Form No. 3382-422 Rev A Workman® MDX-D werkvoertuig Modelnr.: 07359—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 07359TC—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren. Deze machine is een bedrijfsvoertuig bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De machine is met name ontworpen voor het vervoeren van werktuigen die bij dergelijke toepassingen gebruikt worden.
Inhoud Onderhoud van de accu...........................................28 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................30 De neutraalstand controleren en afstellen...................30 De banden controleren ...........................................31 Toespoor en vlucht voorwielen afstellen ....................31 Controle van de primaire aandrijfkoppeling ................33 Onderhoud van de primaire aandrijfkoppeling ............33 Transaxle-olie verversen ............................
Veiligheid oplettendheid, zorgvuldigheid en een goede training van het personeel dat is belast met het gebruik, onderhoud en opslag van het voertuig. Onjuist gebruik of onderhoud van het voertuig kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
• • • • • • • • • Let erop dat u het voertuig niet te zwaar belaadt. Op stickers in slechte staat verkeren, onleesbaar zijn of beschadigd raken, moet u deze herstellen of vervangen, voordat u het voertuig gaat gebruiken. Draag altijd stevige schoenen. Draag geen sandalen, tennisschoenen of gymschoenen als u het voertuig gebruikt. Draag geen losse kleding of sieraden die kunnen worden gegrepen door bewegende onderdelen en lichamelijk letsel kunnen veroorzaken.
Onderhoud – Passeer een voertuig dat in dezelfde richting rijdt, nooit op een kruising, een onoverzichtelijk punt of andere gevaarlijke plaatsen. • Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen om te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt gestart.
Geluidsdruk Onzekerheidswaarde (K) = 0,68 m/s2 Deze machine oefent een geluidsdruk van 85 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De gemeten waarden zijn vastgesteld volgens de procedures in EN 1032. Trillingen op het gehele lichaam De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 11201.
120-0627 1. Gevaar op snijwonden of verminking, rotorblad – hou afstand tot bewegende delen, laat alle beveiligingen op hun plaats. 99-7350 1. Het maximaal toelaatbare koppelgewicht is 23 kg; het maximale gewicht van de aanhangwagen is 181 kg. 115-7739 1. Risico om te vallen en bekneld te raken – Laat niemand op de machine meerijden. 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel 1 Stuurwiel monteren (uitsluitend model 07359TC).
1 2 Stuurwiel monteren Handleiding lezen en video bekijken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: Stuurwiel 1 Gebruikershandleiding Procedure 1 Gebruikershandleiding van motor Opmerking: Deze procedure is alleen van toepassing voor modelnr. 07359TC. 1 Onderdelencatalogus 1 Veiligheidsinstructiemateriaal 1. Maak de lipjes op de achterzijde van het stuurwiel los waarmee het middenkapje vastzit. Verwijder het kapje.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 1 5 6 4 G014967 7 Figuur 4 1. Band van motorkap 3. Laadbak 5. Brandstoftankdop 2. Parkeerrem 4. Ontsluithendel van laadbak 6. Schakelhendel Bedieningsorganen 7. Sleeplip Gaspedaal Het gaspedaal (Figuur 5) biedt de bestuurder de mogelijkheid de rijsnelheid van het voertuig te regelen. Als u het pedaal intrapt, verhoogt u de rijsnelheid. Als u het pedaal laat opkomen, vermindert de snelheid van het voertuig. De maximumsnelheid vooruit is 26 km per uur.
Schakelhendel lampje gaat branden en aan blijft, controleer dan het oliepeil en voeg zo nodig olie toe; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 25). De schakelhendel heeft drie standen: vooruit, achteruit, en neutraalstand. U kunt de motor in elke van de drie posities starten en laten lopen. Opmerking: Het oliedruklampje kan gaan knipperen. Dit is normaal en er hoeven dan geen maatregelen te worden genomen. Belangrijk: Het voertuig moet altijd eerst tot stilstand worden gebracht, voordat u schakelt.
