Form No. 3427-796 Rev A Workman® HDX multifunctioneel werkvoertuig Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 07383—Serienr.: 404350001 en hoger 07384—Serienr.: 404350001 en hoger 07384TC—Serienr.: 404350001 en hoger 07386—Serienr.: 404350001 en hoger 07386TC—Serienr.
over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden.
Smering ............................................................... 38 Lagers en lagerbussen smeren......................... 38 Onderhoud motor ................................................ 40 Veiligheid van de motor..................................... 40 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 40 Motorolie verversen .......................................... 40 Bougies vervangen........................................... 42 Onderhoud brandstofsysteem .............................
Veiligheid Stalling .................................................................... 65 Veiligheid tijdens opslag ................................... 65 De machine stallen ........................................... 65 Problemen, oorzaak en remedie ............................. 66 Deze machine werd ontworpen in overeenstemming met de vereisten van SAE J2258 (nov 2016). Algemene veiligheid Dit product kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Explosiegevaar 2. Geen vonken of vuur en niet roken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6.
decal105-4215 105-4215 decal106-2355 1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van plaatsen waar u bekneld kunt raken. 106-2355 1. Langzaam 3. Transmissie – Derde hoog; geen hoge snelheid 2. Snel decal106-2353 106-2353 1. Elektrisch aansluitpunt decal106-2377 106-2377 1. Vergrendeld 8. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Differentieelvergrendeling 9. Risico om gegrepen te worden, as – Houd omstanders uit de buurt van het werkgebied. 3. Ontgrendeld 10. Hydrauliek naar binnen trekken 4.
decal106-6755 106-6755 decal110-0806 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 110-0806 decal115-2047 115-2047 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. decal106-7767 106-7767 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, voorkom dat de machine kantelt, draag de veiligheidsgordel, leun weg van de richting waarin de machine kantelt.
decal115-2282 115-2282 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 3. Beknellingsgevaar – Houd omstanders uit het werkgebied; vervoer geen passagiers in de laadbak; houd uw armen en benen te allen tijde binnen het voertuig; maak gebruik van de veiligheidsgordels en handgrepen. decal115-7741 115-7741 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u onderhoud pleegt aan de transmissievloeistof.
decal121-6287 121-6287 decal121-6286 121-6286 1. Controleer het koelvloeistofpeil dagelijks voordat u de machine in gebruik neemt. Lees de Gebruikershandleiding alvorens het koelvloeistofpeil van de motor te controleren. 1. Vul het reservoir met motorkoelvloeistof tot aan de onderkant van de vulbuis. 2. Voeg geen koelvloeistof toe aan de radiateur; daardoor zou er lucht in het systeem komen en leiden tot schade aan de motor. Voeg koelvloeistof alleen toe aan het reservoir. decal121-9776 121-9776 1.
decal137-9895 137-9895 1. 4x4 automatisch inschakelen – uit decal136-1163 136-1163 1. Vervoer geen lading die zwaarder is dan 1591 kg. 2. Overschrijd het koppelgewicht van 273 kg niet. decal137-9896 137-9896 1. Knop 4x4 inschakelen decal138-3523 138-3523 1. Koplampen 4. Motor – Draaien 2. Claxon 3. Motor – Uit 5.
decal139-3341 139-3341 1. Tank 2. Waarschuwing – De hydraulische vloeistof staat onder een druk van 138 bar. 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stuurwiel 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend TC-modellen). Rolbeugel Flenskopbout (½" x 1¼") 1 6 De rolbeugel monteren. Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren. Geen onderdelen vereist – De remmen gebruiksklaar maken.
2 3 De rolbeugel monteren Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 6 Flenskopbout (½" x 1¼") Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Breng normaal (verwijderbaar) schroefdraadborgmiddel aan op de schroefdraad van de 6 flenskopbouten (½" x 1¼"). 2. Lijn de zijden van de rolbeugel uit met de montageopeningen aan weerszijde van het frame van de machine (Figuur 4). 1.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Schakelbord g021226 Figuur 6 1. Koppelingspedaal 3. Gaspedaal 2. Rempedaal Koppelingspedaal Druk het koppelingspedaal volledig in (Figuur 6) om te ontkoppelen als u de motor start of naar een andere versnelling schakelt.
