Form No. 3392-858 Rev A Workman® HDX-D multifunctioneel voertuig met laadbak Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 07385—Serienr.: 315000001 en hoger 07385H—Serienr.: 315000001 en hoger 07385TC—Serienr.: 315000001 en hoger 07387—Serienr.: 315000001 en hoger 07387H—Serienr.: 315000001 en hoger 07387TC—Serienr.
dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud De volledige laadbak verwijderen ..............................38 De volledige laadbak plaatsen...................................38 De machine opkrikken ............................................39 De motorkap verwijderen ........................................40 De motorkap plaatsen .............................................40 Smering ...................................................................41 Lagers en lagerbussen smeren ..................................41 Onderhoud motor .......
Veiligheid Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
• • • nat te laten worden, zullen ze pas goed functioneren als ze weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden, moet u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat ze naar behoren functioneren. Als dat niet het geval is, moet u langzaam rijden op vlak terrein, terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal. Hierdoor drogen de remmen. – Kijk altijd goed uit en vermijd laag overhangende objecten, zoals boomtakken, deurposten en voetgangersbruggen.
• Stop niet op een helling, zeker niet als u een lading • WAARSCHUWING vervoert. Stoppen tijdens de afdaling van een helling kost meer tijd dan op vlak terrein. Als u de machine tot stilstand moet brengen, mag u de snelheid niet te abrupt verminderen, omdat dan de kans bestaat dat de machine omslaat of gaat rollen. Trap niet te abrupt op het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat de machine dan kan omslaan.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 115-7740 1.
115-2282 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 3. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden – Houd omstanders op een veilige afstand van het voertuig, vervoer geen passagiers in de laadbak, houd uw armen en benen te allen tijde binnen het voertuig en maak gebruik van de veiligheidsgordels en handgrepen. 115-7746 1.
3-9868 1. Handen kunnen bekneld raken – Lees de Gebruikershandleiding. 115-7756 1. Hydraulisch systeem met hoge stroming – ingeschakeld 93-9879 1. Opgeslagen energie – lees de Gebruikershandleiding. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7.
6-7767 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, voorkom dat de machine kantelt, draag de veiligheidsgordel, leun weg van de richting waarin de machine kantelt.
106-2377 1. Vergrendeld 8. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Differentieelgrendel 9. Risico om gegrepen te worden, as – Houd omstanders op een veilige afstand van het voertuig. 3. Ontgrendeld 10. Hydrauliek naar binnen trekken 4. Hydraulische vergrendeling 11. Hydrauliek naar buiten schuiven 5. Inschakelen 12. Transmissie – Hoog toerental 6. Aftakas 13. Transmissie – Laag toerental 7. Uitschakelen 14. Parkeerrem 115-2281 1. Koplampen 4. Motor – Lopen 2. Claxon 3.
1-6287 121-6286 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens het koelvloeistofpeil in de motor te controleren. 1. Voeg koelvloeistof toe aan het reservoir tot het peil tot de onderkant van de standpijp reikt. 2. Voeg geen koelvloeistof toe aan de radiateur; voeg koelvloeistof toe aan het reservoir. 93-9852 2. Ledematen kunnen bekneld raken – Monteer de vergrendeling van de cilinder. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Stuurwiel 1 Monteer het stuurwiel (uitsluitend TC-modellen). Rolbeugel Bout (1/2 inch) 1 6 Monteer de rolbeugel. Geen onderdelen vereist – Controleer het peil van de motorolie, de transaxle-olie/hydraulische vloeistof en de remvloeistof. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van het voertuig.
2 3 De omkantelbeveiliging (rolbeugel) monteren Vloeistofniveaus controleren Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 6 Bout (1/2 inch) Procedure 1. Controleer het peil van de motorolie voor en na de eerste startbeurt van de motor; zie Motoroliepeil controleren (bladz. 20). Procedure 2. Controleer het transaxle/hydraulische vloeistofpeil voordat u de motor de eerste keer start; zie Peil transaxle-olie/hydraulische vloeistof controleren (bladz. 23). 1.