Handgrepen voor passagier De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel (Figuur 8). 2 1 Figuur 7 G009193 1. Leeg 4. Brandstofmeter 2. Vol 5. Dop van brandstoftank Figuur 8 1. Heupsteun 2. Handgreep voor passagier 3. Naald Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Toebehoren/accessoires Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of verdeler of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Gebruiksaanwijzing 2. Maak de omgeving van de peilstok schoon (Figuur 9) zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, waardoor schade aan de motor kan ontstaan.
U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren of dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat deze correct is. GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. De luchtdruk in de voor- en achterbanden moet tussen 0,55 en 1,52 bar liggen. De benodigde bandenspanning is afhankelijk van de nuttige lading die wordt vervoerd.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult.
Opmerking: Als het achteruitrij-alarm is gemonteerd en de schakelhendel in de stand Achteruit staat, klinkt er een zoemer om de bestuurder te waarschuwen. 1. Til de grendelhandgrepen aan beide kanten vooraan de laadbak op, en breng de bak omhoog (Figuur 12). 2. Maak de laadbak vast door de steunstang in de achterste pal aan het einde van de opening in het linkerframe van de machine te zetten (Figuur 12). 2. Zet de parkeerrem vrij. 3.
C. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 14). Opmerking: Dit helpt om materiaal tussen de hengels vandaan te krijgen D. Laat de achterlaadklep zakken en controleer of er nog materiaal tussen de hengsels is achtergebleven. E. Herhaal stappen A tot D tot al het materiaal van tussen de hengsels is. 2.
De laadbak laden Het voertuig slepen De inhoud van de laadbak is 0,37 m3. De hoeveelheid (het volume) van het materiaal dat in de bak kan worden geladen zonder dat het draagvermogen van het voertuig wordt overschreden, kan sterk variëren, afhankelijk van de dichtheid van het materiaal. Bijvoorbeeld, een tot de rand gevulde bak met vochtig zand weegt 680 kg. Dit is 113 kg boven het draagvermogen. Maar een tot de rand gevulde bak met hout weegt 295 kg. Dit is minder dan het draagvermogen.
gewicht van de aanhangwagen 181,5 kg is, mag het gewicht van de lading maximaal 386 kg zijn. Ten behoeve van een goede remwerking en tractie moet de laadbak altijd zijn geladen als u een aanhangwagen trekt. U mag het maximaal toelaatbare totaalgewicht van de trailer en het voertuig niet overschrijden. Parkeer het voertuig nooit op een helling als er een aanhangwagen is aangekoppeld.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer de conditie van de aandrijfriem. Na de eerste 50 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks Om de 50 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • • Het motoroliepeil controleren. De bandenspanning controleren. Transmissieoliepeil controleren.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van rem en parkeerrem controleren. Werking van schakelinrichting/neutraalstand controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het transaxle-oliepeil controleren. Luchtfilter controleren. Koelribben van de motor controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Onderhoud van het voertuig in bijzondere omstandigheden Figuur 17 1. Kriksteunpunt aan de voorzijde Als het voertuig wordt gebruikt in de hieronder genoemde omstandigheden, moeten de onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak worden uitgevoerd.
Smering Onderhoud motor Wij adviseren u alle lagers en lagerbussen om de 100 bedrijfsuren of één keer per jaar te smeren, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Smeer vaker als het voertuig in zware omstandigheden wordt gebruikt. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een beschadigde luchtfilterbehuizing. Type vet: Nr.
Olie verversen 1. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en de filterbehuizing. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 150 bedrijfsuren (tweemaal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden). Opmerking: Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. 2.
Motoroliefilter vervangen Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 150 bedrijfsuren (tweemaal zo vaak in bijzondere werkomstandigheden; zie Onderhoud van het voertuig in bijzondere werkomstandigheden). Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Vervang het oliefilter om de 150 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Laat de olie uit de motor lopen; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 25).
De gloeilampen vervangen Onderhoud elektrisch systeem VOORZICHTIG De halogeenlampen worden tijdens het gebruik zeer heet. Een hete lamp kan zware brandwonden en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zekeringen vervangen Er zijn 7 zekeringen in het elektrische systeem. Deze bevinden zich onder het dashboard aan de kant van de bestuurder (Figuur 26).
2 Onderhoud van de accu G009198 1 WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. 6 3 5 4 Figuur 27 1. Koplamp 4. Aansluiting kabelboom van gloeilamp 2. Opening in voorkant 5. Snelklem 3. Gloeilamparmatuur 6.
