Operator's Manual
Alsueenbochtmaaktmetingeschakelde
differentieelgrendel,kuntudecontrole
overhetvoertuigverliezen.Schakelde
differentieelgrendeluitalsuscherpebochten
maaktofbijhogesnelheidwerkt.Zie
Differentieelgrendelgebruiken.
Figuur16
1.Schakelhendel
4.Vergrendeling
hydraulischehenrichting
2.Parkeerrem
5.Differentieelgrendel
3.Hydraulischehefhendel
vanlaadbak
6.HendelHoog–Laag
Parkeerrem
Steedsalsdemotorwordtafgezet,moetudeparkeerrem
(Figuur16)inwerkingstellenomtevoorkomendat
hetvoertuigperongelukinbewegingkomt.Omde
parkeerreminwerkingtestellen,moetudehendelnaar
achterentrekken.Omdeparkeerremvrijtezetten,
moetudehendelnaarvorenduwen.Zorgervoordat
deparkeerremisvrijgezetvoordatuhetvoertuigin
bewegingzet.Alsuhetvoertuigopeensteilehelling
parkeert,moetueroplettendatdeparkeerremin
werkingisgesteld.Zettevensdetransmissieinde
eersteversnellingalsueenhellingoprijdtofinde
achteruitstandalsueenhellingafrijdt.Plaatsblokjes
achterdewielenomtevoorkomendathetvoertuigde
hellingafrolt.
Hydraulischehenrichting
Hiermeekuntudebakopheffenenneerlaten.Beweeg
naarachterenomdebakopteheffen,naarvorenomde
bakneertelaten(Figuur16).
Belangrijk:Wanneerudebaklaatzakken,hou
dandehendelnog1à2secondenindevooruitstand
nadatdebakcontactheeftgemaaktmethetframe
omdebakvasttezettenindeneergelatenpositie.
Houddehydraulischehenrichtingnietlangerdan
5secondenindestandvooropheffenofneerlaten,
nadatdecilindershunuiterstepositiehebben
bereikt.
Vergrendelinghydraulische
henrichting
Vergrendeltdehefhendel,zodatdehydraulischecilinders
nietwerkenwanneerhetvoertuignietisvoorzienvan
eenlaadbak(Figuur16).Vergrendeltookdehefhendel
opAANalsdewerktuigenhydraulischwordenbediend.
SchakelhendelHoog–Laag-bereik
Biedtdrieextraversnellingenvoornauwkeurige
rijsnelheidsregeling(Figuur16).
•Hetvoertuigmoetvolledigtotstilstandzijngebracht
voordatukuntschakelentussenhetHoogen
Laag-bereik.
•Schakeluitsluitendopvlakterrein.
•Traphetkoppelingspedaalvolledigin.
•ZetdehendelvolledignaarvorenvoorHoogen
volledignaarachterenvoorLaag.
HOOGisvooreenhogeresnelheidwanneerurijdtop
vlak,droogterreinmeteenlichtelading.
LAAGisvoorlagesnelheden.Gebruikdezestand
wanneermeerkrachtofcontrolenodigisdan
gebruikelijk.Bijvoorbeeldbijsteilehellingen,slecht
begaanbaarterrein,zwareladingen,lagesnelhedenmaar
hogetoerentallen(spuiten).
Belangrijk:EriseenpositietussenHOOGen
LAAG,waarindetransaxleingeenvanbeide
standenstaat.Dezepositiemagnietworden
gebruiktalsneutraalstand,omdathetvoertuig
onverwachtkangaanrijdenwanneerdehendel
voorHOOG–LAAGperongelukineenvande
versnellingenwordtgeduwd.
Meterenindicatielampjevoor
temperatuurvankoelvloeistof
Geeftdetemperatuurvandemotorkoelvloeistof
aan.Werktalleenwanneerhetcontactsleuteltjeinde
Aan-standstaat(Figuur17).Hetindicatielampjegaat
brandenalsdemotorteheetwordt.
Laadindicator
Gaatbrandenalsdeacculeegis.Alshetlichtjegaat
brandentijdenshetgebruik,stopdanhetvoertuig,
moetudemotorafzettenenzoekennaareen
mogelijkeoorzaak,zoalsbijvoorbeeldderiemvande
wisselstroomdynamo(Figuur17).
Belangrijk:Alsderiemvandewisselstroomdy-
namoloszitofgebrokenis,maguhetvoertuigpas
21