Algemeen overzicht van de machine VOORZICHTIG Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Als de vrije slag van de rempedalen tot de vloer van het voertuig minder dan 3,8 cm bedraagt, moeten de remmen worden afgesteld of gerepareerd. Bedieningsorganen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Schakelhendel Gaspedaal Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de schakelhendel (Figuur 6) in de gewenste stand.
als de machine niet is uitgerust met een laadbak (Figuur 7). Vergrendelt ook de hefhendel in de stand Aan als er werktuigen hydraulisch worden bediend. Schakelhendel voor hoog/laag bereik De schakelhendel voor hoog/laag bereik biedt 3 extra snelheden voor nauwkeurige snelheidsregeling (Figuur 7): • De machine moet volledig tot stilstand zijn gebracht voordat u kunt schakelen tussen het hoge en het lage bereik. Figuur 7 • Schakel uitsluitend op vlak terrein. 4.
komt terwijl de motor loopt. Wanneer het lampje knippert of aan blijft, stop dan het voertuig, zet de motor af en controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is, maar het waarschuwingslampje gaat niet uit nadat u olie heeft bijgevuld en de motor weer heeft gestart, schakel dan onmiddellijk de motor uit en neem contact op met uw plaatselijke Toro-dealer voor hulp. Controleer de werking van de waarschuwingslampjes als volgt: 1. Stel de parkeerrem in werking. 2.
Brandstofmeter De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. De meter werkt alleen wanneer het startsleuteltje in de stand Aan/Voorgloeien staat (Figuur 8). Als het lampje rood brandt, betekent dit dat het brandstofpeil laag is en als het rood knippert, betekent dit dat de tank bijna helemaal leeg is. Schakelaar voor hydraulisch systeem met hoge stroming (uitsluitend TC-modellen) Zet de schakelaar aan om het hydraulische systeem met hoge stroming in te schakelen (Figuur 8).
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Afmetingen Totale breedte Totale lengte Basisgewicht (droog) Capaciteit (inclusief bestuurder (91kg), passagier (91 kg) en ingeladen werktuig). Maximaal.
Figuur 12 1. Hendel van laadbak Laadbak neerlaten WAARSCHUWING Figuur 13 De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere lichaamsdelen kunnen bekneld raken. 1. Vergrendelhandgreep 3. Vergrendelpen 2. Grendelopening Houd handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van de bak als u deze neerlaat. Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten zakken (Figuur 12). Motoroliepeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De achterlaadklep openen 1.
Brandstof bijvullen dag. Als de motor al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug naar het carter laten lopen gedurende ten minste 10 minuten voordat u controleert. Als het olieniveau op of onder de bijvulmarkering op de peilstok staat, vul dan olie bij om het olieniveau bij de volmarkering te brengen. Voeg niet te veel olie toe. Als het olieniveau tussen de beide markeringen ligt, hoeft geen olie te worden bijgevuld.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Controleer voordat u de dop van de brandstoftank verwijdert of het voertuig op een horizontaal vlak is geplaatst. Open de dop van de brandstoftank langzaam. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
Het koelvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Inhoud van koelsysteem: 3,7 liter Type koelvloeistof: een 50/50 verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries. VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Open de radiateurdop niet.
Peil van de hydraulische vloeistof in het hydraulische systeem met hoge stroming contoleren (uitsluitend TC-modellen) Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks) Type hydraulische vloeistof: Toro Premium All Season hydraulische vloeistof (verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter. Raadpleeg de onderdelencatalogus of de Toro-distributeur voor de onderdeelnummers).
WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u het hydraulische systeem onder druk zet. Figuur 19 1. Dop • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt. 3.
Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks De luchtdruk in de voorbanden is 2,21 bar en in de achterbanden 1,24 bar. Controleer de bandenspanning regelmatig. Als de banden niet op de juiste spanning zijn, zullen deze vroegtijdig slijten. Figuur 21 toont een voorbeeld van slijtage aan een band veroorzaakt door een te lage bandenspanning. Figuur 20 1. Vul-/controleplug 2. Aftapplug 3. Verwijder de vul-/controleplug en controleer het oliepeil.
3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en trap het koppelingspedaal in. 4. Controleer of de hydraulische hefhendel in de middelste stand staat. 5. Raak met uw voet het gaspedaal niet aan. 6. Zet de starterschakelaar op Aan. Als het indicatielampje van de gloeibougies gaat branden, is de motor klaar om te starten. 7. Draai het startsleuteltje naar de stand Start. Laat het sleuteltje direct los als de motor start en laat dit weer terugkeren naar de stand Lopen.
