Operator's Manual
Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,
steldeparkeerreminwerking,zetdemotoraf,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen
voordatudemachineverlaat.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdedodemansknoppen,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen
zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik
demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren
werken.
•Controleervoordatubeginttewerkenaltijdde
machineomzekertezijndatdeonderdelenen
alhetbevestigingsmateriaalingoedestaatzijn.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenen
bevestigingen.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
Brandstofveiligheid
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof
toevoegen.
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
Brandstoftankvullen
•Inhoudbrandstoftank:25liter
•Aanbevolenbrandstof:
–Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87
ofhoger(indelingsmethode(R+M)/2).
–Ethanol:Benzinemetmaximaal10%
ethanol(gasohol)of15%MTBE
(methyl-tertiair-butylether)pervolumeis
aanvaardbaar.EthanolenMTBEzijnniet
hetzelfde.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgeschiktvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper
volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot
85%ethanol).Ongeschiktebenzinegebruiken
kanleidentotverminderdeprestatiesen/of
motorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
–Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
–Indewintergeenbrandstofbewarenin
debrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
–Mengnooitoliedoorbenzine.
Belangrijk:Gebruiknooitanderebrand-
stofadditievendaneenbrandstofstabilisa-
tor/conditioner.Gebruikgeenstabilizersop
basisvanalcoholzoalsethanol,methanol,of
isopropanol.
1.Maakdeomgevingvandedopvande
brandstoftankschoon(Figuur15).
2.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
3.Vuldebenzinetanktotongeveer25mmvanaf
debovenkantvandetank(deonderkantvande
vulbuis).Niettevolvullen.
14