Schakelhendel Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de schakelhendel (Figuur 7) in de gewenste stand. U ziet hieronder een schematische weergave van het schakelpatroon. g009160 g240581 Figuur 7 Figuur 8 Belangrijk: Schakel de transaxle uitsluitend in of VOORUIT als de machine stilstaat; anders kunt u schade toebrengen aan de transaxle. ACHTERUIT 1. Parkeerremhendel 5. Hendel hoog-laag bereik 2. Hydraulische hefhendel van laadbak 6.
Contactschakelaar vooruitstand nadat de bak contact heeft gemaakt met het frame om de bak vast te zetten in de neergelaten stand. Houd de hydraulische hefinrichting niet langer dan 5 seconden in de stand voor omhoogbrengen of neerlaten nadat de cilinders hun uiterste stand hebben bereikt. Gebruik de contactschakelaar (Figuur 5) om de motor te starten en uit te zetten. De contactschakelaar heeft 3 standen: UIT, AAN en START . Draai het sleuteltje naar rechts op START om het voertuig te starten.
dat de achterwielen vrij ronddraaien. Als de vierwielaandrijving ingeschakeld is licht de indicator in de 4WD schakelaar op. doorgebrand of heeft het systeem een defect dat u moet repareren. Opmerking: Als de motor pas is afgezet, kan het 1 tot 2 minuten duren voordat het lampje gaat branden. Vierwielaandrijving werkt enkel wanneer u vooruitrijdt in de modus AUTO. Als u over vierwielaandrijving wenst te beschikken in ACHTERUIT, moet u de knop van de vierwielaandrijving indrukken.
Snelheidsmeter De snelheidsmeter registreert de rijsnelheid van de machine (Figuur 5). De snelheidsmeter geeft de snelheid weer in mph (mijl per uur) maar u kunt hem eenvoudig omzetten naar km/u (kilometer per uur); zie De snelheidsmeter omzetten (bladz. 58). Aansluitpunt Gebruik het aansluitpunt Figuur 5 om optionele elektrische accessoires van 12 V van stroom te voorzien. g021227 Figuur 11 Handgreep voor passagier 1.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Bewaar de machine en het brandstofvat niet afgesloten ruimte. op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
2. Verwijder de dop van de brandstoftank (Figuur 14). g010293 Figuur 13 1. Te hoge bandenspanning Brandstof bijvullen • Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend • • • • schone, verse (minder dan 30 dagen oud), loodvrije benzine met een cetaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2). Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol (gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether) per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn niet hetzelfde.
• De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven voor regelmatige olieverversingen. Zie het hoofdstuk Onderhoud (bladz. 31) voor bijzondere controles op rustige momenten. • 4. Zet de hydraulische hefhendel naar voren en draai het sleuteltje naar de stand START . Veiligheid tijdens het werk VOORZICHTIG Algemene veiligheid Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen een onverwacht effect hebben op de werking van de machine.
• Kies een lichtere lading en verminder uw snelheid • • • • • • • • • • • als de motor loopt of direct nadat u de motor hebt afgezet. Deze onderdelen kunnen heet zijn en brandwonden veroorzaken. als u moet rijden op ruw of oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en andere abrupte veranderingen in het terrein. De lading kan gaan schuiven waardoor de machine haar stabiliteit verliest.