Overbrenging Bereik Verhouding Snelheid (km/u) Snelheid (mijl/u) 2 H (hoog) 21,27 : 1 18,5 11,5 3 H (hoog) 12,31 : 1 31,9 19,8 R L (laag) 86,94 : 1 4,5 2,8 R H (hoog) 33,91 : 1 11,6 7,1 Veiligheidssysteem controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor niet aanslaat of start, tenzij het koppelingspedaal is ingetrapt. VOORZICHTIG Belangrijk: Probeer de motor niet te starten door de machine aan te duwen of te slepen.
Met aangepaste snelheid rijden Veiligheid van de passagier Als er een passagier met u meerijdt op de machine, zorg er dan voor dat hij of zij de veiligheidsgordel heeft omgedaan en zich goed vasthoudt. Rijd langzamer en maak minder scherpe bochten, want uw passagier kan niet van tevoren zien aankomen wat u gaat doen en kan dus moeilijk anticiperen op bochten, stoppen, gas geven en onregelmatigheden in het terrein. Snelheid is een van de belangrijkste oorzaken van ongelukken.
Het gras en het wegdek zijn veel gladder als zij nat zijn. De stoptijd op een nat oppervlak kan 2 tot 4 maal langer zijn dan op een droog oppervlak. Gebruik op hellingen Als u door staand water rijdt dat diep genoeg is om de remmen nat te laten worden, zullen zij pas goed functioneren als zij weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden, moet u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat zij naar behoren functioneren.
• Extra gewicht plaatsen aan de binnenzijde van bak; zet voorwielen; dit gaat ten koste gaat van de stuurtractie. Als de lading zich helemaal achteraan bevindt, kunnen de voorwielen zelfs loskomen van de grond wanneer u over bulten of tegen een helling oprijdt. Hierdoor kunt u niet meer sturen en kan het voertuig omslaan. dit stevig vast. • Wielgewichten bevestigen aan de achterwielen. • De achterbanden verzwaren met vloeibare ballast (calciumchloride).
is bevestigd op de aanhanger. Zie Figuur 27 en Figuur 28 voor de plaats van de bevestigingspunten. WAARSCHUWING Als de machine op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken. Belangrijk: Aanhangers zwaarder dan 680 kg moeten zijn uitgerust met eigen remmen. • De extra tractie die de differentieelgrendel biedt, kan genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te brengen, zoals oprijden van hellingen die te steil zijn om te draaien.
frame. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en zet de parkeerrem vrij. Als het voertuig over een grote afstand moet worden verplaatst, dient u dit te vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. VOORZICHTIG Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan voldoende kracht hebben om door de huid heen te dringen, en letsel veroorzaken. Ga voorzichtig te werk als u de snelkoppelingen van het hydraulische systeem aansluit of losmaakt.
Opmerking: Als u de op afstand bedienbare hydraulische werktuigen aansluit op de snelkoppelingen, bepaal dan welke kant onder druk moet komen te staan, en sluit die slang dan aan op snelkoppeling B. Hierop komt druk te staan als de schakelhendel naar voren wordt geduwd of wordt vergrendeld in de stand Aan. Deze stand laat de laadbak of het werktuig aan de trekhaak neer, of zorgt voor druk op snelkoppeling B.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren Na de eerste 50 bedrijfsuren • • • • • Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast. De afstelling van de kabels van het schakelmechanisme controleren. Controleer de afstelling van de parkeerrem.
Onderhoudsinterval Om de 600 bedrijfsuren Om de 800 bedrijfsuren Om de 1000 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • Vervang het veiligheidsfilter (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). • Afstand motorklep instellen. • • • • Ververs de olie van het voordifferentieel. Ververs de hydraulische vloeistof en reinig de zeef. Hydraulisch filter vervangen. Vloeistof en filter van het hydraulisch systeem met hoge stroming vervangen (uitsluitend TC-modellen). • Ververs de remvloeistof.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Bij een groot aantal van de onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden besproken, dient de laadbak opgeheven of neergelaten te worden. De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen om ernstig lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen. WAARSCHUWING Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het sleuteltje uit de starterschakelaar verwijderen.
