Form No. 3426-103 Rev A Geveerde hark Sand Pro®/Infield Pro® 3040 en 5040 tractie-eenheden Modelnr.: 08752—Serienr.: 403300001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt. Inleiding Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen.
Veiligheid Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal106-5517 106-5517 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
De geveerde hark monteren A. De geveerde hark op de getande hark monteren 1. Monteer 2 haken aan de achterkant van de hefarm met 2 moeren (⅜") (Figuur 5). Zet de kettingen aan de haken vast op de gewenste lengte. Monteer de gebogen draaibeugel op de geveerde hark zoals getoond in Figuur 3. g005146 Figuur 5 g003428 1. Moer (⅜") Figuur 3 1. Borstbout 4. Ring (15/32" x 59/64") 2. Ring (17/32" x 1-1/16") 5. Moer (7/16") 3. Gebogen draaibeugel 6. Geveerde hark 2. B. 2.
Opmerking: U kunt hierbij de bevestigingen van de getande hark gebruiken. De geveerde hark op de tractie-eenheid monteren 1. Monteer de kogeltrekhaak op de geveerde hark zoals getoond in Figuur 7. g265961 Figuur 9 1. Bout (½" x 5½") 4. Afstandsstukken 2. Gaffelpen 5. Borgpen 3. Ring (17/32" x 1-1/16") 6. Moer (½") 3. Verwijder eventuele werktuigen aan de achterkant van de tractie-eenheid. 4.
g003431 Figuur 10 1. Bout (⅜" x 2½") 4. Derde schakel van de ketting 2. Ring (⅜" x ⅞") 5. Moer (⅜") g220790 Figuur 11 3. Afstandsstuk 9. Als de hark op de tractie-eenheid is gemonteerd, meet u de afstand tussen de bovenste ring en het afstandstuk in het verbindingmechanisme op de werktuigkoppeling zoals wordt getoond in Figuur 11. 1. Contramoer 4. Schouder van hefjuk 2. Stelmoer 5. Zware ring 3. 1,5 tot 2 mm 10.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing Neem dit hoofdstuk over harken door voordat u een bunker gaat harken. Welke afstelling geschikt is voor de getande hark is afhankelijk van een groot aantal omstandigheden. De structuur en de diepte van het zand, het vochtgehalte, onkruid en de mate van compactie kunnen per golfbaan verschillen, of zelfs per bunker op dezelfde golfbaan. Stel de hark optimaal af met aandacht voor de omstandigheden in uw omgeving.
De kleinste tanddiepte instellen Sla steile, korte taluds en kleine holle stukken over en werk die naderhand bij met een handhark. g262217 Figuur 14 1. Vlakke zijde bovenaan 3. Hark 2. Trekstang g003409 1. Monteer de trekhaak zo dat de vlakke zijde zich bovenaan bevindt (Figuur 14). 2. Monteer de trekstang aan de onderkant van de hanger (Figuur 14). Figuur 13 1. Rij een bunker in met een rechte lijn in de lengterichting op een vlak stuk. 2. Verlaat een bunker in een rechte hoek op een vlak stuk.
2. Koppel de kettingen los van de hefarmen en sluit deze hoger aan. Opmerking: Voor de goede werking van de hark moet u de kettingen vóór gebruik van de hark weer zo monteren dat ze slap blijven.
De werktuigkoppeling smeren Onderhoud De hark en de tractie-eenheid inspecteren en reinigen Als de sluithendel op de werktuigkoppeling niet onbelemmerd en soepel draait, moet u een dun laagje vet aanbrengen op de plaats die wordt getoond in Figuur 17. Reinig de machine grondig na het harken. Omdat u de machine voornamelijk gebruikt in zand en zand een zeer schurende werking heeft, moet u het zand na elk gebruik afspoelen.