Form No. 3382-462 Rev B Workman® HDX multifunctioneel voertuig Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 07383—Serienr.: 314000001 en hoger 07384—Serienr.: 314000001 en hoger 07384H—Serienr.: 314000001 en hoger 07384TC—Serienr.: 314000001 en hoger 07386—Serienr.: 314000001 en hoger 07386H—Serienr.: 314000001 en hoger 07386TC—Serienr.
van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Deze machine is een bedrijfsvoertuig bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De machine is met name ontworpen voor het vervoeren van werktuigen die bij dergelijke toepassingen gebruikt worden.
Inhoud Gebruik in zware omstandigheden ............................38 Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................39 De laadbakbeveiliging gebruiken ..............................39 De volledige laadbak verwijderen ..............................40 De volledige laadbak plaatsen...................................40 De machine opkrikken ............................................41 De motorkap verwijderen ........................................42 De motorkap plaatsen ........................
Veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• Let erop dat u de machine niet te zwaar laadt. Op • • – Vermijd plotseling stoppen en starten. Zet het voertuig niet van de achteruitstand in de vooruitstand of van de vooruitstand in de achteruitstand voordat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. het naamplaatje (dat zich onder het midden van het dashboard bevindt) staat de toelaatbare belading voor de machine. U mag de werktuigen nooit te zwaar beladen of het maximaal toelaatbare totaalgewicht van de machine overschrijden.
Gebruik op hellingen 3. Draai het contactsleuteltje op Uit. 4. Verwijder het contactsleuteltje. WAARSCHUWING Opmerking: Als de machine op een helling staat, moet u de wielen blokkeren nadat u de machine hebt verlaten. Als u de machine op een helling gebruikt, bestaat de kans dat ze omslaat of gaat rollen. Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of dat de machine op een helling vaart verliest. Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan. • Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan kan omslaan. WAARSCHUWING De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. – Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. – Let erop dat u geen materiaal op omstanders stort. • Als u de machine op heuvelachtig terrein zult gebruiken, kunt u de optionele rolbeugel (ROPS) monteren.
• • • • • • • onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Elke verandering aan dit voertuig die gevolgen heeft voor de werking, prestaties, levensduur of het gebruik van het voertuig, kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Dergelijke veranderingen kunnen ertoe leiden dat de garantie op het product van The Toro® Company komt te vervallen. leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
115-7813 1. Stroomaansluiting – 10 A 5. Remverlichting – 15 A 2. Geschakeld vermogen – 10 A 3. Benzinepomp, snelheidsbegrenzer – 10 A 4. Claxon, aansluitpunt – 15 A 6. Gevarenverlichting – 10 A 7. 4WD, transmissie – 10 A 115-7723 1. Waarschuwing – lees af of de hydraulische oliedruk 1,24 bar bedraagt. 2. Koppeling A 3. Koppeling B 115-2047 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 115-7740 1.
115-2282 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 3. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden – Houd omstanders op een veilige afstand van het voertuig, vervoer geen passagiers in de laadbak, houd uw armen en benen te allen tijde binnen het voertuig en maak gebruik van de veiligheidsgordels en handgrepen. 115-7746 1.
93-9868 1. Handen kunnen bekneld raken – Lees de Gebruikershandleiding. 115-7756 1. Hydraulisch systeem met hoge stroming – ingeschakeld 93-9879 1. Opgeslagen energie – lees de Gebruikershandleiding. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7.
106-7767 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, voorkom dat de machine kantelt, draag de veiligheidsgordel, leun weg van de richting waarin de machine kantelt.
106-2377 1. Vergrendeld 8. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Differentieelgrendel 9. Risico om gegrepen te worden, as – Houd omstanders op een veilige afstand van het voertuig. 3. Ontgrendeld 10. Hydrauliek naar binnen trekken 4. Hydraulische vergrendeling 11. Hydrauliek naar buiten schuiven 5. Inschakelen 12. Transmissie – Hoog toerental 6. Aftakas 13. Transmissie – Laag toerental 7. Uitschakelen 14. Parkeerrem 115-2281 1. Koplampen 4. Motor – Lopen 2. Claxon 3.