Opmerking: Als het zuurpeil beneden de vulmarkering staat, moet u bijvullen met de vereiste hoeveelheid gedistilleerd water; zie Accu bijvullen met water (bladz. 29). WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van het voertuig, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
Onderhoud aandrijfsysteem 4. Monteer de accu in het chassis; zie Accu monteren (bladz. 29). Opslag van de accu De neutraalstand controleren en afstellen Als u het voertuig langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. U moet de accu apart opslaan of in het voertuig laten zitten. De accukabels mogen niet aangesloten zijn op de accu als u deze in het voertuig laat zitten. Sla de accu op in een koele omgeving om te voorkomen dat de batterij snel ontlaadt.
Toespoor en vlucht voorwielen afstellen 1,52 mm tussen de moer/ring en de beugel van de neutraalstand is (Figuur 29). Opmerking: Als er geen ruimte is, pas dan de moeren aan totdat er een ruimte van 0,76 tot 1,52 mm ontstaat. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Toespoor en vlucht van voorwielen controleren. Belangrijk: Om deze procedure uit te voeren, moet u het gereedschap met referentienr. Toro6010 aanschaffen bij uw Toro-dealer.
1 3 1 2 2 G014994 Figuur 31 1. Veer van schokbreker 3. Veerlengte 2. Kraag g014968 Figuur 30 Linkervoorwiel in vooraanzicht; de hoek is uitvergroot ter illustratie B. 1. Hier meten. 2. Hier meten – zou 2,3 mm meer moeten zijn dan de meting bij 1 Rol op een vlakke ondergrond het voertuig 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. C. Herhaal deze stappen, te beginnen met stap 1 tot de vlucht van de beide voorwielen juist is ingesteld. 4.
3. Verwijder de 6 flensbouten waarmee de kap van de koppeling bevestigd is. 4. Bewaar de kap, het afstandsstuk en de veer (Figuur 34). 1 2 3 4 5 Figuur 33 1. Contramoer 2. Spoorstang G017170 6. Draai aan beide spoorstangen om de voorzijde van het wiel naar binnen of naar buiten te draaien. Figuur 34 7. Draai de contramoeren van de spoorstang weer vast als de afstelling correct is. 8. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen volledig kan uitslaan. 1. Koppelingsas 4. Kap van koppeling 2.
Transaxle-olie verversen Onderhoud koelsysteem Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren Omgeving van motorkoeling reinigen Ververs de transaxle-olie om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op Off en verwijder het sleuteltje uit het contact.
1 Onderhouden remmen 2 De remmen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren De remmen zijn van essentieel belang voor een veilig gebruik van het voertuig. Zoals alle veiligheidsvoorzieningen moeten de remmen regelmatig grondig worden gecontroleerd om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat het voertuig veilig kan worden gebruikt. De volgende controles moeten om de 100 bedrijfsuren worden uitgevoerd. G016859 Figuur 37 1. Dop van vulbuis 2.
Onderhoud riemen Onderhoud van de drijfriem Nieuwe drijfriemen hebben een inlooptijd nodig voordat ze vlot schakelen. De inlooptijd van een riem is afgelopen na ten hoogste 2 uur normaal gebruik. Drijfriem controleren Figuur 38 1. Reservoir voor remvloeistof Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren 2. Minimum-streep Om de 200 bedrijfsuren Opmerking: Als de eenheid blijft bewegen met de motor in laag stationair zijn de koppelingen mogelijk vuil en moeten ze gereinigd worden.
Reiniging De riemspanningsdemper controleren Het voertuig wassen Opmerking: De riemspanningsdemper moet alleen worden gecontroleerd als er te veel trillingen zijn of als u een aanpassing maakt, of in geval van een defecte motorsteun. Het voertuig moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt hierbij een doek gebruiken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen.
Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder vuil en vet van de gehele machine, inclusief de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit niet met een hogedrukreiniger.
Schema's G017169 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 40
Opmerkingen: 41
Opmerkingen: 42
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Golf international Turizm Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij is van materiaalgebreken of fabricagefouten, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.