De laadbak gebruiken • Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en geleidelijk uit. Verander niet plots de snelheid of rijrichting van de machine. De laadbak omhoog laten komen • Gebruik de machine niet op een nat terrein. Wielen kunnen grip verliezen. De machine kan omrollen voordat de wielen grip verliezen. WAARSCHUWING Een opgehaalde laadbak kan vallen en letsel toebrengen aan personen die eronder aan het werk zijn. • Rij hellingen in een rechte lijn op en af.
g024612 Figuur 15 1. Hendel van laadbak De laadbak laten zakken WAARSCHUWING g026141 Figuur 16 De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. 1. Vergrendelhandgreep Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten zakken (Figuur 15). Motor starten De achterlaadklep openen 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2.
Inschakelen van de vierwielaandrijving u het koppelingspedaal volledig in, zet u de schakelhendel in de volgende versnelling en laat u het koppelingspedaal omhoogkomen, terwijl u het gaspedaal intrapt. Alleen modellen met vierwielaandrijving 6. Herhaal deze stappen tot u de juiste snelheid heeft bereikt. Belangrijk: Stop de machine altijd voordat Om automatische inschakeling van de vierwielaandrijving mogelijk te maken drukt u de bovenkant van de tuimelschakelaar in voor de 4X4 AUTO stand (Figuur 17).
Het hydraulische systeem bedienen Differentieelvergrendeling gebruiken De hydraulische bediening levert hydraulisch vermogen vanuit de machinepomp als de motor loopt. U kunt deze kracht benutten via de snelkoppelingen aan de achterkant van de machine. WAARSCHUWING Als de machine op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
werktuig, zal de hydraulische vloeistof langs de ontlastklep stromen, hetgeen schade kan veroorzaken aan het hydraulische systeem. Gebruik deze stand alleen kortstondig of wanneer er een motor is gemonteerd. Belangrijk: Controleer het peil van de hydraulische vloeistof nadat u een werktuig hebt gemonteerd. Controleer de werking van het werktuig door alle standen meerdere keren te doorlopen en de lucht uit het systeem te verwijderen. Controleer vervolgens het peil van de hydraulische vloeistof opnieuw.
• Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien De druk is niet weggenomen (de snelkoppeling is belast). nodig. • De stuurbekrachtiging werkt niet of nauwelijks. • Vervang versleten, beschadigde en ontbrekende stickers. – Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag. – De temperatuur van de hydraulische vloeistof is te hoog. De machine transporteren – De pomp is niet ingeschakeld. • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een • Er zijn hydraulische lekken.
De machine slepen bar' (standaard onderdeel van de opleggerkoppeling) te monteren om te voorkomen dat de voorwielen van de grond loskomen als de beweging van het werktuig plotseling wordt belemmerd. In noodgevallen kunt u de machine over een korte afstand slepen; maak hier evenwel geen gewoonte van. WAARSCHUWING Als u de machine bij een te hoge snelheid sleept, kunt u de controle over het stuur verliezen. Dit kan letsel veroorzaken. Sleep de machine nooit sneller dan 8 km per uur.
Onderhoud Veiligheid bij onderhoud • Als de machine ingeschakeld moet zijn om een instelling te maken moet u uw handen en voeten, kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen houden. Hou omstanders uit de buurt van de machine. • Laat personeel dat niet bekend is met de • • • • • • • • • • • instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren van de voor- en achterwielen vast. Na de eerste 10 bedrijfsuren • • • • • Na de eerste 50 bedrijfsuren • Ververs de motorolie en vervang het filter. • Controleer de opening in het luchtfilter van de koolstofhouder. • Stel de speling van de motorklep af. Na de eerste 100 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks De afstelling van de kabels van het schakelmechanisme controleren.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 400 bedrijfsuren • • • • Brandstoffilter vervangen. Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen. Controleer de uitlijning van de voorwielen Controleer of de remschoenen zijn versleten. Om de 600 bedrijfsuren • Stel de speling van de motorklep af. Om de 800 bedrijfsuren • • • • De olie van het voordifferentieel verversen (alleen modellen met vierwielaandrijving). Ververs de hydraulische vloeistof en reinig de zeef. Hydraulisch filter vervangen.
Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden Belangrijk: Als de machine wordt gebruikt in de hieronder genoemde omstandigheden, moet u de onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak uitvoeren: • Gebruik in woestijngebied • Gebruik bij lage temperaturen: beneden 0 °C • Trekken van een aanhangwagen • Veelvuldig gebruik in stoffige omstandigheden • Bouwwerkzaamheden • Doe het volgende na langdurig gebruik in modder, zand, water of soortgelijke vuile omstandigheden: – Laat de remmen zo snel mogelijk con
g009164 Figuur 22 1. Laadbakbeveiliging g002368 Figuur 23 3. Laadbak 2. Cilinder 4. Verwijder de laadbakbeveiliging van de cilinder en plaats de beveiliging in de opberghaken in de achterzijde van het paneel van de rolbeugel. Belangrijk: Probeer de hopper niet neer 1. Uiteinde van cilinderstang 4. Borgpen 2. Bevestigingsplaat van laadbak 5. Achterste sleuven (complete laadbak) 3. Gaffelpen 6. Voorste sleuven (⅔ laadbak) 4.
Zorg ervoor dat de achterste draaiplaten zijn bevestigd aan het frame van de laadbak/balk zodat het achterste uiteinde naar achteren draait (Figuur 24). g002370 Figuur 25 1. Stootblok 2. Afstandsbeugel 3. Slotbout g002369 Figuur 24 1. Linkerhoek van achterzijde 4. Gaffelpen van laadbak 5. Borgpen 2. Framebalk van machine 1. Controleer of de hefcilinders volledig zijn teruggetrokken. 2.
Opmerking: Als de automatische achterklepontgrendeling is gemonteerd op de laadbak, moet u controleren of de voorste storthendel aan de binnenkant van de linker gaffelpen geplaatst is voordat u de lynchpen plaatst. De machine opkrikken GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan en van de krik glijden waardoor iemand die zich onder de machine bevindt letsel kan oplopen.
2. Draai de onderkant van de motorkap omhoog tot u de bovenste montagelipjes uit de sleuven in het frame kunt trekken (Figuur 28). Smering 3. Draai de bovenzijde van de motorkap naar voren en koppel de kabelstekkers van de koplampen los (Figuur 28). Lagers en lagerbussen smeren 4. Verwijder de motorkap. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren (bij zwaar gebruik vaker smeren). De motorkap plaatsen 1. Sluit de lampen aan. 2.
g024682 Figuur 31 g010571 Figuur 30 • Kogelverbinding (18); zie Figuur 32 • As van vierwielaandrijving (3); zie Figuur 32 • Rem(1); zie Figuur 31 • Rem(1); zie Figuur 31 g010359 Figuur 32 39
Onderhoud motor Opmerking: Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing stoot. Veiligheid van de motor Opmerking: Probeer het filter niet te reinigen. • Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht 4. totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de olie controleert of olie bijvult in het carter. Houd uw handen, voeten, gezicht, kleding en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken.
Het motoroliepeil controleren de vulinrichting en de vulopening in het klepdeksel, zoals is aangegeven in Figuur 36. Hierdoor kan er tijdens het vullen lucht ontsnappen, zodat de olie niet overloopt en in de ontluchtingsinrichting terechtkomt. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: De beste tijd om de motorolie te controleren is wanneer de motor koud is voordat deze is gestart voor de dag.
Belangrijk: Een gebarsten, aangetaste, vuile of gebrekkig werkende bougie moet worden vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen met een staalborstel omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal tot beschadiging van de motor. 1. Maak de omgeving van de bougie schoon zodat er geen vuil in de cilinder kan terechtkomen als u de bougie verwijdert. 2. Trek de kabel van het aansluitpunt van de bougie. 3. Haal de plug uit de cilinderkop. 4.
Onderhoud brandstofsysteem 3. Maak de slangklem los en ontkoppel de brandstofleiding van de dop van de brandstofpomp (Figuur 40). Het luchtfilter van de koolstofhouder controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren—Controleer de opening in het luchtfilter van de koolstofhouder. Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de opening in het luchtfilter van de koolstofhouder. Om de 200 bedrijfsuren—Vervang het luchtfilter van de koolstofhouder. 1.