121-6287 1. Voeg koelvloeistof toe aan het reservoir tot het peil tot de onderkant van de standpijp reikt. 110-0806 121-6286 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens het koelvloeistofpeil in de motor te controleren. 2. Voeg geen koelvloeistof toe aan de radiateur; voeg koelvloeistof toe aan het reservoir. 93-9852 2. Ledematen kunnen bekneld raken – Monteer de vergrendeling van de cilinder. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stuurwiel 1 Monteer het stuurwiel (uitsluitend TC-modellen). Rolbeugel Bout (1/2 inch) 1 6 Monteer de rolbeugel. Geen onderdelen vereist – Controleer het peil van de motorolie, de transaxle-olie/hydraulische vloeistof en de remvloeistof. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
2 3 De rolbeugel monteren – uitsluitend TC-modellen Vloeistofniveaus controleren Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 6 Bout (1/2 inch) Procedure 1. Controleer het peil van de motorolie voor en na de eerste startbeurt van de motor; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 22). Procedure 2. Controleer het transaxle/hydraulische vloeistofpeil voordat u de motor de eerste keer start; zie Peil transaxle-olie/hydraulische vloeistof controleren (bladz. 26). 1.
Algemeen overzicht van de machine Rempedaal Met het rempedaal (Figuur 5) kunt u de serviceremmen inschakelen om de machine tot stilstand te brengen of snelheid te verminderen. Bedieningsorganen VOORZICHTIG Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
hefinrichting niet langer dan 5 seconden in de stand voor omhoogbrengen of neerlaten, nadat de cilinders hun uiterste stand hebben bereikt. VOORZICHTIG Als u een bocht maakt met ingeschakelde differentieelgrendel, kunt u de controle over de machine verliezen. Schakel de differentieelgrendel uit als u scherpe bochten maakt of bij hoge snelheid werkt; zie Kabel van de differentieelgrendel afstellen (bladz. 51).
en de motor weer heeft gestart, schakel dan onmiddellijk de motor uit en neem contact op met uw plaatselijke Toro-dealer voor hulp. Controleer de werking van de waarschuwingslampjes als volgt: 1. Stel de parkeerrem in werking. 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan/Voorgloeien, maar start de motor niet. Opmerking: Het oliedruklampje moet rood branden. Als het lampje niet brandt, is het lampje doorgebrand of heeft het systeem een defect dat moet worden hersteld.
Claxonknop (uitsluitend TC-modellen) Druk op de knop om te claxonneren (Figuur 8). Toerenteller Geeft het toerental van de motor weer (Figuur 8 en Figuur 9). De witte driehoek geeft het gewenste toerental aan voor het gebruik van de aftakas (Figuur 9). Figuur 10 1. Handgreep voor passagier 2. Opbergruimte Stoelverstelhendel De stoelen kunnen zoals gewenst naar voren en naar achteren worden versteld (Figuur 11). Figuur 9 1. Motortoerental 2.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Afmetingen Totale breedte Totale lengte Basisgewicht (droog) VOORZICHTIG 160 cm Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
Figuur 12 1. Hendel van laadbak Laadbak neerlaten WAARSCHUWING Figuur 13 De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. 1. Vergrendelhandgreep 3. Vergrendelpen 2. Grendelopening Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. Motoroliepeil controleren Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten zakken (Figuur 12). Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De achterlaadklep openen 1.
laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau op of onder de bijvulmarkering op de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering te brengen. Voeg niet te veel olie toe. Als het olieniveau tussen de beide markeringen ligt, hoeft geen olie te worden bijgevuld. 1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de peilstok (Figuur 15) en veeg deze af met een schone doek. 1 Figuur 16 1. Let op de afstand 6.
GEVAAR GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Open de radiateurdop niet. • Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of totdat de radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden.
4. Plaats de dop van de reservetank terug. voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks) Peil transaxle-olie/hydraulische vloeistof controleren Type hydraulische vloeistof: Toro Premium All Season hydraulische vloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter. Raadpleeg de onderdelencatalogus of de Toro-distributeur voor de onderdeelnummers).
