Operator's Manual

7.Monteerdekapopdeas.Hierbijmoetdegerotoreen
beetjeopzijwordenbewogen.Destelpennenmoeten
doordedrukplaatindebehuizinggaan.Oefengeen
krachtuitmeteenhamerofpersapparaat,omdathet
geheelineenzalschuivenalshetinpositieis.
8.Plaatsdevierschroevenvandemotorkapendraaideze
vastmeteentorsievan23,0Nmineenkruispatroon.
Hierbijmoetdeeerstetorsie13,6Nmbedragen.
9.Plaatsdeaanzuigensendeschroeven.
10.Plaatsdehandgreependeschroeven.
11.Controleermetdehandofderotoronbelemmerdkan
draaien.Alsditniethetgevalis,moetudemotorkap
verwijderen,demotoronderdelenschoonmakenen
allesweerinelkaarzetten.Stofenkorreltjesvuilzullen
verhinderendatdemotordraait.
12.Monteerdeafdekplaatmetvijfschroevenen
afdichtingsringen.
13.Plaatsdepompinhetframeenschuifdezenaarvoren
totdatdeborglipindegleuvenvandepompzit(Figuur
16).
G008124
1
Figuur16
1.Borglip
14.Draaidepompklemnaarachterenopdepomp(Figuur
14).
15.Koppeldeafvoerslangaandepompenzetdesluitingen
vast(Figuur13).
16.Sluitdehydraulischeleidingenaanopdemachine.
Dehulsvandepijpcontroleren
Dehulsvandepijp(Figuur17)indehandgreepheefteen
sleufzodatwaterenvuilkunnenweglopenzonderterugte
stromenindeslang.Zorgervoordatergeenvuilindesleuf
endeopeningzit.
G008125
1
3
2
Figuur17
1.Hulsvanpijp
3.Opening
2.Sleuf
Dewerktuigkoppelingsmeren
Alsdesluithendelopdewerktuigkoppelingnietonbelemmerd
ensoepeldraait,moetueendunlaagjevetaanbrengenopde
plaatsdiewordtgetoondinFiguur18.
Figuur18
13