10 en Figuur 14) is en het aantal uren dat het voertuig in bedrijf is geweest. De accumeter bevindt zich aan de bovenkant van het LCD-scherm. Als de accu's volledig zijn opgeladen, ziet u 10 streepjes lopen van 0 naar 1. Als de accu's worden gebruikt, verdwijnen de streepjes, te beginnen aan de rechterkant.
Schakelaar van snelheidsbegrenzer Deze schakelaar, die zich onder de bekerhouder (Figuur 11) bevindt, heeft twee standen: UIT en AAN. Draai het sleuteltje naar rechts op AAN om de maximale rijsnelheid van het voertuig in te stellen op 19 km/uur (fabrieksinstelling). Draai het sleuteltje naar links op UIT om de snelheidsbegrenzing uit te schakelen. 1 G009236 Figuur 11 1.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing De bandenspanning moet hoger zijn als een zware nuttige lading wordt vervoerd bij hoge snelheden. Zorg ervoor dat de maximale bandenspanning niet wordt overschreden. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Het voertuig in gebruik nemen Veiligheid staat voorop 1. Haal de oplader uit het stopcontact. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening.
de verlichting en de accessoires als de motor is afgezet of stationair loopt. De wisselstroomdynamo laadt vervolgens de accu voortdurend op als de auto rijdt. Als gevolg hiervan zal de laadtoestand van een autoaccu zelden lager zijn dan 90% van het maximale niveau. Aan het einde van de levensduur van een accu zal de coating op de loden platen slijten, waardoor de accu zijn vermogen om stroom te produceren, snel verliest.
in de energiebesparende modus (Figuur 16). In deze modus zal het voertuig niet sneller rijder dan 4,8 km per uur. U dient dan de accu's onmiddellijk op te laden om te voorkomen dat ze schade oplopen. VOORZICHTIG Als de achterkant van de bak belast is wanneer u de vergrendelingen losmaakt, kan de bak onverwacht openklappen en u of andere omstanders verwonden. Als de accu's volledig zijn ontladen, zal de motor afslaan. Zorg ervoor dat de accu's nooit volledig ontladen raken.
Een nieuw voertuig inrijden Vergrendelingen van de laadbak instellen Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen. Als de laadbak niet stevig is vergrendeld en tijdens het rijden op en neer beweegt, kunt u de vergrendelstangen instellen zodat de vergrendelingen goed vastzitten. • Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een nieuw voertuig moet u krachtig remmen vermijden.
VOORZICHTIG Losse stoelen kunnen van het voertuig en de oplegger vallen tijdens het transport en terechtkomen op een ander voertuig of de weg versperren. Verwijder de stoelen of zet de stoelen stevig vast in de vergrendelingen. Figuur 21 1. Sleeplip en bevestigingspunt Een aanhangwagen trekken Het voertuig kan een aanhangwagen trekken. Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor het voertuig, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor u het voertuig gebruikt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Bij elk gebruik of dagelijks • De bandenspanning controleren. • Accu's opladen. • Remvloeistofpeil controleren. Om de 25 bedrijfsuren • Accu's reinigen. • Accuzuurpeil controleren. Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • Om de 200 bedrijfsuren • Werking van de parkeerrem controleren.
WAARSCHUWING De bak moet worden opgehaald voordat sommige routine-onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Een opgehaalde bak kan vallen en letsel toebrengen aan personen die zich daaronder bevinden • Gebruik altijd de steun om de bak omhoog te houden voordat u onder een opgehaalde bak gaat werken. • Verwijder de lading uit de bak, voordat u onder een opgehaalde bak gaat werken. Procedures voorafgaande aan onderhoud achterkant van het voertuig bevindt zich onder de achterasbuizen (Figuur 23).
Smering Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of één keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. Type vet: nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis Smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1. Veeg de smeernippel schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus. Figuur 24 2. Pomp vet in het lager of de lagerbus. 2.
Accu's opladen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Een oplader is geleverd bij het voertuig. Bewaar de oplader altijd op een droge plaats. Met het oog op een maximale levensduur moet u de accu's opladen als u het voertuig niet gebruikt. Afhankelijk van hoe ver de accu's zijn ontladen, kan het 16 uur duren voordat de accu's volledig zijn opgeladen.
water. Gebruik hiervoor uitsluitend schoon, gedistilleerd water. Bovendien wordt de levensduur van een accu bekort, als deze te vol is gevuld. 8. Plaats de vuldoppen terug op de accu's. GEVAAR Versleten accu's vervangen Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen.
Koplampen vervangen 9. Verbind de accu's met de accukabels die u eerder hebt verwijderd, zoals wordt getoond in Figuur 28. Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, moet u de parkeerrem in werking stellen, de AAN-/UIT-schakelaar op UIT zetten en het sleuteltje uit het contact verwijderen. 10. Sluit de lange rode (+) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig aan (Figuur 28). 11. Sluit de lange zwarte (-) hoofdkabel tussen de accugroep en het voertuig aan (Figuur 28).
Onderhoud aandrijfsysteem 3. Ontspan de plastic borgring door deze een kwartslag linksom te draaien. Verwijder de ring. 4. Verwijder de lampinrichting door deze achteruit, uit de lampbehuizing te trekken. 5. Plaats een nieuwe lamp in de behuizing. Houd de nieuwe lamp vast met een tissue om te voorkomen dat het oppervlak verontreinigd raakt. De banden controleren 6. Zet de lamp vast door de borgring te monteren. Draai de ring een kwartslag rechtsom om deze vast te zetten.
1 3 1 2 2 G014994 Figuur 32 1. Veer van schokbreker 3. Veerlengte 2. Kraag g014968 Figuur 31 Linkervoorwiel in vooraanzicht; de hoek is uitvergroot ter illustratie B. Rol op een vlakke ondergrond het voertuig 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. 1. Hier meten 2. Hier meten - zou 2,3 mm meer moeten zijn dan de meting bij 1 C. Herhaal deze stappen, te beginnen met stap 1 tot de vlucht van de beide voorwielen juist is ingesteld. 2.
Onderhouden remmen De remmen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. De volgende controles moeten om de 100 bedrijfsuren worden uitgevoerd. Figuur 34 1. Contramoer 2. Spoorstang 5.
Reiniging Het voertuig wassen Het voertuig moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt hierbij een doek gebruiken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. Belangrijk: Gebruik geen hogedrukreiniger om het voertuig te wassen. Daardoor kan het elektrische systeem worden beschadigd, belangrijke stickers losraken of noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden weggespoeld.
Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder vuil en vet van het gehele voertuig, inclusief de buitenkant van de motor en het ventilatorbehuizing. Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit niet met een hogedrukreiniger. Daardoor kan het elektrische systeem worden beschadigd of noodzakelijk vet op wrijvingspunten worden weggespoeld.
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje voertuig Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Brandt constant 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen 1 keer knipperen 1. De programmastructuur van de computer is buiten bereik. 1. Draai de AAN-/UIT-schakelaar op UIT, wacht een paar seconden en draai de schakelaar op AAN. Als het probleem niet verdwijnt, moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. 2 keer knipperen 1.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 38
Opmerkingen: 39
De algemene garantiebepalingen voor commerciële Toro-producten Elektrische Workman Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worde