Opmerking: Het vloeistofpeil moet tussen de 2 markeringen op de peilstok staan. 5. Als het peil te laag is, vult u bij tot het vloeistofpeil bij de bovenste markering staat; zie Vloeistof van het hydraulische systeem met hoge stroming verversen en filter vervangen (uitsluitend TC-modellen) (bladz. 58). 6. Plaats de peilstok terug in de vulbuis en plaats de dop terug. 7. Start de motor en schakel het werktuig in. 2. Reinig de omgeving van de vul-/controleplug op de zijkant van het differentieel (Figuur 21).
Controleer de bandenspanning regelmatig. Als de banden niet op de juiste spanning zijn, zullen deze vroegtijdig slijten. Figuur 22 toont een voorbeeld van slijtage aan een band veroorzaakt door een te lage bandenspanning. Figuur 24 1. Reservoir voor remvloeistof Figuur 22 3. Als het vloeistofpeil te laag is, moet u de omgeving van de dop reinigen, de dop verwijderen en het reservoir vullen met de voorgeschreven remvloeistof tot het correcte niveau bereikt is. 1.
Belangrijk: Probeer de motor niet te starten door de machine aan te duwen of te slepen. De aandrijflijn kan hierdoor schade oplopen. 3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en trap het koppelingspedaal in. 4. Controleer of de hydraulische hefhendel in de middelste stand staat. De machine stoppen 5. Raak met uw voet het gaspedaal niet aan. 6. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar rechts om de motor te starten.
aankomen wat u gaat doen en kan dus moeilijk anticiperen op bochten, stoppen, gas geven en onregelmatigheden in het terrein. Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor niet aanslaat of start, tenzij het koppelingspedaal is ingetrapt. VOORZICHTIG De bestuurder en de passagier moeten te allen tijde op de stoel blijven zitten en armen en benen binnen het voertuig houden.
u de controle over het voertuig verliezen en een ongeluk veroorzaken. Snelheid kan ook een klein ongeluk verergeren. Wanneer u frontaal tegen een boom rijdt met lage snelheid, kan dat schade en letsel veroorzaken, maar bij een botsing bij hoge snelheid kan het voertuig totaal vernield raken en kunnen u en uw passagier om het leven komen. als zij weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden, moet u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat zij naar behoren functioneren.
Gebruik op hellingen • Extra gewicht plaatsen aan de binnenzijde van bak; zet • • WAARSCHUWING Als de machine op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. • Gebruik het voertuig niet op steile hellingen. • Als de motor afslaat of het voertuig vaart verliest op een helling, mag u nooit proberen het voertuig te draaien. • Rij een helling altijd langzaam achterwaarts in een rechte lijn af.
lading zich helemaal achteraan bevindt, kunnen de voorwielen zelfs loskomen van de grond wanneer u over bulten of tegen een helling oprijdt. Hierdoor kunt u niet meer sturen en kan de machine omslaan. WAARSCHUWING Als de machine op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken. • De extra tractie die de differentieelgrendel biedt, kan genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te brengen, zoals oprijden van hellingen die te steil zijn om te draaien.
frame. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en zet de parkeerrem vrij. Als het voertuig over een grote afstand moet worden verplaatst, dient u dit te vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. is bevestigd op de aanhanger. Zie Figuur 28 en Figuur 29 voor de plaats van de bevestigingspunten. Belangrijk: Aanhangers zwaarder dan 680 kg moeten zijn uitgerust met eigen remmen. Opmerking: De stuurbekrachtiging zal niet functioneren, waardoor de besturing wordt bemoeilijkt (er is meer kracht nodig).
Deze stand laat de laadbak of het werktuig aan de trekhaak neer, of zorgt voor druk op snelkoppeling B. Zo kan ook hydraulische vloeistof uit snelkoppeling A terugvloeien naar de klep en van daaruit naar het reservoir. Dit is een tijdelijke stand en zodra de hendel wordt losgelaten, springt deze automatisch terug naar de middelste stand (Uit).
Opmerking: Als u de op afstand bedienbare hydraulische werktuigen aansluit op de snelkoppelingen, bepaal dan welke kant onder druk moet komen te staan, en sluit die slang dan aan op snelkoppeling B. Hierop komt druk te staan als de schakelhendel naar voren wordt geduwd of wordt vergrendeld in de stand Aan.