De volledige laadbak plaatsen De volledige laadbak verwijderen Opmerking: Als de zijkanten van de laadbak worden gemonteerd op de dieplader, verdient het aanbeveling deze te monteren voordat de laadbak op de machine wordt geplaatst. 1. Start de motor, schakel de hydraulische hefhendel in en laat de laadbak zakken totdat de cilinders los in de sleuven zitten.
storthendel aan de binnenkant van de linker gaffelpen plaatsen voordat u de lynchpen monteert. De machine opkrikken GEVAAR Een opgekrikte machine kan wankel staan en van de krik glijden waardoor iemand die zich onder de machine bevindt letsel kan oplopen. • Start de motor niet als de machine is opgekrikt. • Haal altijd het sleuteltje uit de schakelaar voordat u van de machine stapt. Figuur 34 1. Stootblok 2. Afstandsbeugel • Blokkeer de wielen als de machine is opgekrikt. 3.
De motorkap plaatsen 1. Sluit de lampen aan. 2. Steek de bovenste montagelipjes in de sleuven van het frame. 3. Steek de onderste montagelipjes in de sleuven van het frame. 4. Controleer of de motorkap goed in de groeven aan de bovenzijde, de zijkanten en de onderzijde valt. Figuur 36 1. Kriksteunpunten aan de achterkant De motorkap verwijderen 1. Pak de motorkap beet via de openingen van de koplampen en til de motorkap op om de montagelipjes uit de sleuven in het frame te laten klikken (Figuur 37).
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren (bij zwaar gebruik vaker smeren). De machine is voorzien van smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis.
Figuur 41 42
Onderhoud motor 5. Inspecteer een nieuw filter op beschadiging door een felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten en er doorheen te kijken. Onderhoud van het luchtfilter Opmerking: Gaten in het filter zijn herkenbaar als lichte plekken. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de luchtfilteronderhoud-indicator. Opmerking: Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging van de rubberen afdichting.
Figuur 43 1. Haal de laadbak op en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de laadbak omhoog te houden. Figuur 45 1. Motoroliefilter 2. Verwijder de aftapplug en laat de olie in een opvangbak lopen (Figuur 44). 5. Breng een dun laagje schone olie aan op de pakking van het filter voordat u het erop schroeft. 6. Schroef het filter erop totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat en draai het filter vervolgens nog eens 1/2 tot 2/3 slag. Opmerking: Niet te vast draaien.
Brandstoffilterbus vervangen Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—Vervang de brandstoffilterbus. 1. Laat het water uit de waterafscheider lopen; zie Water aftappen uit brandstoffilter/waterafscheider (bladz. 45). Brandstofleidingen en aansluitingen controleren 2. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd (Figuur 46). Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) 3.
De machine starten met startkabel Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Onderhoud van de zekeringen Starten met de startkabel kan gevaarlijk zijn. Neem de volgende waarschuwingen in acht om lichamelijk letsel en schade aan elektronische onderdelen van de machine te voorkomen: • Start nooit met een startkabel die aangesloten is op een spanningsbron van meer dan 15 V gelijkstroom. Dit zou het elektrische systeem beschadigen. • Voer een dergelijke start nooit uit op een lege batterij die bevroren is.
Onderhoud van de accu Opmerking: De minpool is aangegeven met 'NEG' op het accudeksel. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Accuvloeistofpeil controleren (elke 30 dagen indien de machine gestald is). Opmerking: Sluit het andere uiteinde van de startkabel aan op de minpool van de lege accu. Sluit de startkabel aan op de motor of het frame. Sluit de startkabel niet aan op het brandstofsysteem. Om de 50 bedrijfsuren—Controleer de aansluitingen van de accukabels.
Onderhoud aandrijfsysteem Inspecteer de cruisecontrol op scheuren, openingen of losse klemmen. Als u beschadigingen aantreft, neem dan voor reparatie contact op met een erkende Toro-distributeur. Olie van het voordifferentieel vervangen (uitsluitend modellen met vierwielaandrijving) Kabels van het schakelmechanisme afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren 1. Zet de schakelhendel in de neutraalstand.