Onderhoud elektrisch systeem Opmerking: Repareer beschadigde of lekkende onderdelen van het brandstofsysteem voordat u de machine gebruikt. Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur.
1. Knijp het accudeksel samen om de lipjes uit de accubasis te nemen en verwijder het accudeksel van de accubasis (Figuur 43). decal115-7813 Figuur 42 1. Stroomaansluiting (10 A) 2. Geschakeld vermogen (10 A) 3. Benzinepomp/snelheidsbegrenzer (10 A) 4. Claxon/aansluitpunt (15 A) g010326 Figuur 43 5. Verlichting/rem (15 A) 6. Gevarenverlichting (10 A) 1. Accudeksel 7. Vierwielaandrijving/transmissie (10 A) 2.
• Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te voorkomen. • Houd het accuzuur op peil. • Houd de bovenkant van de accu schoon door deze af en toe te reinigen met een borstel die in een oplossing van ammoniak of natriumbicarbonaat is gedompeld. Spoel de bovenkant na het reinigen af met water. Verwijder nooit de vuldop bij het reinigen. • Controleer of de accukabels stevig op de accupolen zitten, zodat ze goed contact maken.
De olie van het voordifferentieel verversen. Onderhoud aandrijfsysteem Alleen modellen met vierwielaandrijving Het oliepeil van het voordifferentieel controleren Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren (alleen modellen met vierwielaandrijving).
De cruisecontrol controleren 4. Bevestig de gaffelpennen en draai de contramoeren aan als u klaar bent. Alleen modellen met vierwielaandrijving Kabel voor Hoog-Laag afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren (alleen modellen met vierwielaandrijving). Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Inspecteer de cruisecontrol op scheuren, openingen of losse klemmen. Als u beschadigingen aantreft, neem dan voor reparatie contact op met uw erkende servicedealer.
Uitlijning van de voorwielen controleren en de buitendiameter van de opening in de transaxlehendel. 4. Draai de contramoeren vast als u klaar bent. Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) De banden controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren 1. Zorg ervoor dat de banden recht naar voren wijzen. 2. Meet de afstand hart-op-hart van het toespoor (ter hoogte van de assen) aan de voorzijde en de achterzijde van de stuurwielen (Figuur 50).
Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden. • Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen. g010329 Figuur 51 1. Trekstangen B. – Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop verwijdert. 2.
VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Open de radiateurdop niet. • Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of totdat de reservetank zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden. • Gebruik een doek als u de dop van de reservetank verwijdert en draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen.
Vuil verwijderen uit het koelsysteem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Verwijder vuil uit het motorgebied en de radiateur. (Reinig deze vaker als de machine in vuile omstandigheden wordt gebruikt.) 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 4. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 5. g010316 Figuur 55 1. Radiateurbehuizing 3. Sluitingen 2.
VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor loopt. • Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of totdat de radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden. • Gebruik een vod om de radiateurdop open te draaien. Draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen. 3.
Onderhouden remmen Remvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Remvloeistofpeil controleren. Controleer het peil van de remvloeistof voordat u de motor voor de eerste keer start. g002379 Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan)—Remvloeistof verversen. Figuur 59 1. Reservoir voor remvloeistof Remvloeistoftype: DOT 3 6. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3.
g033488 Figuur 61 1. Knop 3. Parkeerremhendel 2. Stelschroef 3. Draai aan de knop (Figuur 61) totdat een kracht van 20 tot 22 kg nodig is om de hendel te bedienen. 4. Draai de stelschroef vast als u klaar bent (Figuur 61). g002417 Figuur 62 Opmerking: Als u de parkeerrem niet meer kunt afstellen door het afstellen van de parkeerremhendel, maak de hendel dan los tot het midden van de afstelling en stel de kabel aan de achterkant af. Herhaal vervolgens stap 3. 5. 1.