Onderhoud Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG De machine mag uitsluitend worden onderhouden, gerepareerd, afgesteld of geïnspecteerd door vakbekwame en erkende technici. Voorkom brandgevaar en zorg ervoor dat er brandbestrijdingsapparatuur in het werkgebied aanwezig is. Controleer nooit met een open vuur het peil van de brandstof, het accuzuur of de koelvloeistof, of een lekkage.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • Oliepeil van het voordifferentieel controleren (uitsluitend modellen met vierwielaandrijving). • Smeer alle lagers en lagerbussen (bij zwaar gebruik vaker smeren). • Controleer de conditie van de banden. Om de 200 bedrijfsuren • • • • • • • • • • • • Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast. Controleer de opening van het filter. Ververs de motorolie en vervang het filter.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Bij een groot aantal van de onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden besproken, dient de laadbak opgeheven of neergelaten te worden. De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen om ernstig lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen. WAARSCHUWING Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
De volledige laadbak plaatsen De volledige laadbak verwijderen Opmerking: Als de zijkanten van de laadbak worden gemonteerd op de dieplader, verdient het aanbeveling deze te monteren voordat de laadbak op de machine wordt geplaatst. 1. Start de motor, schakel de hydraulische hefhendel in en laat de laadbak zakken totdat de cilinders los in de sleuven zitten.
storthendel aan de binnenkant van de linker gaffelpen plaatsen voordat u de lynchpen monteert. De machine opkrikken GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan en van de krik glijden waardoor iemand die zich onder de machine bevindt letsel kan oplopen. • Start de motor niet als de machine is opgekrikt. • Haal altijd het sleuteltje uit de schakelaar voordat u van de machine stapt. Figuur 35 1. Stootblok 2. Afstandsbeugel • Blokkeer de wielen als de machine is opgekrikt. 3.
De motorkap plaatsen 1. Sluit de lampen aan. 2. Steek de bovenste montagelipjes in de sleuven van het frame. 3. Steek de onderste montagelipjes in de sleuven van het frame. 4. Controleer of de motorkap goed in de groeven aan de bovenzijde, de zijkanten en de onderzijde valt. Figuur 37 1. Kriksteunpunten aan de achterkant De motorkap verwijderen 1. Pak de motorkap beet via de openingen van de koplampen en til de motorkap op om de montagelipjes uit de sleuven in het frame te laten klikken (Figuur 38).
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren (bij zwaar gebruik vaker smeren). De machine is voorzien van smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis.
Figuur 42 44
Onderhoud motor 1. Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing (Figuur 44). Het luchtfilter van de koolstofhouder controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Zoek het luchtfilter onderaan de koolstofhouder (Figuur 43). 1 Figuur 44 1. Luchtfilterdeksel 2. Filter 2. Knijp in de zijkanten van de stofkap om deze te openen en sla het stof eruit. 3.
7. Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter (Figuur 44). Opmerking: Zorg ervoor dat het filter volledig vastzit door de buitenring van het filter tijdens de montage aan te drukken. 8. Monteer het luchtfilterdeksel met de kant naar boven gericht en maak de sluitingen vast (Figuur 44).
Onderhoud brandstofsysteem hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal tot beschadiging van de motor. Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de bak omhoog te houden. Figuur 47 2. Koppel de bedrading van de brandstofpomp los (Figuur 48). 1. Elektrodenafstand: 0,81 mm 3.
Brandstofleidingen en -verbindingen controleren Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Onderhoud van de zekeringen Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan) De zekeringen voor het elektrische systeem van de machine bevinden zich onder het middengedeelte van het dashboardpaneel (Figuur 49 en Figuur 50).
De machine starten met startkabel Opmerking: De minpool is aangegeven met 'NEG' op het accudeksel. Opmerking: Sluit het andere uiteinde van de startkabel aan op de minpool van de lege accu. Sluit de startkabel aan op de motor of het frame. Sluit de startkabel niet aan op het brandstofsysteem. WAARSCHUWING Starten met de startkabel kan gevaarlijk zijn.
Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. Onderhoud aandrijfsysteem • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. Olie van het voordifferentieel vervangen (uitsluitend modellen met vierwielaandrijving) • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen.