3. Bevestig de gaffelpennen en draai de contramoer aan als u klaar bent. Kabel van de differentieelgrendel afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren 1. Zet de hendel van de differentieelgrendel op Uit. Figuur 54 2. Draai de contramoeren los waarmee de kabel van de differentieelgrendel vastzit aan de beugel op de transaxle (Figuur 53). 1. Te lage bandenspanning Figuur 55 toont een voorbeeld van slijtage aan een band veroorzaakt door een te hoge bandenspanning. Figuur 55 1.
Onderhoud koelsysteem Vuil verwijderen uit het koelsysteem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (reinig vaker bij meer vervuilende omstandigheden). 1. Schakel de motor uit en verwijder nauwkeurig al het vuil uit de buurt van de motor. Figuur 56 1. Voorkant van machine 2. 0 ± 3 mm van voorzijde tot achterzijde van de band 2. Koppel het radiateurscherm aan de voorzijde van de radiateur los en verwijder het scherm (Figuur 58). 3. Afstand hart-tot-hart 3.
Motorkoelvloeistof verversen Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan) Type koelvloeistof: een 50/50 mengsel van water en permanente ethyleenglycol-antivries. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de bak omhoog te houden.
Het rempedaal afstellen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Parkeerrem afstellen Opmerking: Verwijder de voorliggende onderdelen om eenvoudiger te kunnen afstellen. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de gaffel van de hoofdremcilinder is bevestigd aan het draaipunt van het rempedaal (Figuur 64). 1. Verwijder de rubberen handgreep van de parkeerremhendel (Figuur 62). Figuur 62 1.
Onderhoud riemen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Om de 200 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. 1. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de bak omhoog te houden. Figuur 65 1. Rempedaal 2. Gaspedaal 2.
Koppelingspedaal afstellen Onderhoud bedieningsysteem Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Opmerking: U kunt de koppelingskabel afstellen bij de koppelingsbehuizing of bij het draaipunt van het koppelingspedaal. De kap op de voorkant kan worden verwijderd zodat u gemakkelijk bij het draaipunt van het koppelingspedaal kunt komen. Gaspedaal afstellen 1. Parkeer de machine op een egaal vlak, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem 4. Draai de contramoeren weer vast nadat u het pedaal heeft afgesteld. 5. Controleer ten behoeve van een goede afstelling of de afstand 9,5 ± 0,3 cm is nadat de contramoeren zijn vastgedraaid. Hydraulische vloeistof verversen en zeef reinigen Opmerking: Stel opnieuw af indien nodig. 6. Maak de contraveer vast aan de versnellingspook.
Figuur 74 1. Hydraulische filter Figuur 73 2. Filter van het hydraulische systeem met hoge stroming 4. Smeer de pakking van het nieuwe filter. 5. Zorg ervoor dat de plaats waar het filter wordt bevestigd, schoon is. 1. Hydraulische zeef 6. Schroef het filter erop totdat de pakking contact maakt met de bevestigingsplaat; draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 slag. 6. Plaats de zeef. 7. Monteer de hydraulische slang en de 90°-fitting op de juiste wijze op de zeef. 7.
uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de vloeistoffen die zij aanbevelen. 8. U moet de vloeistof op de juiste wijze afvoeren. De laadbak omhoogbrengen in noodgevallen ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt Materiaaleigenschappen: In noodgevallen kan de laadbak worden opgehaald zonder de motor te starten, door de startmotor te laten aanslaan of het hydraulische systeem in te schakelen met behulp van opstartslangen.
G019543 1 Figuur 77 1. Opstartslangen 7. Hou alle omstanders uit de buurt van de machines. 8. Start de tweede machine en zet de hefhendel in de stand Omhoog. De defecte laadbak wordt nu opgehaald. Figuur 75 9. Zet de hydraulische hefhendel in de neutraalstand en zet deze vast met de vergrendeling. 1. Snelkoppelslang A 2. Snelkoppelslang B 10. Monteer de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder; zie De laadbakbeveiliging gebruiken (bladz. 37). 3.
Reiniging Stalling 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de starterschakelaar. De machine schoonmaken De machine moet worden gewassen als dit nodig is. Gebruik uitsluitend water of water met een mild reinigingsmiddel. U kunt een doek gebruiken om de machine schoon te maken, maar de kap zal dan wel iets minder gaan glanzen. 2.
14. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Toro-servicedealer. 15. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. 16. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.
Opmerkingen: 61
Opmerkingen: 62
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten 2 jaar beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.