Onderhoud riemen B. De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Om de 200 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. 1. Breng de laadbak omhoog en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de bak te bevestigen. 2.
Onderhoud bedieningsysteem Koppelingspedaal afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Opmerking: U kunt de koppelingskabel afstellen bij de koppelingsbehuizing of bij het draaipunt van het koppelingspedaal. U kunt de kap op de voorkant verwijderen om gemakkelijk bij het draaipunt van het koppelingspedaal te komen. 1. g009276 Figuur 66 1. Koppelingspedaal 2. 9,2 tot 9,8 cm Draai de contramoeren los waarmee de koppelingskabel vastzit aan de beugel op de koppelingsbehuizing (Figuur 65).
g002412 Figuur 69 1. Opening van 2,54 tot 6,35 mm g009277 Figuur 67 1. Stangeind van koppelingskabel 3. Contramoer van stangeind 2. Koppelingspedaal 4. Parallel Belangrijk: Het maximale motortoerental (stationair – hoog) is 3650 tpm. Verander de instelling van de stationair – hoog aanslag niet. De snelheidsmeter omzetten Gaspedaal afstellen 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje.
Onderhoud hydraulisch systeem Veiligheid van het hydraulische systeem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 4. Reinig het gebied rond de peilstok (Figuur 70). • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts.
4. Verwijder de aftapplug uit de zijkant van het reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een opvangbak lopen (Figuur 71). Het peil van de transaxlevloeistof/hydraulische vloeistof controleren (bladz. 59). 12. Start de motor en laat de machine rijden zodat de vloeistof zich verspreidt door het hydraulische systeem. 13. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul indien nodig bij. Belangrijk: Gebruik uitsluitend de gespecificeerde hydraulische vloeistof.
9. 10. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen. ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt (cont'd.) Zet de motor af en controleer of het peil van de hydraulische vloeistof correct is en of het systeem lekt.
6. Verwijder de peilstok (Figuur 74) uit de vulbuis en veeg deze af met een schone doek. 7. Steek de peilstok in de vulbuis. Verwijder deze daarna en controleer het vloeistofpeil. 5. Plaats een opvangbak onder het filter en verwijder het filter. Opmerking: Als de vloeistof niet moet worden afgetapt, kunt u de hydraulische lijn die naar het filter loopt loskoppelen en voorzien van een plug. Opmerking: Het vloeistofpeil moet tussen de 2 markeringen op de peilstok staan. 6.
De laadbak omhoogbrengen door het hydraulische systeem in te schakelen met behulp van opstartkabels VOORZICHTIG Als u een volle laadbak omhoog brengt en niet ondersteunt met de geschikte steunstang, kan de laadbak onverwacht zakken. Werken onder een opgetilde laadbak die niet ondersteund is, kan u of anderen letsel toebrengen.
Reiniging De machine schoonmaken Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken. Belangrijk: Gebruik geen brak of teruggewonnen g019543 Figuur 77 water om de machine schoon te maken. 1. Opstartslangen 7. Hou alle omstanders uit de buurt van de machines. 8. Start de tweede machine en zet de hefhendel in de stand omhoog; de defecte laadbak wordt nu geheven. 9.
Stalling 12. Verwijder de accu uit het chassis, controleer het zuurpeil en laad de accu volledig op; zie Onderhoud van de accu (bladz. 46). Veiligheid tijdens opslag Opmerking: U mag de accukabels niet • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje aansluiten op de accupolen tijdens stalling. (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De hydraulische hefhendel is vergrendeld in de vooruitstand 1. Zet de hydraulische hendel uit de voorste stand. 2. 3. 4. 5. 2. 3. 4. 5. De brandstoftank is leeg. De brandstofafsluitklep is gesloten. Het oliepeil in het carter is te laag. De gashendel staat niet in de juiste stand. 6. Er bevindt zich vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. 7. Het luchtfilter is vuil. 8.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro Garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1.500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.