Inspecteer de cruisecontrol op scheuren, openingen of losse klemmen. Als u beschadigingen aantreft, neem dan voor reparatie contact op met een erkende Toro-distributeur. 3. Bevestig de gaffelpennen en draai de contramoer aan als u klaar bent. Kabel van de differentieelgrendel afstellen Kabels van het schakelmechanisme afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren 1. Zet de hendel van de differentieelgrendel op Uit. Om de 200 bedrijfsuren 2.
Figuur 56 Figuur 58 1. Te lage bandenspanning 1. Voorkant van machine 2. 0 ± 3 mm van voorzijde tot achterzijde van de band Figuur 57 toont een voorbeeld van slijtage aan een band veroorzaakt door een te hoge bandenspanning. 3. Afstand hart-tot-hart 3. U past de hart-tot-hart afstand als volgt aan: A. Draai de contramoer in het midden van de trekstang los (Figuur 59). Figuur 57 1.
Onderhoud koelsysteem 5. Plaats de koeler en het scherm op de radiateur. Motorkoelvloeistof verversen Vuil verwijderen uit het koelsysteem Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan) Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (reinig vaker bij meer vervuilende omstandigheden). Type koelvloeistof: een 50/50 mengsel van water en permanente ethyleenglycol-antivries. 1.
Onderhouden remmen Parkeerrem afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Verwijder de rubberen handgreep van de parkeerremhendel (Figuur 64). Figuur 63 Figuur 64 1. Dop van reservetank 1. Parkeerremhendel 2. Handgreep 2. Reservetank 2. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 65). 5. Maak de onderste radiateurslang los en laat de koelvloeistof in een opvangbak lopen. 3.
Het rempedaal afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Opmerking: Verwijder de voorliggende onderdelen om eenvoudiger te kunnen afstellen. 1. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de gaffel van de hoofdremcilinder is bevestigd aan het draaipunt van het rempedaal (Figuur 66). Figuur 67 1. Koppelingspedaal 2. Rempedaal Figuur 66 1. Gaffel van hoofdremcilinder 2. Draaipunt van rempedaal 2. Til het rempedaal omhoog (Figuur 67) totdat dit contact maakt met het frame. 3.
Onderhoud riemen Onderhoud bedieningsysteem De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Koppelingspedaal afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Opmerking: U kunt de koppelingskabel afstellen bij de koppelingsbehuizing of bij het draaipunt van het koppelingspedaal.
Opmerking: Er wordt kracht uitgeoefend zodat het druklager van de koppeling de vingers van koppelingsdrukplaat licht aanraakt. 4. Draai de contramoeren weer vast nadat u het pedaal heeft afgesteld. 5. Controleer ten behoeve van een goede afstelling of de afstand 9,5 ± 0,3 cm is nadat de contramoeren zijn vastgedraaid. Onderhoud hydraulisch systeem Opmerking: Stel opnieuw af indien nodig. 6. Maak de contraveer vast aan de versnellingspook.
Figuur 74 1. Hydraulische filter Figuur 73 2. Filter van het hydraulische systeem met hoge stroming 4. Smeer de pakking van het nieuwe filter. 5. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt bevestigd, schoon is. 1. Hydraulische zeef 6. Schroef het filter erop totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 slag. 6. Plaats de zeef. 7. Monteer de hydraulische slang en de 90°-fitting op de juiste wijze op de zeef. 7.
uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de vloeistoffen die zij aanbevelen. 8. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren. De laadbak omhoogbrengen in noodgevallen ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt Materiaaleigenschappen: In noodgevallen kan de laadbak worden opgehaald zonder de motor te starten, door de startmotor te laten aanslaan of het hydraulische systeem in te schakelen met behulp van opstartslangen.
G019543 1 Figuur 77 1. Opstartslangen 7. Hou alle omstanders uit de buurt van de machines. 8. Start de tweede machine en zet de hefhendel in de stand Omhoog. De defecte laadbak wordt nu opgehaald. Figuur 75 9. Zet de hydraulische hefhendel in de neutraalstand en zet deze vast met de vergrendeling. 1. Snelkoppelslang A 2. Snelkoppelslang B 10. Monteer de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder; zie De laadbakbeveiliging gebruiken (bladz. 39). 3.
Reiniging Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. De machine schoonmaken De machine moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt een doek gebruiken om de machine schoon te maken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. 2.
14. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Toro-servicedealer. 15. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. 16. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.
Opmerkingen: 63
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.